Recyclage is het toverwoord in deze piepkleine New Yorkse flat : niet alleen krijgen afgedankte industriële materialen hier een tweede leven, ook verloren ruimtes worden op creatieve wijze hergebruikt.

Het manifest op de website van het New Yorkse designbureau Lot-Ek is een verregaand statement van de twee eigenaars, Giuseppe Lignano en Ada Lolla, over hoe zij tegen hun metier van architectuur en interieur aankijken. Kun je leven in een vrachtwagencontainer en is daarmee een functioneel interieur te realiseren ? Kunnen oude koelkasten omgevormd worden tot werktafels en zijn ze dan nog mooi te noemen ? En kun je van de typisch New Yorkse krantenmachines boekenkasten maken ? Lot-Ek geeft hierop volmondig een ‘ja’ als antwoord. Continu experimenteren ze met ’technologisch en industrieel afval’ als bouwstenen voor een interieur. En sinds kort ondervindt Giuseppe Lignano aan den lijve hoe dat in zijn werk gaat, want zijn eigen appartement in de wijk Chelsea is een mooie illustratie van het Lot-Ekmanifest en een schoolvoorbeeld van industrial bricolage.

De publicaties van de interieurontwerpen van Lot-Ek baarden halverwege de jaren negentig opzien. Voor een van hun opdrachtgevers, de New Yorkse fotograaf Steve Miller, werd een twaalf meter lange container van een truck ontmanteld en in een loft geschoven. De totale zijwand werd voorzien van grote deuren die elk een andere functie herbergden, zoals koken, slapen, wonen en baden. Op enkele plaatsen was de staalplaat voorzien van een gat zodat een tipje van de verborgen functie zichtbaar bleef, bijvoorbeeld een gasfornuis, een koelkast, een wasbak of een tv. In gesloten toestand was het weer die stalen wand van de truck, zelfs de belettering was nog zichtbaar. Op kleine afstand daarvan stond de werktafel van Steve Miller, opgebouwd uit een aantal oude witte koelkasten. Daarin bevonden zich boeken en studiobenodigdheden, maar ook de harddisk van de computer.

Enkele jaren later werd voor een ander project een straat in de buurt van de Empire State Building afgezet, omdat Lot-Ek boven op een appartementsgebouw twee stalen containers liet takelen. Het was de uitbreiding voor de kleine flat van Russell Peacock en Connie Hansen, van oorsprong de machinekamer van het pand, die na verbouwing een woonfunctie had meegekregen. Daar werden op deze manier nog een woonkamer, keuken, slaapkamer en dakterras aan toegevoegd. Het leek net of de containers toevalligerwijs op het dak terecht waren gekomen, en naast de karakteristieke watertoren stonden ze eigenlijk wel blits.

Metaal is het favoriete ‘bouwmateriaal’ van Lot-Ek, waarvan grote hoeveelheden beschikbaar zijn bij truck supply yards in New Jersey of de vele sloopbedrijven in de buurt van Manhattan. Giuseppe Lignano en Ada Lolla weten dus met een klein budget om te gaan. Een aanpak die het creatieve stel, beiden geboren en getogen in Napels, al heel wat opdrachten heeft opgeleverd. In tegenstelling tot veel aanstormend designtalent weten zij menig projecten ook écht te realiseren. En sommige van hun ‘installaties’ zijn door musea aangekocht, onder andere door het MoMA, het Museum of Modern Art in New York.

Slapen in de kast

De zuinige manier van ontwerpen werd laatst ook toegepast op het eigen appartement van Giuseppe Lignano, dat met een klein budget flink opgeknapt werd. Een hele uitdaging, want zoals zovele plekken in New York is dit een eenkamerflat van maar zeventig vierkante meter groot. “Je moest eens weten hoe het eruitzag toen ik het betrok. Ik moest erg creatief zijn om de ruimte zo te organiseren dat alle functies erin konden, en dan nog op een efficiënte manier”, begint Giuseppe enthousiast. “Het grootste probleem was de slaapkamer : waar moest die komen in een appartement dat maar één ruimte kent ? Ik wilde een woonplek waar ik tevens mensen kon ontvangen en ook nog zou kunnen werken. Maar als je slechts een studio hebt, dan is de enige oplossing om je bed midden in de ruimte te plaatsen en woon je dus feitelijk in je slaapkamer.” Gelukkig lag de oplossing in een onderdeel waar ook menig New Yorker te weinig van heeft : bergruimte. In de hoek van de kamer was er een inbouwkast die wel kon dienen als alkoof voor een bed, maar daarvoor in feite net wat te klein was. “Dus heb ik maar het onderste gedeelte van de deuren afgezaagd en steekt het uiteinde van het bed door de deur heen. Dat resterende stukje wordt nu creatief gebruikt als zitbank wanneer de deuren gesloten zijn.”

Dit lumineuze idee was het sjabloon voor de rest van het kleine appartement. Alles werd door een nieuwe en vooral kobaltblauwe bril bekeken. Op vloer, wand en plafond werden blauwe vlakken aangebracht, in combinatie met een subtiele potloodlijn die overal is doorgetrokken en rode kruisjes die de wanden sieren. “Het spel was om de ruimte te respecteren maar ook enigszins aan te tasten. Je kunt hier complete wanden wegslaan maar dat levert je niets op. Daarom zijn links en rechts naast de deur naar de keuken die twee stukken wand weggehaald, waardoor er een doorgang is ontstaan in de vorm van een kruis. Het maakt het zicht ruimer, zorgt voor meer contact met de keuken, maar het laat de functie van doorgang en de historie van twee aparte ruimten nog redelijk intact.”

Een gelijkaardig spel vinden we ook bij zijn home office, een rvs-plank in het verlengde van de ’truc’ bij de keukendoorgang. De achterwand van zijn bureauplek, de muur tussen living en badkamer, is uitgevoerd als een soort tweezijdige spiegel : een folie van Mylar die ervoor zorgt dat je in die ruimte kunt kijken die het meest verlicht is, zonder zelf zichtbaar te zijn aan de andere kant. Vanuit het bad en het toilet is er dus doorzicht mogelijk in de woonruimte. “Voor gasten die hier voor het eerst komen, is het wel even schrikken. Maar je went eraan. Eigenlijk is het een beetje voyeurisme, best wel kinky !”

Vanwege de beperkte ruimte zijn vele interieurelementen op maat gemaakt, zoals de eettafel, de rvs-keuken, en de zitbank in de tegenoverliggende hoek. “Alle rvs-elementen komen uit Chinatown, waar vele bedrijven zitten die bedrijfskeukens maken. Die hebben ook de tafel gemaakt, die plaats biedt voor een eenvoudig ontbijt voor twee, of aan zeven gasten voor een uitgebreid diner. Voor die extra gasten heb ik naast die twee rode plastic stoelen vijf zwarte stoelen die daar aan de wand hangen.” De sofa van de bedbank is gemaakt van schuimrubber met een bekleding van canvas zoals dat gebruikt wordt bij zonneschermen. De oranjerode print, bestaande uit zijn adres en telefoonnummer, is geïnspireerd op het Chinese karakter double happiness, en dat is ook de naam die Giuseppe aan het appartement heeft gegeven.

En niet alleen de sofa is met grafische belettering versierd. Overal keren de letters terug, op de voorraadbussen in de keuken, in de voorraadruimte links en rechts naast zijn bed, op zijn toiletartikelen in de badkamer. “Een van de grootste huiselijke problemen hier in New York is dat de appartementen zo weinig opslagruimte hebben. Daarom heb ik hier alle beschikbare plekken ook gebruikt, van vloer tot plafond. Alles is nu voorzien van een rood-wit label, zodat er geen kans bestaat dat ik vergeet waar het is.”

Door Marc Heldens + Foto’s Mark Seelen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content