De term slow fashion is een vlag die vele ladingen dekt. We doen een greep uit het rijke aanbod in acht hoofdstukken.

1. De definitie

In de voedingsindustrie maakten we de voorbije jaren de opmars van slowfood mee. Dat betekent niet urenlang tafelen, zo weten we nu, of héél traag eten. Wel staat het voor fair trade en organisch, lokaal en seizoensgebonden consumeren : termen die eerst nog wantrouwig onthaald werden maar nu sexy en uitdagend zijn. Yes we can ! Maar wat is slow fashion ? Het is vooral te danken aan duurzame labels als Stella McCartney, of het Deense Noir, dat rond de millenniumwissel veel buzz ontstond rond groene mode, hoewel de Britse academica Kate Fletcher de term (reeds !) halverwege de jaren negentig lanceerde. Toch is slow fashion nog geen begrip, en worden verschillende definities door elkaar gebruikt. De ene ontwerper benadrukt zijn artisanale technieken, de andere experimenteert met organisch katoen. Nog anderen pleiten voor seizoensoverschrijdende mode die, idealiter, doorgegeven wordt aan latere generaties. Het moge duidelijk zijn : slow fashion is een verhaal met veel stemmen. Want wat willen we eigenlijk veilig stellen ? Oude ambachtstechnieken ? Het milieu ? Werkkrachten ? Afhankelijk van de parameters, verandert de definitie. Maar waar alle sympathisanten het over eens zijn : openheid en verantwoordelijkheid zijn anno 2010 ook in de modewereld geen loze woorden.

2. Breiwerk

Materialen als wol en mohair zijn weer populair. En troostend ook, als het buiten stormt en vriest. Tijd dus om Antwerps ontwerper Christian Wijnants erbij te halen, lesgever knitwear aan de Antwerpse Modeacademie.

Zijn wol en breigoed hip onder overactieve modestudenten ?

Christian Wijnants : Je merkt onder studenten weer meer interesse voor ambachtelijke technieken. Tegelijk groeit er een generatie op die niets anders gekend heeft dan goedkope straatketens. En dat overaanbod is niet goed voor milieu, noch voor de mensenrechten. In dat opzicht is breiwerk interessant : het is niet seizoensgebonden. Een mooie cardigan draag je tien jaar.

Hoe bewust bent u met slow fashion bezig ?

Mijn mama komt uit Zwitserland en ginder zijn ze veel milieu- en plichtsbewuster. Qua productie doe ik zoveel mogelijk in België, dat lukt voor zeventig procent. Ik vind dat de communicatie rond slow fashion niets te vroeg komt. Onze ouders hebben nog geweten dat hún ouders kleren naaiden, maar wie vandaag vijftien is, heeft nooit de appreciatie gekend voor een zelfgemaakt kledingstuk.

De kleuren in uw wintercollectie 2010 benoemt u als mosterd, olijf, curry, aubergine, amaretto, cognac. Wij denken meteen aan het platteland. Maar ook : mogen we eens komen eten ?

(lacht) Ja, het kleurenpalet verwijst naar de herfst en dan kom je al snel uit bij voedsel. De collectie is geïnspireerd op een boek, uit de jaren zeventig, over de love generation die één wordt met de natuur. Ik hou van de wilde natuur. Sinds drie jaar spendeer ik meer tijd aan de planten op mijn balkon. Plots vind ik het tof om met mijn handen in de grond te zitten. Ik beweer niet dat ik er goed in ben. Er zijn nog altijd planten die het niet overleven.

Info : www.christianwijnants.com

3. De wol-leveranciers

De meeste wol is afkomstig van het schaap, veelal uit Australië (40 procent), China (18 procent) en Nieuw-Zeeland (11 procent). Schapen worden in het voorjaar geschoren, waarna hun vacht gereinigd, gesponnen en geverfd wordt. Wol heeft schubben en is gekruld, waardoor het goed warmte vasthoudt. Het wordt idealiter verlucht, of met de hand gewassen.

Een alpaca (gedomesticeerde lama) leeft in de Andes in Zuid-Amerika, waar hij als huisdier gehouden wordt, hoewel er ook speciale fokkerijen bestaan. Een alpaca wordt jaarlijks geschoren om zijn wol, die in vijf kwaliteitsklassen verdeeld kan worden. Ook de kleinste lama, de vicuña, levert wol.

Kasjmierwol komt van de kasjmiergeit, die voorkomt in Angola en Mongolië. De wol wordt gewonnen door met de hand honderd tot tweehonderd gram uit de ondervacht van de buik te kammen, en voelt zacht en glimmend aan. Bepaalde kasjmiergeiten zijn uitgeroepen tot beschermde rassen.

Mohair is afkomstig van de angorageit, die vooral graast in Zuid-Afrika, Amerika (Texas), Australië en Canada. Angorageiten worden in april en oktober geschoren, hun vacht groeit twee centimeter per maand.

De lange vacht van het angorakonijn is ontstaan door genetisch toeval. De angorawol is bijzonder zacht en licht, en het angora-konijn (dat als huisdier gehouden kan worden) hoeft daarvoor niet gedood te worden. Om hem sterker te maken, wordt angorawol vermengd met schapenwol of andere vezels.

(Bron : Wikipedia, illustraties Sarah Vanbelle)

4. Do-it-yourself (DIY)

Breicursussen, de comeback van de naaimachine en websites voor doe-het-zelvers : de hele wereld knutselt weer kleren. Het is van grootmoeders tijd geleden dat zelf iets (na)maken zo veel voldoening gaf. Naald en draad zijn de nieuwe must-haves. Twee opmerkelijke initiatieven, in Parijs en New York.

Door Ellen De Wolf – Foto’s Charlie Dekeersmaecker

Parijs: Sweatshop

De bedenkers : Martena Duss en Sissi Holleis.

In eigen woorden : “Sweat Shop is een café couture, waar je naaimachines kunt huren per uur. Je hebt een tienbeurtenkaart voor vijftig euro of een dagpas, inclusief koffie en taart, voor 25 euro. Wie niet kan naaien of stikken, kan deelnemen aan een van onze cursussen. Alle docenten zijn nog actief in de modesector. Op zaterdag geeft Vava Dudu les in het customizen van kleren. In Parijs is ze een begrip, ze heeft bijvoorbeeld al stuks gemaakt voor Lady Gaga. Zo willen we mode dichter bij de mensen brengen.”

Handig : “In Frankrijk hebben mensen geen flauw idee hoe je een knoop aannaait. Ze hebben het nooit geleerd op school. En de Parijse flats zijn te klein om een naaimachine te zetten. Mijn vrienden stonden om de haverklap aan mijn deur : of ze mijn machine mochten lenen, of ik voor hen iets wou maken… De meeste klanten zijn dus beginners.”

Recyclage : “België is het paradijs voor liefhebbers van rommelmarkten. De shop is ingericht met spulletjes die we daar vonden. Enkel de formicatafeltjes zijn op maat gemaakt. We wilden een huiselijke sfeer creëren. Heel atypisch voor Parijs, maar het werkt.”

DIY-kit : “Iedereen kiest wat hij wil maken. Je brengt je materiaal zelf mee of ontleent het in het atelier. De patronen zijn gratis, met uitzondering van enkele vintage designerpatronen. Wie een bijzonder stuk wil maken, kan ook een DIY-kit van een designer kopen, zoals een goudkleurig topje van het merk Pelican Avenue. In het pakket zitten de stof, garen en een gebruiksaanwijzing.”

Gesloten op maandag. Sweat Shop, rue Lucien Sampaix 13, 75010 Parijs.

Info : +33 (0)9 52 85 47 41,

www.sweatshopparis.com

New York: PS, I made this

New York : PS, I Made This.

De bedenker : Erica Domesek.

In eigen woorden : “PS, I Made This is niet zomaar een website om te leren knutselen, maar een handleiding voor designdoe-het-zelvers. Elke post bevat een collage van de modebeelden die me inspireerden, een stappenplan en het materiaal dat je nodigt hebt. Dat zijn meestal alledaagse dingen die je thuis hebt liggen of kunt hergebruiken.”

Designer crush : “Mijn devies is ‘ I see it, I like it, I make it’. Ik kan een winkel binnenstappen en helemaal verliefd worden op een paar oorbellen van 800 dollar, maar ik weet dat ik ze nooit zal kopen. Het is mijn designer crush. En waarom zou ik een pak geld spenderen aan een crush als ik het zelf ook kan maken ?”

Vriend of vijand : “Ik krijg heel leuke reacties uit de modesector. Ik kopieer namelijk niet zomaar een stuk, ik maak er een eigen, goedkopere versie van. En het is niet te koop. Het doel is uiteindelijk om mensen aan te zetten zelf dingen te maken. Ik word ook zelf benaderd door internationale merken. Zo heb ik voor Helmut Lang een DIY-capsulecollectie ontworpen met stoffen uit hun zomerlijn. Die collectie is tijdens de modeweek in New York tentoongesteld in de etalages van het luxewarenhuis Bergdorfs. Binnen kon je een workshop volgen om de accessoires zelf te maken.”

Must-have : “Mijn favoriete trends voor volgend seizoen zijn de luipaardprint en details zoals strikjes op schoenen en opvallende halskettingen. Die vind je binnenkort ongetwijfeld terug op mijn website.”

PS, I Made This, Erica Domesek. Uitgegeven door Abrams Image. Richtprijs 20 euro. ISBN 978-0-8109-9603-8. Beschikbaar vanaf september via www.amazon.com. Info : www.psimadethis.com

5. Stille revolutie

Er zijn van die merken die tijdloosheid uitstralen. Winkels met producten die stilte en traagheid uitademen, initiatief aanmoedigen, of inspireren. Een staalkaart. (EL) Hunting and Collecting, een nieuwe Brusselse concept store in hartje Dansaertwijk, mikt op onze innerlijke oermens en staat voor een origineel aanbod, zorgvuldig verzameld en uitgekozen door oprichters Niels en Aude. Met Hunting and Collecting willen ze “de noden vervullen van een steeds mobieler wordende gemeenschap”. Eentje die leeft als nomaden en verzamelt als herders : nieuws, muziek, beelden, objecten, mode. Meer dan dertig exclusieve modemerken (voor mannen, vrouwen en kinderen), en tal van magazines, accessoires en initiatieven vullen de ruime 300 vierkante meter. Pas een half jaar open, maar het hele concept kent al flink wat succes, ook internationaal.

Info: www.huntingandcollecting.com

Een mininaaimachine, een pakket DIY sneaker art, opstrijkstickers : de hippe Amerikaanse straatketen Urban Outfitters, met een vestiging in Antwerpen, brengt het succes van doe-het-zelven ook naar de jeugd en heeft een heel assortiment aangepaste gadgets in zijn aanbod. Ook online terug te vinden in de geschenkenrubriek.

Info: www.urbanoutfitters.com

Een product met een zwart schaap in zijn logo en een intrigerende merknaam : ja, dat wérkt. Eén klik op de website Not Just A Label (NJAL) en je keert gegarandeerd terug. NJAL is een platform annex webshop voor jong internationaal modetalent. Het biedt u een unieke shopervaring. Je vindt er gelimiteerde en anders vaak onverkrijgbare producten van de modeleiders van morgen.

Info: shop.notjustalabel.com

Al gehoord van wabi-sabi ? Check anders Wikipedia maar even, om daar heuglijk vast te stellen dat volgens deze Japanse esthetiek de schoonheid van alles (en iedereen) in het imperfecte, incomplete en vergankelijke ligt. Surf daarna verder naar www.kayudesign.com en ontdek dat u met een bamboezonnebril van Kayu, gemaakt volgens de principes van wabi-sabi, niet alleen een strak hebbeding in huis haalt, maar ook nog eens een goed doel steunt.

Simpele pasvorm, comfortabel, en sexy wit : meer moet een marcelleke voor ons niet zijn. Als het ook nog eens 100 procent organisch gemaakt werd, ergens in het herderlijk klinkende Österlen (Zweden), dan zijn we helemaal overtuigd. The White Briefs, gespecialiseerd in de meest elementaire kleding : ondergoed, in de puurste kleur : wit, doet dit najaar zijn intrede op de Belgische markt en wordt onder meer verkocht bij Hunting and Collecting, of via hun e-shop.

Info: www.thewhitebriefs.com

“We hadden het met duizend woorden kunnen zeggen, in plaats daarvan vonden we hét perfecte”, zo kondigde het Italiaanse label Freddy onlangs, na 34 jaar, aan dat ze een slagzin hadden bedacht: slounge. Als combinatie van sport en loungewear, staat slounge voor een stemming (en kledingstijl) die veelzijdigheid voorschrijft. Helemaal in overeenstemming met de slow living-beweging typeert het label zich “als een herder, geen schaap”. Trendsetter dus, geen meeloper. Dat de slogan er nu pas komt, zien ze bij Freddy eerder als een natuurlijke evolutie, geen revolutie. “De vergelijking met slowfood past helemaal bij Freddy”, zegt oprichter Carlo Freddi. “Slowfood betekent niet dat je vier uur lang aan tafel zit. Wel dat je eet met je verstand. Zeker na crisisperiodes hebben we de neiging weer bewuster, en gezonder, voor onszelf te kiezen.”

Info: www.freddytheclub.com

Breng het comfort van textiel en het speelse van illustraties samen op het internet, en je krijgt www.envelop.eu: een onlineplatform (made in Belgium !) waar illustratoren hun grafisch werk kunnen verkopen op draagtassen, kussenslopen en andere katoenen items. Alle creaties bestaan slechts digitaal, tot er een bestelling plaatsvindt. Envelop is, met andere woorden, een onlineshop waar nooit stock bestaat. Nooit overschot, geen verspilling van materialen. Dát is pas ecovriendelijk.

Info: www.envelop.be

Van 1 september tot 9 oktober kun je in Antwerpen naar de tweede editie van Pop-Up#2, georganiseerd door het Antwerps collectief Atelier Solarshop. In de tijdelijke winkel worden kunst, design, mode en juwelen gepresenteerd van internationale designers. Zéér slow fashion is de collectie van Belg Jan-Jan Van Essche, getiteld Yukkuri. Japans voor ‘langzaam, rustig aan’. Van Essche studeerde in 2003 af aan de Antwerpse Modeacademie, fabriceert al zijn stuks in België én nummert ze individueel.

Info: www.ateliersolarshop.be

Wat krijg je als een Japanse ontwerpster in de ban geraakt van linnen uit Kortrijk ? Antwoord : het Japanse kledinglabel Vlas Blomme, opgericht in 2007 en gemaakt uit linnen van de Kortrijkse vlasspinnerij Jos Vanneste. Toen ontwerpster Yoriko Sakurama zich verdiepte in de geschiedenis van linnen, ontdekte ze het unieke karakter van onze vlasindustrie. “Waarom wordt in de katoenindustrie gesproken over Egyptisch of Peruviaans katoen, maar ontbreekt de bron in de linnenindustrie ?”, zegt ze. Prompt besloot het team van Vlas Blomme om Kortrijks linnen te importeren, dat ze aanvullen met natuurlijke vezels als wol en zo natuurlijk mogelijk kleuren. Vlas Blomme wordt niet in België verkocht. Wel bij Dover Street Market in Londen, of Merci en L’Eclaireur in Parijs. Misschien kan Sonja Noël het label naar Brussel toveren ?

Info: www.a-j-p.co.jp

Halleluja ! Sonja Noël, oprichtster van de gerenommeerde boetiek Stijl in de Dansaertstraat, verdiepte zich in het rijzende aanbod groene modeontwerpers en besloot hen onderdak te geven in haar nieuwe boetiek Halleluja, op de Brusselse Nieuwe Graanmarkt 6. “Ecologie is voor heel wat jonge ontwerpers even belangrijk als creativiteit en kwaliteit”, zegt Noël. “Eerst was het een trend, nu is het een levensstijl geworden.” Noël ging op groene modebeurzen speuren naar moderne mode van een nieuwe generatie ontwerpers die 1) organische of gerecycleerde materialen gebruikt, 2) stoffen niet chemisch bewerkt, en 3) zo lokaal mogelijk produceert. Het resultaat: jonge labels, voor hem en haar, als Goodone, Christopher Reaburn of Reetaus. “De prijzen zullen wat lager liggen dan bij Stijl. Vanaf vijftig euro vind je hier al een mooi gemaakt T-shirt.”

Info: www.halleluja-shop.be

6. Multifunctioneel

Een kledingstuk met meer dan één draagwijze, dat is pas budgetvoordelig en ecologisch. Braziliaan Gustavo Lins, architect van opleiding, bedenkt sinds 2003 ingenieuze mode die binnenstebuiten draagbaar is.

Hoe kwam u op dat multifunctionele idee ?

Gustavo Lins : Oorspronkelijk voor mijn mannencollectie. Mannen zijn economisch. Ze willen twee jassen voor de prijs van één. Daarna heb ik die techniek ook in mijn vrouwencollectie verwerkt. Dat is de architect in mij die zich uitleeft.

Hebben uw stuks dan een handleiding nodig om gedragen te kunnen worden ?

Dat denk ik niet. Klanten die mijn kleding kopen bij boetiek Stijl in Brussel, staan open voor experiment. Eigenlijk hou ik van simpele ideeën. Momenteel ben ik in de ban van het surrealisme. De buitenkant van een kledingstuk oogt neutraal, de binnenkant extravagant. Te veel kleren in je kleerkast doen pijn aan je ogen. En zijn niet goed voor het milieu.

Dat doet ons denken aan het nummer ‘Diamonds on the inside’ van Ben Harper.

Dat is het helemaal. Het vraagt tijd om iemands binnenste te leren kennen. Kleren zeggen alvast iets over hun drager, zelfs een simpel T-shirt. De binnenkant van een stuk geeft extra info prijs. Mijn aanpak en logo, een omgekeerde T, staan voor een volwassen, uitgebalanceerde stijl. Elk van mijn stuks moet vijf, zes, zeven seizoenen draagbaar zijn. Ik ontwerp één kleerkast, winter en zomer gemixt. Ik heb nog gewerkt voor Martin Margiela (die sinds zijn vertrek niet langer de ontwerper van zijn label is). Hij is, van de voorbije 25 jaar, het grootste voorbeeld van slow fashion. Hij was compleet, in zijn esthetiek, management en business. (EL)

Info : www.gustavolins.com

7. Tijdloos vakmanschap

Luxemerken moeten in moeilijke tijden al eens hun prijskaartje verdedigen, en doen dat soms door hun ervaren ambachtsmannen in de kijker te zetten. Letterlijk, door hen een hoofdrol te geven in advertentiecampagnes bijvoorbeeld. Of door hen op een reusachtig beeldscherm te projecteren, zoals Dolce & Gabbana deden tijdens hun recentste winterdefilé in Milaan. Mode is teamwerk, geen enkele grote ontwerper zal beweren de klus alleen te klaren. Marc Jacobs mag als ontwerper van Louis Vuitton dan wel alle lof ontvangen, dit jaar eert het Franse huis zijn ‘meer dan 150 jaar vakmanschap’ met een savoir-fairecampagne waarin de artisans centraal staan. Giorgio Armani pakt dit najaar dan weer uit met advertenties die niet alleen strakke, nieuwe (en tegelijk retro-) brilmonturen tonen, in de making-ofbeelden krijgt ook de ambachtsman zijn plaats in de spotlights.

(EL)

8. Traag en lokaal

G een ontwerper die de link tussen slow fashion en slow food zo helder weet te formuleren als Stephan Schneider, deDuitser die in 1994 afstudeerde aan de Antwerpse Mode-academie en zich in ’t stad vestigde. “Er wordt steeds meer belang gehecht aan kwaliteit en degelijkheid in onze voeding. In de jaren tachtig kwam ons eten nog van over de hele wereld, en diezelfde tendens was de voorbije jaren ook gangbaar in de mode. Maar stilaan groeit de interesse voor kleine modehuizen die lokaal produceren. Net als onze liefde voor een klein restaurant. Ik voel bij mijn klanten dat continuïteit, mooie motieven en stoffen belangrijker zijn dan wisselende trends. De consument wil ook niet verrast worden door een scheut balsamico over zijn biefstuk. Al mijn stoffabrikanten zijn op maximum anderhalf uur rijden verwijderd. Goede ateliers vinden, dichtbij, is heel moeilijk. Ze worden steeds kleiner, dat vraagt een goede voorbereiding en wederzijds respect.” (EL)

-Info: www.stephanschneider.be

Op 300 meter van Schneiders boetiek in de Reyndersstraat, ligt boetiek Ave van Annick Vandecappelle, in de Lombardenstraat. De oud-styliste van onder meer Flair en dit eigenste blad verkoopt er naast labels als Hache en Lalou-Dandine ook haar eigen ontwerpen. Die maakt ze zelf, in haar atelier verderop. “Ik koop tien meter stof, maak daar een paar modellen uit, en op is op”, zegt Vandecappelle. Haar succesformule : sobere stuks, kennis van wat (iets) oudere vrouwen willen, én haar stylistenhart, dat maar al te graag advies geeft. (EL)

Info: www.ave-couture.com

Maureen Declercq zat in de klas van 1996 aan de Mode-academie en geeft ondertussen zelf les aan de school. In 2009 lanceerde ze haar eigen collectie jurken, die je nergens anders vindt dan in haar eigen knusse showroom op het Antwerpse Zuid. Het concept is simpel : na een (vrijblijvende) afspraak worden verschillende modellen gepast in haar showroom, daarna wordt je jurk gemaakt, en twee weken later kun je ze afhalen. (EL)

Info: www.maureendeclercq.be

Door Elke Lahousse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content