De Belg is bezorgd om de samenleving. Vooral asociaal gedrag en het verval van waarden en normen zitten hem niet lekker. Maar waar komt die plotse ‘decency culture’ vandaan ? En is het echt zo slecht gesteld met onze gemeenschapszin ?

Het zullen je supporters maar zijn. Balorige voetbalfans die een doelman voorwerpen naar het hoofd slingerden, leverden Anderlecht vorige maand een boete van 18.000 euro op van de Europese voetbalbond Uefa. Een eerste geldboete kreeg de landskampioen al in september, na ongeregeldheden tijdens een match tegen het Turkse Fenerbahçe. Ook het ministerie van Binnenlandse Zaken verscherpte ondertussen zijn aandacht : clubs die niet voldoende maatregelen nemen tegen discriminatie en racisme, kunnen door de politiediensten geverbaliseerd worden. De spelers zelf zijn eveneens gewaarschuwd. Club Bruggespits François Sterchele hangt nu een boete en een stadionverbod boven het hoofd, omdat hij supporters van de tegenpartij zijn middenvinger toonde.

Amokmakers mogen het voetbal dan al langer plagen, politici, politie en gerecht staan meer dan ooit onder druk om zulk ‘asociaal’ gedrag streng te bestraffen. Ook naast het voetbalveld uiteraard. De voorbeelden klinken iedereen bekend in de oren : van verkeersagressie tot vandalisme, van vijandigheid tegenover NMBS-personeel en veiligheidsagenten tot openbare dronkenschap. Representatief onderzoek bij 1800 Belgen in opdracht van Roularta Seminars legde vorig jaar een waslijst aan ergernissen bloot, van ongemanierdheid in het openbaar en ontvlambare meningen over anderen, tot spugen op de stoep. Mocht u rode kaarten kunnen uitdelen, u zou niet weten waar te beginnen.

Verloren paradijs

Volgens de gewone burger zijn de belangrijkste maatschappelijke problemen dan ook niet het milieu, de werkloosheid of de vergrijzing. Volgens de Vlaamse Regionale Indicatoren 2007 van de Vlaamse regering vereist vooral het wegvallen van normen en waarden onze aandacht. Het vervagen van begrippen als respect, fatsoen, eerlijkheid en beleefdheid. Vaak zijn het anekdotische, alledaagse gebeurtenissen die weerzin oproepen, zoals een klant die zijn beurt niet afwacht, of een luidruchtig gsm-gesprek. Gewelddadige en fel gemediatiseerde incidenten als die rond Joe Van Holsbeeck en Guido Demoor hebben het geloof in het gemeenschapsleven echter geen goed gedaan. De samenleving heet ruwer te zijn geworden, een ieder-voor-zichmaatschappij waarin respect en verdraagzaamheid ver te zoeken zijn en mensen gewoon niet meer weten waaraan ze zich te houden hebben. De gemeenschap, zo luidt een metafoor van de Poolse socioloog Zygmunt Bauman, is de hedendaagse versie van het verloren paradijs.

Politici die meer gemeenschapszin bepleiten en orde op zaken beloven te stellen, liggen dan ook goed in de markt. Zeker als ze, zoals George W. Bush en Nicolas Sarkozy, beloven hard op te treden tegen wie de gangbare normen overschrijdt. Een van de laatste wapenfeiten van voormalig Brits premier Tony Blair, zijn zogenaamde respect action plan, bevatte precies het soort maatregelen waar heel wat mensen van houden : ideeën als onmiddellijk te betalen overlastboetes of de tijdelijke onteigening van vervelende buren. Draconische maatregelen waarvoor ook Vlaamse politici niet terugdeinzen, zo bleek uit de ophef over de gemeentelijke speelpleinen. Dranghekken, burgerwachten en andere vormen van toezicht of een avondklok zijn plots geen taboe meer.

Ook ouders zijn niet veilig. Volgens hetzelfde onderzoek van Roularta Seminars is ondertussen negen op de tien Belgen gewonnen voor een meer disciplinaire aanpak van de kinderen, desnoods met inbegrip van de opvoedkundige tik. Volgens menigeen begint het probleem immers daar, bij ouders die zich als vrienden van hun kinderen opstellen en zich schuldig voelen over hun tijdsgebrek. Die het thuis knus willen houden, zonder conflicten of strenge regels, en nooit grenzen stellen.

Wie gezinstaken afschuift op de school, wordt echter voor zijn verantwoordelijkheid geplaatst. Als het moet zelfs door de overheid. Die kan ouders bijvoorbeeld opvoedingsnormen opleggen, zoals het Rotterdamse stadsbestuur vorig jaar deed, of welzijnswerkers en kinderjuffrouwen afsturen op gezinnen met opvoedingsproblemen. Het idee om ouders die hulp weigeren zelfs hun kinderbijslag of vervangingsinkomen af te nemen, maakt opgang in gans West-Europa.

Gelukkige medemensen

Maar heeft het buikgevoel ook gelijk ? Is individualisering echt het doorslaggevende kenmerk van onze tijd, zoals Zygmunt Bauman stelt ? Zijn belastingen ons excuus om verder volstrekt egoïstisch te zijn en iedereen die in onze weg staat een dreun te verkopen, zoals de Britse journalist James Bartholomew betoogt in The Welfare State We’re In ?

Onderzoek, hoewel fragmentarisch, biedt minstens een sprankeltje hoop. Zo blijkt uit de Vlaamse Regionale Indicatoren 2007 (Vrind) dat negen op de tien Vlamingen tevreden is over zijn woonbuurt. Driekwart laat zich positief uit over zijn contacten met vrienden en kennissen ; de waarderingscijfers in de Vrindrapporten vertonen de voorbije tien jaar nauwelijks verschuivingen. Ook onze deelname aan het verenigingsleven is stabiel : 52 procent van de Vlamingen is minstens in één vereniging actief, een kwart in twee verenigingen. Van een afbrokkelend sociaal netwerk is geen sprake.

Met de ellebogenmaatschappij en een falende gemeenschapszin loopt het volgens de indicatoren evenmin zo’n vaart. Ruim acht op de tien Vlamingen zegt dat een mens pas gelukkig kan zijn als zijn medemens dat ook is, en als je anderen kunt helpen zonder iets terug te verwachten. Ook vrijwilligerswerk staat hoog aangeschreven : zestig procent zegt pas gelukkig te zijn als ze zich kunnen inzetten voor een gezamenlijk doel. Globaal gesproken scoren 55-plussers in het Vrindonderzoek trouwens hoger op de individualismeschaal dan jonge twintigers, die ondertussen als nieuwe puriteinen bekendstaan. Als voorstanders van een strenge aanpak van asociaal gedrag

Angstcultuur

De zoektocht naar fatsoen en gemeenschapszin lijkt in menig opzicht op het onveiligheidsgevoel. Daartegen zijn (dalende) criminaliteitsstatistieken op zich ook geen remedie. Over het belang van perceptie breken sociologen en communicatiewetenschappers zich dan ook al langer het hoofd. Zo beschreef Mark Elchardus in De dramademocratie (2002) hoe de media ons wantrouwen en onbehagen ten aanzien van de moderne tijd verantwoorden. Ook het uitvergrotingseffect van de verslaggeving is bekend, net als het verband tussen veelvuldige blootstelling aan extreem realistisch geweld en gevoelens van onveiligheid. Niet de agressie in de samenleving is toegenomen, zeggen vooraanstaande criminologen, maar onze gevoeligheid ervoor. U kunt het, anders gesteld, gewoon niet meer ‘zien’. “We worden om de oren geslagen met doemscenario’s rond toenemende criminaliteit en zinloos geweld”, schreef think / BBDO-directeur Fons Van Dyck vorig jaar over de angstcultuur. “De realiteit op het scherm of in de krant boezemt ons meer angst in dan om het even welke rampenfilm. Op die manier ontstaat een gevoel van angst en onzekerheid.” Om nog maar te zwijgen van (verbaal) geweld op het internet, waar Jan met de pet anoniem zijn gedacht kan zeggen.

De rol van de media is echter dubbelzinnig. Eén zal een programma als Sam dan niet snel herhalen, televisiemakers stellen zich tegenwoordig wel graag ten dienste van de gemeenschap. In Het rechte pad trokken de reportagemakers met zes ontspoorde jongeren door de Andes, en sinds vorig jaar kijkt VT4 met een knipoog naar De jeugd van tegenwoordig. Aanbevelingen om de boel niet uit de hand te laten lopen komen ook van programma’s die gezinnen met probleemkinderen bijstaan – opvoeden is hip, jawel – en van talloze boeken over etiquette en fatsoen.

Ook Hollywood deed de voorbije jaren zijn duit in het zakje : Oscarwinaar Crash beschreef de groeipijnen van de multiculturele samenleving in Los Angeles, en onlangs was er het controversiële The Brave One. De klopjacht van Jodie Foster op de racistische moordenaars van haar aanstaande echtgenoot is een aanklacht tegen een samenleving waarin wapens, intolerantie en wetteloosheid heersen, en tegelijk is het een nauwelijks verhulde wraakfantasie. Om maar te zeggen : aan de angstcultuur valt ook geld te verdienen.

Netwerken

Ook de verregaande technologische mogelijkheden van de moderne communicatiemedia spelen een rol. De virtualisering van het sociale weefsel heeft de sciencefiction sneller ingehaald dan Trekkies ooit konden vermoeden. Die ‘genetwerkte’ samenleving, waarin mensen à la carte verbanden en allianties kiezen, is een nieuw gegeven, zegt Zygmunt Bauman in Community : Seeking Safety in an Insecure World. De socioloog schetst echter een vrij somber beeld. Waar in gemeenschappen gezamenlijke wortels, waarden en solidariteit zouden bestaan, zijn onze uitgebreide netwerken volgens Bauman louter functioneel, gebaseerd op individuele berekening en waardenvrij. We ontlenen er ook geen identiteit aan, laat staan dat we er gemeenschapszin zouden ontwikkelen.

Dat de genetwerkte samenleving meer is dan wat losse verbanden zonder verhaal of moraal is nochtans snel aangetoond. Ook ngo’s, acties als Music for Life en wereldverbeteraars allerhande zijn ondertussen ingeplugd op de genetwerkte samenleving, terwijl bezoekers van blogs en fora naast scheldpartijen ook heel wat goede raad posten. Voor het hoger belang worden via het internet razendsnel boycotacties georganiseerd en protestbrieven getekend, en een fotograaf of schilder in de dop komt er nog wel eens een mentor tegen.

Ach, de jongste generatie wil toch gewoon de nieuwste snufjes, zegt u ? Gsm en internet volstonden enkele maanden geleden om de schoolgaande jeugd in Nederland aan het staken te krijgen. Hoe asociaal is dat ?

Door Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content