LEVENSVERHAAL

© Fred Debrock

Op een dag staat de wereld van Thomas Vanderbeke stil. Zijn vrouw heeft zichzelf en twee van hun drie kinderen het leven ontnomen. Twee jaar later vertelt hij hoe hij de wereld weer liet draaien, langzaam. De voormalige zaakvoerder van een laarzenbedrijf gooide zijn leven om en werd groenspecialist.

Het gezin Vanderbeke woont in een doodlopende straat, ergens verstopt in de Vlaamse Ardennen. In een architecturaal topwerk op een plek waar je dat niet verwacht. Het huis zweeft in de lucht, bestaat voor de helft uit glas en wordt omringd door de weidsheid van de Vlaamse Ardennen. In de verste verte is er geen levende ziel te bespeuren, er zijn alleen de Kwaremont en de Koppenberg.

Een droom van een huis, een droom van een gezin. “Met een perfecte vrouw en drie schatten van kinderen”, vertelt Thomas (35). Hanne (°2010), Floris (°2012) en Toon (°2014). Alle drie gezond geboren. Hanne het rustpunt, en de jongens speelvogels. Thomas haalt foto’s boven van Lene en de kinderen, foto’s die getuigen van voorbij geluk. Hij straalt rust uit, ondanks de tragiek die zijn leven compleet overhoophaalde.

BARSTEN IN HET PLAATJE

Aan de muur in de woonruimte hangt een geschilderde boom met blaadjes van gebakken klei, waarop de vingerafdrukken staan van alle mensen die aanwezig waren op de afscheidswake. Onder de boom staat de minitractor geparkeerd van Floris, de middelste van de drie kinderen. “Hij is nu vier jaar”, zegt Thomas. “Op het moment van de wanhoopsdaad was hij gelukkig niet thuis. Hij herinnert zich nog vaag zijn broer en zus, en zijn mama, maar hij was te klein om het allemaal echt te beseffen. Daar ben ik blij om.”

Ze hadden het soort gezin waar mensen jaloers op kunnen zijn, maar er zaten barsten in het perfecte plaatje. “Mijn vrouw Lene wilde alles té perfect doen”, zegt hij. “Tot in de kleinste details. Hoe zij voor onze kinderen zorgde : geen vrouw doet haar dat na. Ze had een enorm verantwoordelijkheidsbesef. Ze was thuis de oudste van vier, wilde altijd voor iedereen zorgen.”

Net die extreme zorgdrang zou uiteindelijk tot het drama leiden. Toon, de jongste van de drie, was een huilbaby. Zijn mama wilde dat begrijpen en oplossen. Ze ging er te hard in op. Het gezin zocht dokters op, Lene ging parttime werken. Niets hielp. Ze zag een probleem waar er eigenlijk geen was en dat werd steeds groter in haar hoofd. “Ze werd verteerd door schuldgevoel en dacht dat ze faalde als mama. ‘Heb ik iets verkeerd gedaan?’ ‘Ligt het aan zijn voeding?’ Dat soort vragen spookte door haar hoofd”, herinnert Thomas zich. Het ging een eigen leven leiden en op een bepaald moment zag ze geen uitweg meer. We denken dat het in een vlaag van verstandsverbijstering gebeurde. Dat kon je uit alles afleiden, zelfs uit de afscheidswoorden die ze snel op een post-it krabbelde. Waarschijnlijk geschreven tussen het overlijden van de kinderen en haar zelfdoding. Haar stoppen zijn doorgeslagen. Ze zou onze kinderen nooit iets aandoen. Ik weet zeker dat ze niet besefte wat ze deed.”

HET PERFECTE MOEDERSCHAP

De wereld van Thomas stond stil toen hij onverwacht zijn partner en twee kinderen verloor. Hij ging praten en praten om het drama te verwerken en zijn verhaal kwijt te kunnen. Hij belde kennissen die ook iemand verloren hadden of met zelfmoord geconfronteerd werden. “Je leest dat soms in de krant. Dan sla je de bladzijde om en lees je iets anders. Je denkt dat het jou nooit zal overkomen. In andere milieus gebeurt dat misschien. Bij mensen die een moeilijke jeugd hebben gehad, of een trauma opliepen. Maar toch niet bij jezelf ? ”

Hij heeft haar nooit iets verweten, is zelfs niet kwaad geweest. “Ze ging ten onder aan iets wat ze zelf niet kon controleren. Hoeveel vrouwen worstelen niet met Het Perfecte Moederschap ? Onze maatschappij is zo veeleisend geworden. Daardoor krijg je als individu sneller het idee dat je faalt. Je omgeving verwacht dat perfecte gezin. Er is zoveel druk… Niet iedereen kan daarmee om.”

Hij denkt erover zijn ervaringen te delen in lezingen voor kersverse moeders. Hij wil gezinnen laten inzien dat ze de lat niet zo hoog moeten leggen. Dat het iedereen onverwacht kan overkomen. “Ik zou met plezier honderd spreekbeurten geven als ik daarmee één gezinsdrama kan voorkomen.” Als je hem hoort praten, sta je stil bij je eigen wereld. De muizenissen waar je gisteren nog verdrietig over was, en hoe ze verzinken bij een drama als dit. De strijdvaardigheid waarmee hij heeft opgebokst tegen de pijn en het verdriet, geeft hoop. Dat je zelfs na het grootste drama altijd weer overeind kunt krabbelen. “De mens kan incasseren en weer opstaan”, zegt hij. “Ik bekijk het leven opnieuw positief. Ik heb tussen mijn drieëntwintigste en drieëndertigste een fantastische vrouw gekend. De rest van mijn leven ligt nog open, ik laat het niet hypothekeren door wat ik heb meegemaakt. Ik probeer te respecteren wat mijn vrouw deed. Ik kader het in het grotere geheel van haar sterke persoonlijkheid.”

ANDERE RICHTING UIT

Na het drama ging hij op reis. Een sabbatjaar, met reizen naar Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland. Zijn zoon werd goed opgevangen bij familie, en bijgestaan door een psychologe, terwijl Thomas aan de andere kant van de planeet de donkerste maanden van het noordelijk halfrond vermeed. Sporten, tot rust komen, zijn hoofd leegmaken, mensen ontmoeten en praten over het leven. “Mijn wereld stond stil en ik heb hem langzaam weer laten draaien. Het zijn niet de slimste of de sterkste mensen die overleven, maar zij die zich het beste kunnen aanpassen aan veranderingen.”

Het sabbatjaar gaf hem inzichten met verregaande gevolgen. “Ik had dat jaar nodig om te beseffen wat mijn echte bestemming op deze planeet is.” Thomas stond aan het hoofd van Bekina, een familiebedrijf met honderd werknemers. Een laarzenproducent, door zijn grootvader opgericht in 1962. Hij gaf de dagelijkse leiding van het bedrijf aan anderen, stapte uit de ratrace en leeft nu veel minder hectisch. “Een familiebedrijf is tegelijk een vloek en een zegen. Er wordt een pad voor je uitgestippeld en dat kan handig zijn als je dat pad op wilt. Maar het is niet evident als je een andere richting in gedachten hebt.”

“Een familiebedrijf vergt een groot engagement en dat trok ik na het drama niet meer. Ik wil leuke dingen doen met Floris, een nieuw gezinsleven opbouwen, een partner ontmoeten.” Hij ging zijn droom achterna : de liefde voor het bos die in zijn DNA zit. Zijn grootvader plantte in zijn leven drieduizend populieren en Thomas zorgde in zijn vrije tijd voor de bomen van de familie, en plantte er zelf nog meer.

Vandaag is hij fulltime ‘groenpatrimoniumbeheerder’. “Ik wilde niet bij de pakken blijven zitten, ik wilde iets ondernemen.” Negen maanden geleden startte hij zijn eigen bedrijf, Veritage. “Ik draag zorg voor de bossen, bomen en planten in iemands portefeuille, net zoals een private bankier dat doet voor je beleggingen, of een syndicus voor je vastgoed. Investeren in een bos, grote tuin, landschap of bedrijfsgroen daar komt veel bij kijken.” Over bomen bestaan veel misvattingen, zegt hij. “Ik zie voertuigen van tuinaanleggers en daar staat dan in grote letters op : ‘aanleg van opritten’, ‘maaien van gazons’, ‘boomchirurg’. Dat kan natuurlijk niet. Je kunt niet uitblinken in én opritten én onderhoud van bomen. Dat zijn aparte vakken. Ook bij vele steden en gemeenten ontbreekt het inzicht. Als je een boom in een stadscentrum plant, haal je hem uit zijn natuurlijke habitat. Een boom hoort thuis in een bos, tussen andere bomen. Een marktplein is een andere context, dat vergt meer en andere zorg. Ik zie bomen soms letterlijk wegkwijnen. Mensen planten een boom en gaan ervan uit dat die vanzelf mooi wordt.”

BOMEN ALS GETUIGEN

Hij volgt een opleiding tot European tree technician, een van de weinigen in België. Veel mensen willen iets doen voor de natuur, maar hebben geen idee waar te beginnen. “Er zijn meer subsidies voor bosgroei dan je zou denken”, weet Thomas. “Een bos hoeft je in feite geen geld te kosten. En het hout kan ook opbrengen, alleen moet je wat geduld oefenen. Als je bijvoorbeeld een weide hebt van een hectare, dan kun je daar een paard op laten grazen en krijg je elk jaar vijfhonderd euro huurgeld. Plant je er bomen op, dan moet je langer wachten op je inkomsten. Maar in afwachting heb je wel een eigen bos ! Je kunt daarin verdwalen, geuren opsnuiven en inspiratie opdoen. En je doet met je bos iets goeds voor natuur en maatschappij.”

Hij straalt geluk uit als hij begint te vertellen over bomen. Alsof ze hem kracht geven en voeden. “Zodra de bladeren een gesloten bladerdek vormen, is het voor mij een bos”, legt hij uit. “Dat kan al na vijf jaar. Het mooie aan de natuur is dat ze zo dynamisch is. Het is een constant proces van groei en verandering. Sommige bomen krijgen de bovenhand, andere verdwijnen naar de achtergrond. De bladeren bewegen, de takken kraken. In het voorjaar kunnen er plots boshyacinten opduiken, ook al heb je ze daar niet geplant.”

Bomen zijn altijd stille getuigen geweest van zijn leven. Hij trouwde met Lene midden in een eeuwenoud beukenbos, aan het einde van een rode loper tussen de bomen. Hij nam ook afscheid van haar tussen bomen. Ze hielden een wake, in de Vlaamse Ardennen, met start aan de Waaienberg langs een pad vol kaarsen. “Het was een vreemde dag, volstrekt windstil. Er bewoog geen enkel blad. Een dag later stormde het en waaiden alle tenten weg.”

Het was ook bij een linde dat hij Floris vertelde over het heengaan van mama. “De allereerste boom die Lene me cadeau had gedaan. Ik ging daaronder zitten, met Floris op mijn benen. Ik legde hem uit dat ook in de mooiste bomen vogeltjes komen te sterven. De boom vergeet hen nooit maar maakt door verder te groeien plaats voor andere vogeltjes.”

veritage.be

Wie dringend hulp zoekt, kan terecht op de zelfmoordlijn 1813

Tekst Veerle Helsen & Foto’s Fred Debrock

“Het zijn niet de slimsten of de sterksten die overleven, maar zij die zich het beste kunnen aanpassen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content