Op zoek naar eureka

© SARAH VANBELLE

In de wereld van de creatieven werkt het zo : vonken, flitsen, het licht zien, aha ! eureka ! brainstormen, doorbraken en epifanieën. Allemaal goed en wel maar kan iemand ons zeggen, in een tijdperk waar iedereen zich creatief noemt, hoe het idee van het meer briljante soort eigenlijk ontstaat ?

We zijn geobsedeerd door nieuwe ideeën en creativiteit. Lees er de gemiddelde sollicitatiebrief maar eens op na : iedereen is – naast flexibel, team player en dynamisch – uitzonderlijk creatief. Komt het door de behoeftepiramide van Maslow, die zelfontplooiing als hoogste doel predikt ? Of is het te wijten aan het fameuze Everyone is an artist van kunstenaar Joseph Bueys ? Feit is alleszins dat de multitaskende millenniumstudent van vandaag morgen ‘iets creatief’ wil doen. Droombedrijven als Google, Apple, Pixar, Starbucks en Facebook houden de mythe in ere van het geniale concept. Bij voorkeur ’s nachts bedacht in een kille garage of een muffig studentenkot. Vandaag zijn het bodemloze ideeënfabrieken die elkaar, in het internettijdperk van openheid en sharing, voortdurend kruisbestuiven met formats, concepten en tools.

Creativiteit was eeuwenlang synoniem met trage wetenschappelijke en natuurkundige evolutie. Vraag maar aan Gutenberg, Newton en Darwin die zonder tweets en Word Wide Web respectievelijk de drukpers, zwaartekrachtwet en evolutieleer ontdekten. (Stel je voor, Darwin vandaag op Facebook : Darwin just discovered the origin of species. And how are you today ? 6,79 miljard personen vinden dit leuk.) Vandaag zijn de coole jobs die van reclamejongens, IT-nerds, film- en televisiemakers, designers en trendwatchers die met hun geweldige verbeelding en hippe producten ons leven schoner, sneller en toegankelijker maken. De whizzkids van vandaag heten Gates, Jobs en Zuckerberg en hebben een pingpongtafel op de werkvloer. Kwestie van out of the box-denken.

Er zijn massa’s boeken geschreven over creativiteit. Akkoord, er bestaan verschillende soorten. Creativiteit van Hogere Orde die de wereld verandert is wat anders dan een tof idee hebben terwijl je choco op een toast smeert of je haar staat te drogen. Feit is : creativiteit is een buzzword. Elke schrijver, muzikant, kunstenaar, bladenmaker, producer, artdirector of typograaf praat graag over zijn aanpak en hoe ideeën tot stand komen. Liefst zijn we allemaal het getormenteerde genie op de zolderkamer. In amper vijf minuten schrijven we moeiteloos een wereldhit, nippend van wat Ierse sterkedrank. Helaas is dit mythische profiel eerder uitzondering dan de regel. Maar wie even nadenkt, sorry brainstormt, over hoe een eurekamoment nu eigenlijk tot stand komt, ontdekt in de geschiedenis van ideeën heel wat terugkerende patronen. Een idee is geen losstaand iets. Een idee is een netwerk van sluimerende gedachten, toevalligheden en ontmoetingen.

Wie van de vier ?

Er bestaan heel wat marketingmodellen om de oorsprong van een uitvinding te categoriseren. Wel of geen winstbelang is daarbij vaak een belangrijke factor. Maar we kunnen ook louter kijken naar enkele typische karaktertrekken van creatieven, en de context waarin hun ideeën ontstaan.

1. De getormenteerde held.

Dit genie heeft eenzame eurekamomenten in het holst van de nacht. Niet zelden in het gezelschap van de fles, sigaretten of ander verboden goed. Worstelt fysiek of psychologisch meer met zichzelf dan hem/haar lief is. Zijn genialiteit ontstaat vaak uit bittere wraak voor een stukgelopen liefde. De geschiedenis van literatuur en poëzie kent veel voorbeelden van de getormenteerde schrijver. Denk aan A la recherche du temps perdu van Proust, of The light that failed van Kipling. Een voorbeeld vandaag is het succesverhaal van Mad Men. Matthew Weiner schreef in 1999 de pilotaflevering van de serie, gedreven door een existentieel ‘Wie Ben Ik ?’ Als jongen werd hij steeds gecast als weirdo voor het schooltoneel, hij voelt zich een geslagen hond als HBO zijn voorstel voor de serie afwijst. “Ik wilde de beste pilot ooit schrijven”, zegt hij in Rolling Stone. “Alle karakters van de serie verwijzen naar mezelf en hoe ik de wereld zie. De hele cast bestaat uit afgewezen acteurs die niemand kende.” Dit is het oer-Amerikaanse beeld van the act of self-creation. Andere belangrijke les : volharding. Soms ligt de mislukking niet aan jezelf maar aan de perceptie van de buitenstaanders. Soms loopt een geniaal idee voor op de tijdsgeest. Vraag maar aan Harry Beck hoelang het duurde eer het metroplan van 1930 er niet langer uitzag als een bord spaghetti met waarheidsgetrouwe lijnen, maar zijn geometrische versie de norm werd.

2. De hardwerkende ingenieur.

Werkt gedisciplineerd, geordend en praktisch en gelooft niet in de muze. Hij komt tot uitvindingen en ontdekkingen binnen de werkuren. Vaak is zijn idee het gevolg van serendipiteit : door fouten en mislukkingen vind je iets onverwachts en bruikbaars, terwijl je eigenlijk op zoek bent naar iets totaal anders. Komt vaak voor in de wetenschap. Denk aan het verhaal achter Viagra (gemaakt als medicijn tegen drukkende pijn op de borst, maar bleek ook andere voordelen te hebben) of dat van de Post-it (de onderzoeker mislukte in zijn zoektocht naar zeer sterke kleefstof). Het meest opwindende dat je een wetenschapper kan horen zeggen is niet “Eureka ! Ik heb het gevonden !” maar wel “Hmmm, that’s funny.”

3. De romantische lanterfanter.

Leeft met al zijn zintuigen zodat inspiratie spontaan inslaat. Het archetype is de Parijse flaneur. Hij trekt de stad in, zonder op zoek te zijn naar ingevingen of creativiteit. Beschikt over een verbeeldingskracht die hem toelaat zijn voordeur te openen en zich in te beelden dat hij in een ander land is. Kijkt al wandelend naar balkons en daken, in plaats van naar het trottoir. Komt nadien thuis en heeft zin om te knutselen, collages te maken of een gedicht te schrijven. Bekijk op YouTube het filmpje waarin William Butler Yeats uitlegt hoe zijn gedicht The Lake Isle of Innisfree ontstond. Hij wandelde in Londen over The Strand en raakte geïnspireerd door een reclamebord voor drankjes in een winkeletalage.

4. De kinderlijke – niet kinderachtige – verteller.

Iemand die dagelijks creatief en verwonderd is over de dingen des levens. Gebruikt verwondering als sterkste overlevingsmiddel en cultiveert nieuwsgierigheid. Maakt kerstpudding met evenveel enthousiasme als hij net het Melkwegstelsel zou ontdekt hebben. Elke vorm van spel en fantasie vindt hij belangrijk. “A map of the world that does not include Utopia, is not even worth glancing at”, zei Oscar Wilde. Denk modeontwerpers, goochelaars, kunstenaars, schrijvers, scenaristen en fotografen, maar evenzeer de bevlogen juf of meester. Bekijk op www.ted.com het pleidooi van Sir Ken Robinson’s over hoe het school-systeem onze kinderlijke creativiteit doodt.

Wandeling in Londen

In Londen organiseerde The School of Life onlangs een Eureka Tour. Al wandelend door de straten werd nagedacht over de geschiedenis van ideeën. We namen de Eurostar en ondervroegen onze tourgids Cathy Haynes, die kunstenaars helpt hun ideeën te vertalen.

Waarom gaan we vandaag wandelen ?

“Om je gedachten de vrije loop te laten. Alle grote schrijvers, van Virginia Woolf tot Rousseau, hebben quotes en oneliners over the art of walking en het ontmoeten van ideeën. Maar we gaan niet zomaar wandelen. We gaan de stad beleven. Langs boekenwinkels, musea, stamcafés, kerken en onder straatlantaarns krijg je voorbeelden van ingevingen uit de Londense geschiedenis. Een stad is een gigantische verzameling creativiteit. Er heeft voortdurend een overloop van ideeën plaats. Met de verwonderde blik van een kind zul je vandaag objecten oprapen, conversaties afluisteren, discussiëren en verloren lopen.”

Wat is het grootste misverstand rond eurekamomenten ?

“Dat ze uit het niets ontstaan. De meeste ideeën komen halfbakken ter wereld, meer als een vaag gevoel dan als een revelatie. Ze bouwen voort op info die iemand anders al bedacht. De meeste ideeën hebben de kiemen in zich van iets groots, maar missen nog een sleutelelement dat de ingeving kan omtoveren tot iets echt waardevols. Meestal ligt het ontbrekende element ergens anders, leeft het als een vermoeden, als een vaag idee in het hoofd van iemand anders. Dat besef merk je vaak bij reclamemensen, televisiemakers, schrijvers, onderzoekers : ze hebben een ‘vloeibaar netwerk’ van mensen uit verschillende disciplines en maken connecties in hun hoofd tussen verschillende genres van informatie.”

Jouw gouden tip om creativiteit te voeden ?

“Legendarische ontdekkers zoals Darwin en Leonardo da Vinci hadden allemaal een aantal intellectuele kwaliteiten – snel van geest, onbevredigbaar nieuwsgierig -maar ze deelden ook nog een andere trek : ze hadden veel hobby’s. Wie verschillende interesses heeft en vele schuifjes heeft openstaan in zijn onderbewuste, neemt spelregels en codes van het ene project mee in het andere. Het mechanisme is vergelijkbaar met multitasken, al bedoel ik hiermee niet het vlotjes switchen tussen Facebook, YouTube en je dagtaken. Meer het multitasken op lange termijn, waarbij je ontspannen het ene project inwisselt voor het andere en waardoor sluimerende ideeën een lange incubatieperiode hebben om zich te ontwikkelen tot een sterk concept.”

Conclusie na een dag Londen : verhuis, maak werk van die nieuwe hobby, ga wandelen in de stad, cultiveer het brainstormen op café, en schrijf al je embryonale ideeën op. Bang voor de blanco pagina’s in je aantekenboekje ? Gebruik bierviltjes, servetten of Post-its.

Info : www.theschooloflife.com

DOOR ELKE LAHOUSSE – ILLUSTRATIES SARAH VANBELLE – FOTO’S WOUTER VAN VAERENBERGH

De whizzkids van vandaag heten Gates, Jobs en Zuckerberg en hebben een pingpongtafel op de werkvloer. Kwestie van out of the box-denken.

Het meest opwindende dat je een weten-schapper kan horen zeggen is niet “Eureka ! Ik heb het gevonden !” maar wel “Hmmm, that’s funny.”

Een stad is een gigantische verzameling creativiteit. Er heeft voortdurend een overloop van ideeën plaats.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content