“De interne klok van 13- tot 21-jarigen heeft een gemiddelde ‘vertraging’ van twee uur.” trui.moerkerke@knack.be

“Waarom ben je altijd zo haastig mammie ?”, vraagt onze vijfjarige. Hij hangt wat balorig in de autostoel op weg naar school. Zijn zus voegt er nog aan toe : “Rustig mamma, we zullen wel op tijd zijn.” De ochtendspits in onze keuken is variabel. Soms gaat het als een fluitje van een cent, andere keren is het sleuren en trekken om op tijd in de school te raken. Wassen, aankleden, ontbijten, turn- of zwemgerief niet vergeten, jassen aan en hop de auto in. Als deze activiteiten niet met militaire precisie worden uitgevoerd, loopt het fout. “Ssst, ik wil nog slapen.” – “Ik wil eerst spelen.” “Ik heb nog geen honger.” – “Moet ik alweer die kleren aan ?” -“Nee, geen smeerkaas maar choco en waarom mogen we niet met de step naar school ?” Als het zo’n ochtend is, zijn ze meesterlijk in de vertragingsmanoeuvres. Wanneer ze dan op de valreep afgeleverd worden, voel ik mij, nog nahijgend in de file, alsof ik ongetraind een halve marathon gelopen heb.

Op school hingen vorig jaar affiches die ouders aanraadden om tien minuten vroeger op te staan, om zo de dag relaxed te starten en toch op tijd te komen. Klinkt logisch, maar de ervaring leert dat dat weinig verandert. Zelfs al hanteer je een schema van op tijd gaan slapen en op tijd opstaan, dan nog is er geen garantie op liefelijke gezinstaferelen aan het ontbijt. Het zou wel unfair zijn om dat alleen de kinderen aan te rekenen. Zelf ben ik ook geen ochtendmens en heb van die dagen dat ik me een paar uur in slow motion beweeg voor ik weer efficiënt ben. ’s Avonds duizend vrouwen sterk en met geen stokken in bed te krijgen, ’s ochtends half mens, half zombie. Ik vrees dat ik zeker de oudste erfelijk belast heb.

Maar misschien is er beterschap op komst, las ik vorig weekend in de Britse zondagskrant Sunday Times. Bij een kop koffie tijdens een rijkelijk laat ontbijt, werd mijn aandacht meteen getrokken door een artikel met de veelbelovende titel : ” Be smart, stay in bed“. In een Britse middelbare school wordt sinds oktober vorig jaar geëxperimenteerd met lestijden die zijn aangepast aan de biologische klok van tieners, wat erop neerkomt dat de lessen om tien uur beginnen. Daarbij worden vakken die een hogere concentratie vereisen, na de middag geprogrammeerd. Het experiment wordt gesuperviseerd door drie academici, onder wie de neurowetenschapper Russel Foster van de universiteit van Oxford. De gemelde resultaten zijn zeer positief : het absenteïsme daalde, de leerlingen zijn gemotiveerder en de examenresultaten beter.

“Tieners zijn biologisch voorbestemd, wat te maken heeft met de afscheiding van het hormoon melatonine, om later te gaan slapen en later op te staan”, aldus Foster. “Waarom zou je de schooldag dan niet later starten ? De interne klok van dertien- tot eenentwintigjarigen heeft een gemiddelde ‘vertraging’ van twee uur. Na je eenentwintig schuift dat opnieuw geleidelijk in de andere richting op, maar het duurt tot je vijftig eer je terug bij het ochtendritme van jonge kinderen bent.”

Mijn kinderen moeten nog de lagere school door, maar wie weet, is het tegen de tijd dat ze naar de humaniora gaan, heel gewoon dat de school om tien uur start. Zeker, er zullen 1001 praktische bezwaren geopperd worden. Wie in onze maatschappij wil raken aan het heilige negen-tot-vijfhuisje zal vroeg moeten opstaan. Daar wil ik de wekker wel voor zetten.

Trui Moerkerke

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content