KOEN FILLET

Koen Fillet/Linda Asselbergs

Ken je ze, Linda, die dagen van diepe mijmerzucht ? Onbestemde ongelukkigheid, moeilijk te verklaren en nog moeilijker te bestrijden ? Af en toe overvalt het me, dat vage verdriet. Wellicht niet toevallig op een vrije dag midden in de week, met het verlaten huis helemaal voor mij alleen en een oceaan van tijd die zich voor me uitstrekt. Te veel leegte is niet goed.

Ik heb nochtans weerstand geboden. De haard aansteken leek een goed begin. De kilte verjagen, dat zou toch moeten helpen ? Het werd er alleen maar erger op : staren in het vuur brengt niets voort dan somberte.

Ik maakte koffie en gunde mezelf een scheutje room erbij. Het hielp niet. De krant sprak van onheil van Brussel tot Birma, nog klammig van de motregen buiten. Halfelf al, en nog geen woord gesproken.

Ik braadde een konijntje en deed een poging om de dankbaarheid van de thuiskomers straks te voorvoelen. Het hielp niet. Ik zette de dampkap bewust niét aan. Nee, laat de braadgeur het hele huis maar innemen. Het aroma van laurier, boter, bier en kweepeer – het betrof een experimenteel recept, honing was er ook bij – daar kan mijn weemoed toch niet bestand tegen zijn ? Dus wel. Het heeft allemaal niet geholpen.

En die Nick Drake deed er ook geen goed aan . “A black eyed dog, he called at my door. A black eyed dog, he knew my name.” De Dood, Linda, de Dood, denkt ge ’t ook niet ? Er knalde een merel tegen het raam en bleef trillend liggen op de stenen.

Zou het toch die volle maan geweest zijn ? Ik geloof daar niet in. Tarotkaarten, Tibetaanse klankschalen, halfedelstenen, homeopathische druppeltjes en volle manen, ik moet het niet weten. Maar ze stond er wel, de maan. Tot ver in de dag.

Had ik eierstokken, ik stak het daarop.

Linda asselbergs

Ai, Koen, nu heb je mij goed liggen. Zeveren en flauwekul verkopen kan ik als de beste, in mijn ziel laten kijken, dat is wat anders. Maar daarin ligt nu eenmaal de uitdaging van een dubbelcolumn, dat je schrijfpartner je in gebieden lokt waar je je uit eigen beweging niet zou begeven.

Of ik ze ken, dagen van diepe mijmerzucht ? Op het gevaar af je teleur te stellen : nee. Jammer wellicht, als ik lees dat melancholie bij sommige individuen tot konijn in experimentele saus leidt. Niet dat ik doorlopend het zonnetje in huis ben, maar toch : door de bank genomen ben ik een opgeruimd mens. Sta ik ’s morgens enigszins bedrukt op, dan heb ik daar een bonafide reden voor. Een reden die ik na de ochtendboterham meestal vergeten ben. Wat ik wel goed kan, is nevelig voor me uit staren. Maar dat is geen melancholie, dat is gebrek aan inspiratie.

Makkelijk zat, zul je denken, zo’n doorlopend spic&spanhumeur. Maar daar vergis je je, beste Koen. Lijders aan een onbestemd mal de vivre bijvoorbeeld werkt zoiets geweldig op de zenuwen. “Wat klink jij vrolijk”, zegt zo iemand als je iets te enthousiast de telefoon opneemt. Met een licht verwijtende ondertoon, omdat je wel heel simpel moet zijn om in deze boze wereld een reden tot blijheid te vinden. Herinner je je die ouderwetse rode melkblikjes van Carnation ? ” From contented cows”, stond daar vroeger op. Een slogan waar ik mijzelf moeiteloos in terugvind. En contente koetjes schrijven geen meesterwerken. Aangepastheid zet niet aan tot Kunst.

Een hond met zwarte ogen die mijn naam kent ? Doodgaan, ja, dat kan de beste overkomen. Liever later dan vroeger natuurlijk. Wat ik mij de laatste tijd wel eens afvraag, is of ik het zal doorhebben. Dat ik dood aan het gaan ben, bedoel ik. Optimist als ik ben denk ik wellicht dat het maar om te lachen is, dat ik straks toch weer wakker schiet. De pijp uit voor ik er erg in heb, ik wil ervoor tekenen. En die eierstokken, Koen, daar zullen we het later nog wel eens over hebben. In deze tweewekelijkse brievencolumn buigen Linda Asselbergs van Weekend Knack en Radio 1-journalist Koen Fillet zich over prangende kwesties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content