Van Antwerpen naar Vladivostok. En terug. Alles met trein en bus. Een kleine 60.000 kilometer, 181 slaapplaatsen, 28 overschreden landsgrenzen en 855 euro, elk, aan visums. Dat was de reis die ik met mijn vriendin Anja Peeters heb gemaakt, één jaar lang. Met de rugzak in het spoor van de dolende geest van de Sovjet-Unie. Op zoek naar het rode verleden en het jonge, wankelende heden na 1991. Vier seizoenen lang : winter in de Kaukasus, lente in Centraal-Azië, zomer in Mongolië en herfst in Siberië.

Als fotograaf reis je anders. Koortsachtiger, gejaagder. Je volgt het licht. Je ziet alles in functie van je lens. En je zoekt andere plekken op. De typische highlights van een stad heb ik vaak aan mijn vriendin overgelaten. Zelf trok ik liever naar vervuilde olievelden of stadsvernieuwingsprojecten in de stadsrand, bijvoorbeeld. Als reisbestemming is het ‘Oostblok’ geen evidente keuze, maar wat een geschenk voor een fotograaf. Het mooie aan dit gebied is net dat het zich situeert in een schemerzone tussen herkenbaarheid en vervreemding. Op het eerste gezicht lijken sommige beelden ons vertrouwd, maar als je goed kijkt, is er altijd wel iets wat ons, westerse mens, verwart.

Je relatie is maar beter stevig als je zoiets onderneemt. We spraken allebei geen Russisch, al hadden we op den duur wel een soort holbewonersbasis. En dat was bij momenten best hard. Uitgekafferd worden door conducteurs en niet weten waarom. Wegbeschrijvingen verkeerd verstaan. Een jaar lang waren we heel erg op elkaar aangewezen. Leefden we op elkaars lip. Maar het was schitterend. Het extra paar ogen van Anja was trouwens van fundamenteel belang voor dit project.

Gaat het de goede richting uit met het ex-sovjetgebied ? Je kunt de levensstandaard van de Baltische landen niet vergelijken met die van pakweg Tadjizikistan, maar je hebt overal een schrijnend diepe kloof tussen arm en rijk. Dat is ook wel eigen aan een overgangsperiode. In hun geval : van communisme naar een wild en ongecontroleerd kapitalisme. Een Armeense ex-legerofficier verwoordde het zo : “Wat vroeger goed was, is verdwenen. Wat slecht was, is gebleven.” Hij vergeleek zijn land met een zuigeling die alleen verder moet. Alleen krijgt die van zijn regering niet de moederliefde die een baby nodig heeft om groot en sterk te worden. Integendeel : het is ieder voor zich. Alle genationaliseerde bedrijven die heel plots werden geprivatiseerd, hebben een vernietigende hebzucht aangewakkerd.

“Nothing is more persistent than the temporary.” Niets is zo blijvend als het tijdelijke. Het moedeloze, maar wondermooie antwoord van een Moldavische persfotograaf op mijn vraag hoe lang de overgangsfase van zijn land nog zou duren.

Ik ben een geëngageerde mens. Klopt. Maar ik heb ook een onverwoestbare scheppingsdrang. Als fotograaf kun je die twee combineren. Fotografie zorgt bovendien voor orde in de chaos. Want reizen brengt wel inzicht, maar roept vooral vragen op. Weg van je vertrouwde omgeving, word je heel scherp geconfronteerd met jezelf en je plaats in de wereld. Dat kan ontwrichtend zijn. Fotografie geeft houvast. Reizen zonder meer gaat me niet af. Fotografie is een noodzaak, mijn motor.

Rode Lada’s, grauwe buitenwijken en bevroren baboesjka’s die aardappelen verkopen. Het Oostblok is veel kleurrijker en genuanceerder dan dat eeuwige cliché. Hopelijk bewijst mijn boek dat.

Met de camper, helemaal door Europa. Over twee jaar hoop ik die reis te maken. Samen met mijn vriendin en de tweeling die nu nog in haar buik zit. Ik ben niet van plan mijn leven te veranderen nu er kinderen aankomen. Waarom zou ik ? Ik ben er trouwens zeker van dat tweejarige dreumesen zich te pletter amuseren tijdens zo’n trektocht.

Op 19 juni verschijnt ‘Red Journey’ van Nick Hannes (35), Uitgeverij Lannoo, 144 blz., 29,95 euro.

Van 19 juni tot 13 september loopt de tentoonstelling ‘Red Journey’ in het Antwerpse Fotomuseum.

Door Guinevere Claeys / Portret Rob Walbers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content