Baila !

Als de goden je willen straffen, vervullen ze je wensen. In de gedaante van een man die graag danst bijvoorbeeld. Ja, dat bestáát, heb ik tot mijn blijdschap en niet geringe verbazing kunnen vaststellen. Hetero boven elke verdenking bovendien. Niet dat ik zelf een Dina Tersago op de Dansvloer ben ; mijn expertise in de materie beperkt zich tot het frenetiek flappen met allerlei lichaamsdelen en tot één-twee-drie-één, de basis van de plakker sur place, zeg maar. Veel kans om die discipline te oefenen kreeg ik tot nu toe niet : verder geen kwaad woord over mijn ex-en, maar stuk voor stuk betrof het manspersonen die enkel onder bedreiging van een stomp voorwerp of straalbezopen op de dansvloer te dwingen waren.

Maar kijk, daar bevind ik mij op een initiatieavond salsadansen. Op aansturen van een manspersoon die van mening is dat salsa voornamelijk een kwestie is van enthousiast schudden met de derrière, een activiteit waarvoor ik het nodige materiaal in huis heb. Het oefenen vindt plaats in een wat vreugdeloos zaaltje met plastic klimop tegen de muur en een toog waar een grijzende dame tussen het serveren van twee glaasje fris door Schuld en Boete leest. Met zoiets zwoels als Latijns-Amerikaanse ritmen heeft ze duidelijk geen uitstaans. Nu ja, zwoel. Op het roodsatijnen hemd van de dansleraar na, is er niets dat van enige frivoliteit getuigt. Zes koppels, variërend van prille twintigers tot late veertigers, schuifelen doodernstig, ja zelfs enigszins verbeten over de dansvloer. Gevorderden, maar er is nog werk aan, je hoort ze net niet tellen.

En dan is het aan ons. Rechtsachter, één twee, rust. Linksvoor, één twee, rust. Simpel, als je met de basisbegrippen links en rechts uit de voeten kunt, wat bij mij het best lukt als ik naar die voeten kijk, maar dat is niet de bedoeling. Nee, ik hoor mijn partner verleidelijk in de ogen te blikken, waardoor ik prompt een aanval van de slappe lach krijg. Niemand anders lacht. Mijn God, ik dacht dat salsa een uiting van levensvreugde was. Escucha el ritmo, schalt het uit de boxen. Si si muchachos, ik doe mijn best. Maar probeer maar eens met je gat te schudden als je je schouders onbeweeglijk moet houden ; bij mij onduleert alles mee. En, het zal niemand verbazen, ik moet voortdurend de neiging onderdrukken om niet te leiden, volgzaamheid is niet mijn sterkste kant. En wat wegen armen zwaar als je ze ‘ontspannen’ op schouderhoogte moet houden. Na een uur heb ik een kop als vuur en doet elke vezel van mijn body pijn, alsof ik een halve marathon gelopen heb. Dat we beslist aanleg hebben, huichelt de leraar. Mijn partner en ik kijken elkaar weifelend aan. Misschien zijn we toch meer het type van de vrije expressie.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content