Ghost designers: ontwerpen in de schaduw voor internationale luxehuizen en modeketens

© .

Het concept ghostwriter is algemeen bekend, maar kent u de ghost designer al? Steeds meer ontwerpers studeren met vlag en wimpel af maar worden nooit een bekend gezicht. Ze werken in de luwte voor internationale luxehuizen of modeketens.

Je kunt geen modehuis opnoemen of er werken alumni van onze Belgische modeacademies. Patrick Van Ommeslaeghe (Antwerpse Mode-academie) startte ooit een eigen collectie op. Daarna ging hij achter de schermen werken bij verschillende modehuizen. Hij kan beschouwd worden als een van de bekendste Belgische serial ghost designers. Zo was hij jarenlang de rechterhand van Raf Simons bij Jil Sander, werkte hij voor Nehera en voor Ann Demeulemeester en was hij consultant voor JW Anderson. ‘Het aangename van deze job is dat je als ghost designer op een heel hoog niveau kunt werken, zonder al de beslommeringen’, zegt Patrick Van Ommeslaeghe. Meer details over zijn vroegere broodheren wil hij niet kwijt.

Lagerfeld gunt zijn medewerkers ook hun moment van glorie. Zo liet hij Sébastien Jondeau uit de schaduw treden via een capsulecollectie die zijn naam draagt

Het is typerend voor ghost designers: ze zijn even discreet als de butler van de Britse Queen. Vaak is hun stilzwijgen ook contractueel vastgelegd. Een designer die de interne keuken van een modehuis naar buiten brengt, riskeert zijn job. Off the record komen soms frustraties naar boven, van ontwerpers die zich jarenlang uitgesloofd hebben voor hun creatieve directeur en daarna in de kou blijven staan wanneer de sterdesigner de overstap maakt naar een ander modehuis. Of ontwerpers van commerciële merken die hun meest boeiende creaties nooit in productie zien gaan omdat de verkoopafdeling gaat voor de gemakkelijke, risicoloze stukken. Kortom, het is een job die veel flexibiliteit, nederigheid en incasseringsvermogen vergt.

Zonder kapsones

Lang niet elke academiestudent is in de wieg gelegd om een eigen modehuis op te starten. Het zijn witte raven die creatief, zakelijk én organisatorisch talent weten te combineren en daarbovenop een sterke financiële basis hebben. Het huidige economische klimaat is er ook niet naar om out of the blue een collectie op te starten. Steeds meer academiestudenten zoeken daarom een job binnen het creatief team van een modehuis.

Ghost designers: ontwerpen in de schaduw voor internationale luxehuizen en modeketens
© .

Zo is het ontwerpteam van Caroline Biss samengesteld uit alumni van de Antwerpse Modeacademie, van La Cambre, maar ook van buitenlandse academies uit Oostenrijk en Zuid-Afrika. Ann-Christine Bouckaert, derde generatie van dit Belgische familiebedrijf, leidt al jarenlang het creatief team. ‘Het is belangrijk dat het onderling klikt tussen de stylisten en dat ze complementair zijn zodat ze elkaar versterken. We hebben echt wel teamspelers nodig omdat alle elementen uit de collectie op één lijn moeten liggen. Toch krijgen onze ontwerpers ook de ruimte om te experimenteren. Wanneer een stylist overtuigd is van een creatief idee dat niet gedeeld wordt door de anderen, dan mag hij ervoor gaan. De omvang van onze collectie laat immers toe om er ook meer gedurfde stukken aan toe te voegen die doorgaans minder commercieel zijn. Door te experimenteren, verleggen we onze grenzen en blijven we evolueren.

We communiceren nooit naar buiten toe rond namen van designers omdat we vinden dat elke schakel binnen het team belangrijk is. Als we enkel onze stylisten een podium geven, doen we onze andere mensen oneer aan. De meeste stylisten blijven heel lang bij ons. Doordat we groeien, kunnen we ons team geleidelijk uitbreiden met jonge mensen zodat we een mix hebben van generaties. Zo blijven we toekomstproof.’ Ook bij Xandres worden geen namen van ontwerpers doorgegeven. ‘Afgestudeerden van de Belgische modeacademies kunnen bij ons aan de slag zodra ze vijf jaar ervaring hebben’, zegt Tine Naessens, woordvoerder van Xandres. ‘De modeopleidingen in België zijn volgens ons te academisch zodat studenten onvoldoende voorbereid zijn om te creëren voor een merk met een eigen DNA.’

Ghost designers: ontwerpen in de schaduw voor internationale luxehuizen en modeketens
© .

Creatieve kameleon

Anne-Marie Loos, die in 1992 afstudeerde aan de Antwerpse Academie, heeft alle niveaus van de mode doorlopen. Ze begon haar carrière bij Walter Van Beirendonck, werkte tien jaar als head of design bij JBC en besloot enkele jaren geleden om freelance designer te worden, eerst bij Hampton Bays en Xandres, nu ontwerpt ze voor Gigue. ‘Elke job als ontwerper heeft zijn uitdagingen en beperkingen’, zegt Anne-Marie Loos. ‘Bij Walter werkte ik samen met Wim Neels en met grafisch designer Paul Boudens. Walter tekende de schetsen, wij zorgden voor de kleurencombinaties en voerden alles uit. Tijdens de modeweken hielpen we ook de defilés te organiseren, dat is het leuke aan een kleinschalig team. Bij JBC tekende ik de eerste jaren samen met twee andere ontwerpers de collectie. Door de jaren heen is de job geëvolueerd: door de opkomst van ketens als Zara zijn we ook sneller gaan schakelen en werd het designteam sterk uitgebreid. Het voordeel van een keten is dat je, dankzij de eigen winkels, als ontwerper vlug feedback krijgt en dus ook vlotter kunt bijsturen. Bij merken die in multimerkenboetieks verkocht worden, zijn er meer tussenschakels en duurt het langer voor je weet wat werkt en wat niet. Mijn huidige job als freelance designer bevalt me enorm. De vrijheid die ik nu geniet, heeft echter ook een keerzijde: als freelancer ben je kwetsbaarder: je wordt elk seizoen geëvalueerd, met het risico dat je kunt afgerekend worden op tegenvallende verkoopcijfers. Werken voor een commercieel merk is een kwestie van een evenwicht zoeken tussen creativiteit en commercialiteit. Of ik als ghost designer de belangstelling mis? Nee, ik heb nooit de ambitie gehad om een eigen modehuis te runnen of om creatief directeur van een groot modehuis te worden. Ik vind de jobinhoud belangrijker dan de roem. Het is fijn om je als een kameleon telkens te kunnen inleven in het DNA van je opdrachtgever.’

Springplank naar de spotlights

Sommigen blijven hun carrière lang in de anonimiteit werken, voor anderen is een job als assistent-ontwerper een springplank naar de prestigieuze job van creatief directeur voor een groot modehuis. Anthony Vaccarello, alumnus van La Cambre, werkte twee jaar onder Karl Lagerfeld bij Fendi, om dan zijn eigen lijn te creëren, een job die hij combineerde met een job als ontwerper voor Versus. Hij ruilde zijn dubbelbaan dan in voor de topjob van creatief directeur bij Yves Saint Laurent. Demna Gvasalia, de Georgische oud-student van de Antwerpse Academie, heeft jarenlang voor Maison Martin Margiela gewerkt tot hij met een paar collega’s het gehypete ontwerperscollectief Vetements oprichtte. Kort nadien werd hij gebombardeerd tot artistiek directeur van Balenciaga. Natacha Ramsay-Levi, sinds kort creatief directeur bij Chloé, werkte jarenlang in de schaduw van Nicolas Ghesquière, eerst bij Balenciaga en later bij Louis Vuitton.

Sommigen beginnen ook een eigen, kleinschalige collectie nadat ze jaren achter de schermen van grote modehuizen gewerkt hebben. Zoals Spencer Phipps, die onlangs tijdens de mannenmodeweek zijn eerste eigen collectie voorstelde in Parijs. Deze ex-student aan de Parsons School of Design in New York startte zijn carrière bij Marc Jacobs en werkte daarna vijf seizoenen binnen het mannenteam van Dries Van Noten. Onder zijn aanwezigheid bracht Dries Van Noten de Marilyn Monroe-collectie uit. ‘Ik was de eerste Amerikaan, zeg maar de cowboy, in het team van Dries Van Noten’, lacht hij. ‘Ik heb er veel geleerd en ik hoop dat ik ook iets heb kunnen bijdragen. Wat mij opviel, was de bescheidenheid die zo eigen is aan het huis Dries Van Noten. De belangrijkste boodschap die ik onthouden heb, is dat je met een duidelijke visie en een ongelooflijke passie ver kunt komen.’

Ghost designer Anne-Marie Loos: ‘Of ik de belangstelling mis? Nee, ik vind de jobinhoud belangrijker dan de roem

In veel internationale modehuizen is er een groot verloop, wat vooral te maken heeft met het feit dat hoofdontwerpers met de regelmaat van de klok komen en gaan. Waar de hoofdontwerper lang blijft, of in de onafhankelijke modehuizen, is het creatief team ook stabieler. Bij Karl Lagerfeld bijvoorbeeld is er een vaste kern die al jarenlang voor hem werkt. ‘Meneer Lagerfeld is heel loyaal, met als resultaat dat zijn medewerkers dat ook zijn’, zegt zijn woordvoerder Jonathan Moscatelli. Lagerfeld gunt zijn medewerkers ook hun moment van glorie. Zo liet hij dit seizoen zijn persoonlijke assistent Sébastien Jondeau uit de schaduw treden via een capsulecollectie die zijn naam draagt. Jondeau is 20 jaar geleden bij Lagerfeld begonnen als piepjong manusje-van-alles en is stilaan geëvolueerd tot Karl Lagerfelds persoonlijke assistent die hem altijd en overal vergezelt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content