“Oud nieuws” zult u zeggen, als ik u vertel dat België 175 jaar bestaat. Toegegeven : als u dát nu nog niet weet, hebt u de laatste maanden waarschijnlijk ergens op een onbewoond eiland geleefd. Ver weg van alle kranten en tijdschriften, radio, tv, musea en andere culturele toestanden. En dan hebt u ongetwijfeld het hoogtepunt moeten missen : onze nationale dans in een originele choreografie van Anne Teresa De Keersmaeker en op de tonen van het onsterfelijke Ik hou van u van Stijn Meuris. Dat vond ik best leuk om te zien. Maar 2005 is nog niet ten einde, en dus het feestjaar ook niet. Terwijl in het Waalse Grand-Hornu het Belgische hedendaagse design voor het voetlicht wordt geplaatst, kiest Vlaanderens meest klassieke woonbeurs Classic voor een thema dat bij dit jubileum aansluit : Belgian Masters. Aha, denkt u, oude meesters. En u herinnert zich namen als Rubens en Van Dyck, of zelfs Breughel. Namen die wel bij het klassieke imago van Classic passen. Maar ter gelegenheid van de tiende editie hebben de organisatoren het thema breed opengetrokken met een Hall of Fame van het Belgische design (zie pag. 35) : van Henry Van de Velde tot Maarten Van Severen. Van de eerste kun je haast voorspellen dat zijn werk Classic haalt, de laatste ligt iets minder voor de hand. De strakke, uitgepuurde, haast minimalistische vormgeving van Van Severen is allesbehalve klassiek te noemen. Maar misschien knelt daar wel een schoentje. Misschien is onze visie op klassiek wel te eenzijdig. Wanneer wordt een voorwerp trouwens klassiek ? Als het oud genoeg is ? Of als het qua stijl niet meer hedendaags kan worden genoemd ? De grens is moeilijk te trekken. Bovendien ligt ze bijlange na niet vast. Wat we vandaag klassiek noemen, is morgen misschien wel superhot en -trendy. En omgekeerd. Denk maar aan sommige merken die vandaag een beeld van traditionele degelijkheid oproepen, maar veertig jaar geleden bij de avant-garde werden gerekend (zie pag. 119). Rolf Benz, om maar één voorbeeld te noemen, produceerde in de jaren zeventig zitlandschappen die best naast het supertrendy Tufty-Time van Patricia Urquiola kunnen staan, dat dit jaar in Milaan werd gepresenteerd.

Altijd al hebben designers, vormgevers en ontwerpers zich laten inspireren door de geschiedenis. Het bekendste voorbeeld is de typische Lodewijk XVI-stoel, die Starck op ideeën bracht. Maar in het ABC van de stoel ontdek je nog veel meer verbanden tussen heden en verleden (pag. 87).

Velen zijn geneigd hun inspiratiebron te verdoezelen, anderen steken ze niet onder stoelen of banken. Zo verwijzen de ontwerpen van Robsjohn-Gibbings stuk voor stuk naar de Oudheid. Los van de theatrale context waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld waren, zijn ze eigenlijk verrassend modern (zie pag. 111).

Datzelfde geldt voor de interieurs die wij voor dit nummer bijeen hebben gezocht. Interieurdesigner Karel Leemans creëerde een woning die tegelijkertijd landelijk en strak is (pag. 54). Ook landelijk, maar totaal anders van sfeer is de achttiende-eeuwse hoeve van pottenbakker Rupert Spira : heel sober, met een vleugje barok (pag. 70). Het spiegelpaleis van Guillaume Hermans heeft een hoog art-decogehalte (pag. 38), terwijl het statige herenhuis in Leuven veeleer tijdloos aandoet (pag. 46). De Parijse antiekhandelaar Stéphane Diss bewoont een flamboyant barokke flat (pag. 78), net als de excentrieke kunstenaar Astuguevieille (pag. 62), die naast zijn eigen creaties ook design en historische meubelen een plek geeft. Ze zijn niet met elkaar te vergelijken, maar ze tonen wel dat klassiek ook een zeer hedendaagse invulling kan krijgen.

Waarom zouden hedendaagse meesters dan ook geen plek kunnen krijgen op Classic ? Nieuwe meesters, autoriteiten in hun vak, mensen die iets te betekenen hebben voor jongere generaties : wij zochten een aantal meesters bij elkaar en vroegen hun een beloftevolle leerling te selecteren. Het resultaat is een intrigerende portrettengalerij (pag. 25), die nog maar eens duidelijk maakt hoeveel talent er in ons land rondloopt.

Volgende week

Dossier verlichting.

De nieuwste lampentrends, de tentoonstelling Transitions : Light on the Move en een rondleiding in het atelier van

Jean Perzel, de Parijse lampenmaker die de grenzen van de moderne

verlichting verlegde.

www.weekend.be

hilde verbiest

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content