Als kind zat ik een maand naast Picasso. Ik beleefde dit prachtige avontuur op het strand van Juan-les-Pins. Er zat een man met twee kinderen, die tekende met zijn vinger in het zand : hij was het. Ik genoot van de soepelheid waarmee hij werkte. Onder de middag ging hij in Vallauris potten beschilderen. We zagen er hoe hij in een handomdraai corrida’s penseelde. Zijn durf is me altijd bijgebleven.

Ook ik schilder er graag op los. Ik ben niet bang om iets te veranderen of helemaal opnieuw te beginnen. Ik herinner me dat ik als kind een kostbaar tekenblok kreeg maar er niets mee durfde aan te vangen. Pas toen ik op oude kranten en karton ging schilderen was het hek van de dam. Ik hou van arme materialen : lukt het niet, dan gooi je ze gewoon weg.

Creƫren is iets mysterieus. Als iets af is, denk je aan het volgende. Niet dat ik dan onbevredigd ben. Ik ben trouwens niet geboren voor het ongeluk. Ooit zei iemand me dat ik geen groot kunstenaar zou worden omdat ik niet ongelukkig genoeg ben. Misschien is dat zo, maar ik ben genereus en enthousiast.

Ik kon tekenen voordat ik kon lopen. En als ik in een akelige hotelkamer verblijf, ga ik snel kranten beschilderen om ze overal op te hangen. Zo voel ik me er wat thuis.

Wie mijn werk kent, weet dat ik aan horror vacui lijd :ik beschilder alles. Soms is het goed dat iemand roept : stop ! Door mijn enthousiasme word ik alleen moe van niets te doen. Verveling ken ik niet. Ook op reis schilder ik. Als een vergadering te lang duurt, begin ik te tekenen.

Ik hou van steden met groen en ruimte, zoals Rome of VenetiĆ«. Maar New York is voor mij ‘champagne’ : daar stap je niet, maar dans je door de straten. Ook Parijs inspireert me op deze manier.

Verzamelen heb ik nooit echt gedaan, maar ik koop wel graag. Sommige mensen nemen mij mee om kunstwerken te zoeken, ze gebruiken mijn ‘oog’. Zelf heb ik weinig nodig. Ik koop alleen boeken die ik voor mijn werk gebruik, bijvoorbeeld over architectuur of keramiek.

Zonder muziek kan ik niet leven. Ik hou van Chopin en Satie, maar niet de hele dag. Ik verdraag geen achtergrondmuziek. Is er muziek, dan wil ik echt luisteren. Ik werk snel en vlot, maar hou ook van traagheid. Zeker als ik naar muziek luister of tafel. Je mag niet te veel activiteiten mengen.

Uiteraard inspireren kunstenaars mij. Zo boeit Mariano Fortuny mij al jaren. Ik vond het geweldig toen de museumdirecteur van het Palazzo Fortuny in Venetiƫ mij vroeg om een tentoonstelling te bouwen. Fortuny had net als Warhol een soort Factory, waar kunstenaars samenwerkten. Dat is uitzonderlijk. Artiesten zijn meestal einzelgƤngers.

Ik ben niet vast te prikken op ƩƩn stijl of periode. De achttiende eeuw vind ik natuurlijk bijzonder inspirerend, omdat er zoveel textiel werd gebruikt en daar ben ik gek op. Maar kunstenaars maken geen cesuur tussen heden en verleden. Wie zelf creƫert, bekijkt veel dingen anders.

Creatie kan de wereld veranderen, denk ik. Alleen jammer dat mensen nu minder zelf maken. Ze kopen wat elders wordt vervaardigd. Vroeger moest je zelfs je eigen muziek maken. Dat is dan ook een beetje de boodschap achter mijn expo : ik wil de bezoekers aanzetten tot schrijven, tekenen of schilderen. Ik hoop dat mijn enthousiasme hen de energie geeft om iets te creƫren. Dat zou mooi zijn.

Isabelle de Borchgrave (61) bouwde in de States en in het Verre Oosten een carriĆØre uit als ontwerpster van zowel textiel, papier als keramiek en werkt voor vermaarde huizen als Designers Guild, Gien, Villeroy & Boch en sinds kort ook het Amerikaanse Target. Nu brengt ze onder de titel ‘Een wereld van papier, Isabelle de Borchgrave ontmoet Mariano Fortuny’ een hommagetentoonstelling in het Palazzo Fortuny inVenetiĆ«, van 5 maart tot 20 juli.

www.museiciviciveneziani.it

Door Piet Swimberghe / Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content