De Sede, de Rolls-Royce van de lederen zitmeubels, maakt een scherpe bocht. Een nieuwe CEO en gastdesigners moeten het oerdegelijke merk een eigentijdser imago geven.

Door Thijs Demeulemeester

De eerste afspraak met het ‘nieuwe’ de Sede : de meubelbeurs van Keulen die deze week plaatsvindt. Daar presenteert het Zwitserse merk het resultaat van zijn allereerste samenwerking met Philippe Bestenheider. Jawel, dat is de Zwitser die vorig jaar in Milaan de op honingraten geïnspireerde Lui 5- en Lui 6-stoelen voor Fratelli Boffi presenteerde. En hij is ook de man die daar uitpakte met zijn opgemerkte Bintareeks voor Moroso : Afrikaans geïnspireerde stoelen overtrokken met felle Dutch Wax-stof.

Voor de Sede houdt de veelgevraagde ontwerper zich wat in. De klassieke Zwitserse degelijkheid waar het ledermeubelmerk al sinds 1965 prat op gaat, mag hij niet in één keer van tafel vegen. Ook de zorg voor detail, handmatige afwerking en de beste materialen, waar de Sede voor bekend is, moesten voor Bestenheider topprioriteit blijven. Wij kregen alvast deze making-offoto van de gloednieuwe DS-315-armstoel, waarvan de stoere, handgenaaide lederen naad meteen in het oog springt. Voorts lanceert de Sede op de meubelbeurs een nieuw bedrijfsmagazine én enkele heruitgaven van klassieke Robert Haussmann-ontwerpen, in de stijl van Mies van der Rohe. Een veilige keuze in deze crisistijden. Het siert de Sede dat het graag traditie en tijdloze klasse met innovatie en hedendaagse flair wil vermengen.

Durf

De nieuwe wind binnen het bedrijf komt van Alice Stümcke, CEO sinds 1 juli 2008. Zij vervangt de flamboyante Zwitserse Belg Hans-Peter Fässler, die voor de firma werkte sinds hij in 1987 geheadhunt werd. Daarvoor had hij zich al in de kijker gewerkt aan het hoofd van multinationals als Mitsui & Co, Playtex en Matchbox. Die twee laatste bedrijven haalden hem als wonderboy binnen om hun slabakkende business te redden van de ondergang. Fässler slaagde daar wonderwel in. En in 1993 kon hij het zieltogende de Sede overkopen na een indrukwekkend staaltje blufpoker bij zijn kredietverlenende banken. “Ik kan maar één ding : aan het hoofd staan. Voor al de rest ben ik waarschijnlijk te dom. Ik wil de dirigent zijn. Van mijn bedrijf én van mijn eigen leven”, vertelde hij ons nog vier jaar geleden. Loze woorden, want eind 2007 verkocht hij het bedrijf toch door aan de Zwitserse durfkapitaalgroep Capvis.

Met Stümcke herhaalt de geschiedenis zich een beetje voor de Sede. Zij sluit qua profiel goed aan bij Fässler en lijkt dan ook een perfect gecaste opvolgster : ze heeft relevante ervaring aan de top in de marketing-, consultancy- en reclamewereld. En ze moet voor de firma nieuwe markten aanboren, meer innovatie introduceren en de omzet nog doen stijgen. Die bedraagt momenteel om en bij de 100 miljoen euro. Het aantal verkooppunten staat op 3000 in meer dan 100 landen, en de personeelsteller klokt af op 250.

Vijftig jaar geleden had niemand durven denken dat de Sede ooit zo groot zou worden. Oorspronkelijk was het een familiaal gerund zadelatelier in Klingnau, een Zwitsers dorpje vlakbij de Duitse grens. Hun ambachtelijke aanpak en knowhow in hoogwaardige ledersoorten kwamen goed van pas voor de productie van kantoor- en thuismeubilair. Vanaf de jaren zeventig groeide de internationale renommée van de firma snel. Sedert 2000 heeft de Sede ook twee zustermerken in de portefeuille, die zich eveneens op het topsegment van de zetelindustrie richten : Hans Kaufeld en Frank Sitzmöbel. Ook die twee bedrijven maken oerdegelijk en comfortabel, maar relatief onhip meubilair. Met uitzondering van enkele legendarische modellen uit de seventies, zoals de modulaire DS-600 en het zitterras DS-1025, is de Sede nooit echt hypertrendy geweest. Misschien kan men het tij nu keren ?

Info : www.desede.ch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content