Annemie Struyf dompelde zich voor de tv-serie ‘In godsnaam’ negen weken onder in kloosters, synagogen, ashrams en moskeeën, op zoek naar de antwoorden die wereldgodsdiensten bieden op de grote levensvragen, telkens in het gezelschap van een bekeerde Vlaming.

We gaan in 2010 naar een grotere nadruk op religie en spiritualiteit dan in 2009 al gebeurde. Meer mensen van wie dat niet direct verwacht werd, maken in 2010 bekend dat spiritualiteit voor hen belangrijker is geworden”, aldus de Nederlandse trendwatcher Adjiedj Bakas. En kijk : 2010 is nauwelijks begonnen en de eerste voorspelling gaat al in vervulling. Eén blik op het campagnebeeld van In godsnaam – Annemie Struyf te midden van 26 Brechtse trappistinnen – zegt genoeg : religie is terug van weggeweest.

We hadden niet meteen een tante nonneke in u gezien.

Annemie Struyf : Religie heeft me altijd al gefascineerd. Pas op : ik beschouw mezelf niet als godsdienstig. Ik ben katholiek opgevoed, heb zelfs braaf mijn plechtige communie gedaan, maar heb dan zoals velen van mijn generatie de godsdienst overboord gegooid in mijn puberteit. Religie was dood, weet je wel. Toen ik voor mijn werk de wereld rondtrok, realiseerde ik me plots dat dat plaatje niet helemaal klopte. Overal waar ik kwam – of dat nu Noord- of Zuid-Amerika, Azië of Afrika was – bleek religie springlevend. Zelfs in Polen, Italië of Portugal speelt godsdienst een belangrijke rol. Overal dus, behalve in een klein stukje West-Europa, dat beweert dat religie voorbij is. En nu zie je dat religie ook hier aan een opmars bezig is, mensen gaan weer op zoek naar meer zingeving. Het gat dat de katholieke kerk heeft achtergelaten wordt ingenomen door andere godsdiensten. Een aantal jaar geleden had ik dit programma al eens voorgesteld, maar kreeg ik alleen maar “O nee, nee, nee” te horen. En nu kan het wel op Eén. De tijd is er rijp voor.

U gaat wel op zoek naar de extreme vormen van religie. Het slotklooster in Brecht, waar zusters al meer dan vijftig jaar afgesloten van de wereld leven, is niet bepaald hét gezicht van het katholicisme.

Er bestaat dan ook niet zoiets als hét gezicht van een godsdienst. Een religie kan verschillende vormen aannemen – dat is net een van de conclusies van In godsnaam. Mij fascineerde vooral wat mensen ertoe aanzet om zo’n radicale keuze in hun leven te maken. Wat bezielt een Vlaams meisje van negentien om zich te bekeren tot de islam ? Waarom trekt een jonge gast van hier naar Japan om in een zenboeddhistisch klooster als bedelmonnik te leven ? Hoe kom je als net bekeerde jood in een Israëlische nederzetting terecht, die dag en nacht bewaakt moet worden om je veiligheid te garanderen ? Dát waren de vragen die mij dreven.

U gaat de gevoelige thema’s daarbij niet uit de weg. Al in de eerste aflevering over Al Minara, een bekeerlingenorganisatie van Vlaamse meisjes en vrouwen die zich tot de islam bekeren, kom je op – en dan drukken we ons zacht uit – gevoelig terrein.

Ik hou mijn hart vast voor wat sommige afleveringen gaan teweegbrengen. Zeker de islam is een heikel thema om een reportage over te maken. Het enige wat ik kon doen was er onbevangen naartoe trekken. En wat ik ontdekt heb, is dat de gevoeligheden die de laatste jaren de actualiteit beheersen – de hoofddoeken en laatst nog de minaretten – er eigenlijk niet toe doen. Dat zijn gewoon uiterlijke kentekens die wijzen op een toenemende aanwezigheid van moslims. Wat veel meer van belang is, is wat er zich in de hoofden afspeelt. Hoe zien de relaties tussen man en vrouw eruit ? Welke ideeën krijgen de kinderen mee ? Welke opvattingen worden er doorgegeven ? En daar ben ik wel van geschrokken. Ik heb dikwijls met open mond staan luisteren naar de verhalen in Al Minara. Als ik hoor dat Vlaamse meisjes – heel gewone meisjes – op de dag dat ze hun man leren kennen, afspreken om te trouwen en tien dagen later niet eens op hun eigen religieus huwelijk aanwezig zijn, dan sta ik ervan versteld dat dat in ons land kan gebeuren. Dan schrik ik. Trouwen met de handschoen : dat was een praktijk die ik van de middeleeuwen kende, niet iets dat hier en nu nog gebeurt.

Vreest u niet dat zo’n reportage vooral koren op de molen is van de rechterzijde ?

Ik vind het essentieel om dat te tonen. Als ik ergens onbevangen naartoe ga, en ik ontdek dat, dan kunnen wij het ons toch niet permitteren om onze ogen te blijven sluiten voor wat er gebeurt uit angst voor rechts ? Ik ga mezelf niet censureren. “Annemie, niemand gaat u dat in dank afnemen”, heb ik vaak te horen gekregen. De moslimgemeenschap wil dat soort verhalen liever niet naar buiten laten komen, terwijl de progressieven zullen vinden dat ik in de kaart van het Vlaams Belang speel. Maar weet je, het is niet mijn bedoeling een definitief oordeel over een godsdienst te vellen : ik wil alleen maar laten zien. En ik vind dat je dan alles moet vertellen. Ik ben dan ook heel blij dat er ook een andere reportage over de islam bij zit, waarin die godsdienst ook zijn zachte gezicht laat zien. Ik heb een vrouw in Senegal opgezocht die met een polygame man getrouwd is, en daar zie je hoe de islam een heel ander gedaante kan aannemen in de lossere Afrikaanse cultuur. Dat wil ik óók vertellen.

Want ik heb het net al gezegd : als ik één ding geleerd heb met In godsnaam, is het dat godsdienst niet één gezicht heeft. Alles hangt af van de context en de cultuur. Religie is plaats- en tijdsgebonden. Er bestaat niet zoiets als dé islam, net zoals hét boeddhisme niet bestaat. Het zenboeddhisme in Japan is een keiharde godsdienst, waarin monniken acht tot twintig uur per dag stokstijf stilzitten en al hun gedachten proberen te bannen, terwijl het boeddhisme van de Dalai Lama dat ik in Hoei heb gevonden net een heel zachte religie was. Het katholicisme van de jaren vijftig, de hoogdagen van het slotklooster, is ook een heel andere religie dan het katholicisme nu. Eén en dezelfde religie kan zacht en hard zijn, fundamentalistisch of net heel open. Soms grenzend aan de waanzin, dan weer vol mededogen. En dat vind ik het boeiende aan In godsnaam : dat ik al die gezichten heb ontdekt. Vaak op heel andere plaatsen dan ik had verwacht. Waar ik wijsheid verwachtte, kwam ik de waanzin tegen. En waar ik de waanzin verwachtte, kwam ik wijsheid tegen.

Welk van die negen gezichten heeft de diepste indruk op u gemaakt ?

Wie me misschien het meest verbaasd hebben, waren de nonnen in het slotklooster. Ik had verwacht totaal wereldvreemde wezens aan te treffen, die hun band met de realiteit verloren waren. Vijftig of zestig jaar vrijwillig opgesloten worden : dat heeft iets zielig, dacht ik. Terwijl ik daar net ongelooflijk alerte, open en ruimdenkende vrouwen heb aangetroffen. Met veel van die zusters kon ik opener praten dan met sommige mensen uit mijn eigen milieu en leefwereld. Daar zijn mijn ogen echt opengegaan. Een van die zusters was ongeveer even oud als ik, en ik kon alles aan haar vragen. Wat als God niet bestaat ? Wat als heel je leven een illusie is geweest ? Ze gaf daar zulke wijze antwoorden op, dat ik mij schaamde om mijn aanvankelijke arrogantie. Dat was een goed mens die op een oprechte manier op zoek was naar de zin van het leven. De manier waarop vind ik soms moeilijk om te begrijpen, maar ik wil er ook geen oordeel over vellen. Want doen wij het uiteindelijk zoveel beter met onze cultuur van het materiële ? Ik denk het niet.

Niet overwogen om alsnog in te treden ?

Dat niet meteen. Ik blijf agnost. Er zit iets in me dat me niet toelaat om zo’n leven te leiden. Want ik moet wel zeggen… ( wikt haar woorden) van die hele zoektocht naar godsdiensten ben ik zelf niet godsdienstiger geworden. Ergens was dit ook mijn persoonlijke zoektocht naar zingeving, maar ik heb geen godsdienst gevonden waarvan ik zeg : die heeft hét. Het antwoord op wat de zin is, waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan. Ik zeg het ook in de trailer van de reeks : “Ik snap er eigenlijk hoe langer hoe minder van.” Misschien is dat wel mijn uiteindelijke conclusie. Religie : het blijft iets ongrijpbaars.

In godsnaam loopt vanaf 25 januari op Eén.

Door Geert Zagers – Foto Lieve Blancquaert

“In Noord- en Zuid-Amerika, Azië en Afrika is religie springlevend. Overal dus, behalve in dit kleine stukje West-Europa.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content