Terwijl ik dit schrijf, bevindt u zich wellicht languit horizontaal op een of andere exotische bestemming. Dat is u van harte gegund, maar mij krijg je tijdens de zomervakantie met geen stokken van mijn erf. Blame it on the bossanova. Of Willy DeVille, Zita Swoon en Gabriel Rios. Om van het koorddansende en trampolinespringende schoon volk van de Zomer van Antwerpen nog te zwijgen. Nee, verder dan Boechout, Park Den Brandt en Lokeren reikt mijn horizon deze zomer niet. Een acuut geval van festivalitis waarin ik mijn naasten onbarmhartig meesleur. “Waar moeten we vanavond heen ?”, vraagt zo’n man dan, met een vermoeide oogopslag en enige vertwijfeling in de stem. Om even later lankmoedig weer en wind en een oncomfortabel zitje te trotseren om een roedel hyperkinetische Chilenen of geschifte Balkanblazers te ondergaan.

Ha, de gedeelde energie van een livegebeuren ! Als kind had ik dat al : geen fanfare in een straal van vijf kilometer of ik moest ernaartoe, bang iets van de pret te missen. En zo’n optreden als dat van Elvis Costello op Blue Note, daar is een mens dagen later nog altijd goedgezind van. Het gevoel iets meegemaakt te hebben, dat is toch wat anders dan met een iPod op je oren rond te stiefelen. Bovendien geeft zo’n festival je de illusie dat het allemaal nog wel goed komt met de homo sapiens. Bruine medemensen uit alle windstreken, zigeuners, potsenmakers en funambules, zolang er een riedel of vibrato uit komt, drukken wij ze zonder onderscheid aan onze boezem. Toch als je tot de beschaafde Jacob’s Creek sippende Bijlokeculturo’s hoort, de post- en neohippies van Sfinks, de doorleefde jazzfilosofen van Middelheim. En het heterogene Zomerbarvolk, verenigd door de heimwee naar Den Olifant. Op zo’n zondag dat de regen bij uitzondering niet uit de hemel valt, mag ik graag van de ene biotoop naar de andere trekken, van een breakdancefestival op het Sint-Jansplein, waar opgeschoten slungels in oversized katoen op hun gelknikker rondtollen over Braziliaanse ritmes op het Borgerhoutse Krugerplein naar latino slapsticktheater op de Wilrijkse Bist. En op het gevaar af gruwelijk melig te klinken, overal willen de mensen hetzelfde : een pita met looksaus en wat onschuldig amusement. Eens lachen, de zelfmoordaanslagen, ondergelopen kelders en stijgende gasprijs vergeten.

En ja, ik zou niet voor een lifestyleblad werken als ik niet hier en daar een trend ontwaarde. Cava is dƩ zomerdrank, scharensliephoedjes zoals Brad Pitt in Snatch er ƩƩn droeg, maken een steile opgang en we drinken uit recycleerbare bekers die we uit profijt netjes terugbrengen naar de bar. De nuttigste sponsorattributen zijn zonder twijfel de opblaaskussens van De Standaard, gevolgd door de waaiers in cd-vorm van Focus Knack, ook al horen opvliegers niet meteen tot de doelgroep. En hei, jongens, als ik dit schrijf, is de zomer nog niet eens halverwege. Tot op Zuiderzinnen !

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content