Leen Creve Interieur- en designjournalist 

Zijn architecten ingenieurs of kunstenaars ?” Het is de Nederlandse architect Willem Jan Neutelings die het zich hardop afvraagt op p. 32. Hij beweert dat Nederlanders meer ingenieur zijn dan hun Belgische collega’s. Het klopt dat een vijfde van de Belgische architecten burgerlijk ingenieur is en dat de rest een architectendiploma van een (kunst)hogeschool heeft.

Allebei, de master in de architectuur én de burgerlijk ingenieur architect, mogen het beroep uitoefenen als ze zich aansluiten bij de Orde van Architecten. Die ziet toe op de deontologie van haar leden. En ze voert op haar website ook promotie voor het beroep. “Kiezen voor een architect is kiezen voor kwaliteit”, is er te lezen. “Alleen de architect kan functie, vorm en structuur verenigen tot nieuwe ruimten die een weerspiegeling zijn van uw persoonlijkheid, uw omgeving, uw cultuur.” Een aantal zeer persoonlijke interieurs vindt u alvast verder in dit blad : speels en zomers in Amsterdam, verrassend trendy in Brugge, of zelfs de verwezenlijking van een jongensdroom.

Feit is dat het aantal architecten stijgt. Langzaam weliswaar. Vorig jaar waren 8628 mannen en 2796 vrouwen lid van de Orde. Er zijn nu tachtig procent meer architecten dan twintig jaar geleden. Maar jongeren moeten geduld hebben : vijf jaar studie en dan nog eens twee jaar betaalde stage. Op p. 123 leest u wat jonge Belgen leerden bij toparchitecten als Jean Nouvel, Zaha Hadid, Norman Foster of Rem Koolhaas.

“Een architect kan u tijd en geld besparen,” staat ook op de webstek van de architectenorde, “door u juiste en budgettair verantwoorde investeringen aan te raden, door alle rekeningen en facturen te controleren, door op uw toekomstplannen te anticiperen.” Een paar architecten waren alvast bereid om u hier zomaar hun budgettips cadeau te doen : Vincent Van Duysen onder anderen, en de B-architecten. Ze geven samen met andere professionals exact dertig tips.

Maar bouwen en inrichten kost niet alleen geld. Ook energie. “De bouw is bij ons goed voor 50 procent van alle afvalproductie, 50 procent van de broeikasgassen en 42 procent van alle energieverbruik”, becijfert de Nederlandse architectuurcriticus Hans Ibelings verderop in dit blad (p. 54). Hij rekent daar allicht ook de wegen- en bruggenbouw bij, maar het zijn pijnlijke cijfers. Toch doet de sector zijn best. Op de afgelopen Batibouw stond alweer duurzaam bouwen in de spotlights. Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur Hilde Crevits stelde er haar project duurzame architecten voor. Zij wil tegen oktober minstens vijfhonderd architecten een energielabel geven : zij die een speciale opleiding zullen volgen en zij die al relevante ervaring hebben op het vlak. Wie energiezuinig wil bouwen, kan op die manier snel een specialist vinden.

Duurzaam bouwen raakt stilaan ook praktisch ingeburgerd. Een man die decennia geleden al met duurzame architectuur bezig was, was de Amerikaanse Richard Buckminster Fuller. Hij besloot in 1927 (hij was toen 32) om de rest van zijn leven te wijden aan het oplossing van de wereldproblemen. Hij werd 88 jaar en bedacht lichtgewichtgebouwen, schuilkelders en vliegende auto’s. Zij bekendste uitvinding is die van het geodetische gewelf, een lichtgewichtkoepel. Een ode aan “Bucky” kwam eind februari uit onverwachte hoek. ” Now the man has understood / That outer space is overrated / About all the problems on this earth we should / Worry now to solve them later.” In de jongste single van Deus wordt het leven van de visionaire architect samengevat. ” Step aside cause the man will take the Nobel Prize home“, vervolgen de Antwerpse muzikanten, alluderend op Buckminsters vermoedelijke nominatie voor de Nobelprijs voor de Vrede in 1969. Duurzame architect een hip beroep ? Als zelfs een van ’s lands coolste bands er een nummer over maakt.

TESSA VERMEIREN BLIJFT BLOGGEN !

Op www.weekend.be

Reacties : leen.creve@knack.be

Leen Creve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content