“Als ik beroemd ben, moet jij me komen interviewen.” Mijn frêle blonde tafeldame klapwiekt met haar valse wimpers en straalt me een glimlach toe waarmee je diamant kunt klieven. Ze heeft net een rolletje gespeeld in The Killers met Ashton Kutcher en Katherine Heigl, als één van de killers nog wel. “Slinging guns, kicking ass, you know.” Ter verduidelijking : ik bevind mij in Hollywood, op een galadiner in Sunset Towers ter ere van de aankomende ster Zoe Saldana. Hollywood dat zo sterk lijkt op een parodie van het Hollywood uit de films dat ik voortdurend een brede grijns moet onderdrukken.

Sunset Towers op Sunset Boulevard is een Hollywood landmark, zoals dat heet. Liz Taylor en Marilyn Monroe plachten er te pitten, gangster Bugsy Siegel had er een bookmakerskantoortje, Frank Sinatra betrok er een appartement boven dat van Ava Gardner. Mijn suite in hedendaagse art-decostijl ziet eruit alsof er zo meteen een reclamespotje voor Vuitton of Rolex zal worden opgenomen. Met die suite is er maar één ding mis : ikzelf. Vrouwen met gezwollen enkels horen hier niet huis, al helemaal niet als ze gehuld zijn in een XXL T-shirt van Air Canada. Canada, meer bepaald Toronto, is waar mijn eigenzinnige rode valiesje zich naar verluidt bevindt, in plaats van mij gewillig vergezeld te hebben naar LA. Een hereniging is nakend, maar voorlopig beperken mijn aardse bezittingen zich tot een overlevingskit van de nationale Canadese luchtvaartmaatschappij, met een zuinig pakje waspoeder toe. Vandaar dat ik op dit diner enigszins uit de toon val, in een zomer- in plaats van een cocktailjurk, met haar in plaats van een kapsel, en schoenen uit de afdeling comfort shoes in plaats van de stiletto’s met naaldhakken van vijftien centimeter waarop de vrouwen zich hier plegen voort te bewegen, met kuitspieren als strakgespannen kabels tot gevolg.

En nee, ik ben geen boeiend gezelschap voor mijn tafelgenoten. Geen tijd voor sprankelende conversatie, ik heb het te druk met om mij heen te kijken. Dat kranige oude mannetje in een blauwe blazer ? Verrek als dat Burt Bacharach niet is. En die bleke schoonheid met de blote schouders daar, dat is toch dinges, hoe heet ze ook weer, uit de Twilight Saga… Geweldig ook hoe je elkaar in Tinseltown begroet. Je spreidt je armen uit en valt elkaar om de hals, alsof minstens één van de twee onlangs een vliegtuigramp overleefd heeft. Dan zet je een stap achteruit en kijkt elkaar met open mond aan : “Aw my Gawd, you look awesome !” Eten is er bij zo’n diner niet bij. Hoogstens prik je een blaadje sla van je bord en schuift dat dan gedecideerd van je weg. Ik ben de enige aan tafel die haar bistecca fiorentina integraal naar binnen vorkt. Bij mijn staatsieportret voor een kunstig gedrapeerd gordijn moet ik dan ook geweldig hard mijn buik intrekken. Ik plaats één voet voor de andere, draai mijn schouder naar de camera, ga voor een glimlach waarmee je galstenen kunt verpulveren. Maar iets zegt me dat deze foto niet in Vanity Fair komt.

– Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content