Een halve dag en een nacht on the road met The Van Jets : wat zou ons dat bijbrengen over het leven van de 25-jarige rockmuzikant ? Dat hij wel eens een boek over Karl Marx leest, foute liedjes zingt in de toerbus en opvallend nuchter in het leven staat. Nu ja, vóór het optreden toch : “Remember guys, de whiskyfles gaat pas open na het concert.”

Of ik de nieuwe roadie ben, wil Johannes Verschaeve weten. Nog voor ik kan tegensputteren, duwt de zanger en eerstaanwezend songschrijver van The Van Jets mij een versterker in de handen. “Zet maar links achteraan in de van.”

Precies vijf minuten geleden ben ik de Music Alley binnengestommeld, het tochtige pand in de Gentse Kaarderijstraat waar The Van Jets een repetitiekot betrekken, en ik loop al met monitoren, basdrums en flight cases te zeulen. Straks wordt van hieruit koers gezet richting Manjerock, een weinig glamoureus indoorfestival in het West-Vlaamse Heestert, en dus moet zowat de helft van alle instrumenten en geluidsapparatuur in de toerbus geladen worden. De helft, want The Van Jets delen hun repetitieruimte, een kruiphol van amper drie bij vier meter, met een andere groep. Terwijl gitarist Wolf en bassist Free over een zoekgeraakte microfoon kibbelen, valt mijn oog op een naaktkalender – ‘Die hing hier al !’ – en een kartonnen pancarte : Johannes, de rode oogschaduwheld. Ook over de aberrante maquillage van Johannes zal later op de avond nog uitvoerig gekibbeld worden.

do it yourself

Met z’n tienen wringen we ons in de van, die volgens het verhuurbedrijf voor maximaal acht passagiers is toegerust. Zullen ons de komende twaalf uur vergezellen : tourmanager en designated driver Boris, roadie Pieter-Paul, geluidstechnicus Bart Vincent – bekend van Thou – en een zekere Tine, die instaat voor de merchandising en de rest van de avond plagerig als ‘merch girl’ zal aangesproken worden. Nadat drummer Mich, broer van Johannes en de enige single van de groep, zich edelmoedig heeft opgeofferd om merch girl Tine op schoot te nemen, hobbelt het busje de Kaarderijstraat uit om even later de E17 op te draaien.

Aan gespreksonderwerpen geen gebrek in de van. Voetbal- en wielerwedstrijden worden becommentarieerd, Fenderbassen worden afgewogen tegen Gibsons, tips over eBaykoopjes doen de ronde en de nieuwe single van dEUS zorgt voor hoogoplopende discussies : één derde is voor, één derde tegen en één derde blijft onbeslist. Om de gemoederen enigszins te bedaren, besluit uw dienaar de recente huldiging van Tom Barman in het Vlaams Parlement in herinnering te brengen en in het bijzonder de speech van Marleen Vanderpoorten, die zowaar van een heuse dEUS-generatie gewaagde. Of de jongens van The Van Jets zich aangesproken voelen, wil ik weten.

“Niet echt,” zegt Johannes. “Louter muzikaal hebben we ons nooit aan dEUS gespiegeld. Aan geen enkele Belgische band trouwens.” Heeft dEUS dan niet het pad geëffend voor de generatie rockers die vandaag furore maakt in binnen- en buitenland ? Wolf nuanceert : “Dankzij een groep als dEUS zijn we Belgische muziek eindelijk als evenwaardig gaan beschouwen. Dat zij in België én internationaal konden doorbreken met een redelijk alternatief repertoire heeft veel mensen de ogen geopend : het grote publiek zowel als aspirant-muzikanten. Mensen zijn gaan beseffen dat een Belgische groep niet per definitie ondergeschikt hoeft te zijn aan Britse of Amerikaanse groepen. Wij, als beginnende muzikanten, hebben ons kunnen optrekken aan het voorbeeld dat dEUS heeft gesteld, namelijk dat je in dit land serieus kunt worden genomen én succesvol kunt zijn tegelijk. Dat wil nog niet zeggen dat de huidige generatie het makkelijker heeft dan de vorige. Het blijft evengoed knokken.”

“Al was het maar omdat we in een economisch veel ongunstiger klimaat leven,” vult Mich aan. “Ik weet van Stijn Meuris dat hij, in de week nadat Noordkaap de Rock Rally had gewonnen, zowat tweemaal daags met muziekbonzen ging tafelen om over een platendeal te onderhandelen. Wij hebben na onze overwinning niet één platencontract die naam waardig aangeboden gekregen.”

Dat The Van Jets – en met hen vele andere Belgische acts, zoals Mintzkov, Milow en The Germans – volop teruggrijpen naar de aloude Do It Yourself-aanpak is dus niet louter door ideologische motieven ingegeven ? ” Bah nein, hie,” reageert Johannes. “Als we, zoals zoveel groepen tien jaar geleden, een vette deal konden sluiten waarbij een platenfirma een smak geld op tafel legt en ons tóch artistieke onafhankelijkheid gunt : we zouden geen seconde twijfelen. Maar in zo’n luxesituatie verkeert haast geen enkele ‘alternatieve’ groep meer. Bij een major moet je renderen of opkrassen.”

Nog een opvallend verschil met de voorgaande generatie : alle vier combineren ze The Van Jets met een job, studies of allebei. Typeert dát misschien hun generatie ? Dat ze niet voluit kiezen voor het kunstenaarschap en er naast de muziek ook een ‘serieus’ leven op nahouden ? “We zijn wel ambitieus,” zegt Mich. “Maar we zijn ook nuchter en realistisch genoeg om niet meteen alles op de muziek in te zetten.” Johannes beaamt : “Ik denk dat ik voor onze hele generatie mag spreken als ik zeg dat we meer met onze voeten op de grond staan en niet met ons hoofd in de wolken leven. Al betekent dat ook dat onze generatie minder idealen heeft en minder geëngageerd is. Wellicht omdat we veel verworvenheden, zoals de emancipatie van vrouwen en homo’s, als evident beschouwen. Terwijl onze ouders nog vaak overcompenseren in hun benadering van taboebeladen onderwerpen.”

anderhalve tiet

“Wij maken in ieder geval geen muziek om de wereld te verbeteren,” vult Mich aan. “We doen het gewoon voor de wuven. Nee serieus, we worden gedreven door onze passie voor muziek en niets anders.”

Aan wuven nochtans geen gebrek in Heestert. Wanneer we de parking van Zaal Malpertus oprijden, horen we ze krijsen tot in de toerbus. Het is halfacht, maar te oordelen naar de collateral damage in de backstage hebben de zeven lokale groepen die het publiek op The Van Jets moeten voorbereiden er al flink huisgehouden. Als onbetwiste head- liner van het minifestival beschikken de Gentse Oostendenaars gelukkig over een eigen backstageruimte, al is de organisatie wél vergeten die van een elektrisch vuur te voorzien. Even wordt overwogen om de heteluchtoven van een losstaand fornuis aan te wenden als alternatieve hittebron, maar algauw groeit de consensus dat de voorraad bier, witte wijn en whisky ruimschoots volstaat om de koude tegen te gaan.

The Van Jets staan pas om elf uur geprogrammeerd. Tijd genoeg dus om de inwendige mens te versterken. De drankvoorraad slinkt zienderogen, alleen de fles Jameson blijft onaangeroerd. Band policy, zo blijkt : “Vroeger vlogen we vóór het optreden al in de whisky”, verduidelijkt Free. “Maar een paar slechte ervaringen later weten we wel beter.”

Nadat de groep een geïmproviseerd avondmaal heeft naar binnen geschrokt – noedels met kip – gaat elk zijns weegs op zoek naar ‘some pre-show entertainment’. Johannes, die een maand geleden bij een fietsongeluk zijn pols heeft gekneusd, besluit een neef annex kinesist op te zoeken die op amper tweehonderd meter hiervandaan zijn praktijk heeft. Gitaarspelen met een gehavende pols is geen pretje, maar speciaal voor dit optreden heeft Johannes tijdens de repetities zijn pols een beetje gespaard. “Je zou beter wat minder snokken,” lacht Free, die in een hoek van de gymzaal met een ab coach ligt te worstelen. Helemaal de slappe lach krijgt hij wanneer een machine pulsen door Johannes’ pols stuurt en zijn middelvinger onwillekeurig op- en neer wipt als maakte hij het bekende fuck you-gebaar.

Helpen doet het anders wel, want eenmaal terug in Zaal Malpertus beslist Johannes met herwonnen enthousiasme de snaren van zijn gitaar te vervangen en een podiumoutfit samen te stellen. Het truitje dat hij vanochtend op een rommelmarkt heeft gekocht en waarin hij vanavond op het podium wil verschijnen, wordt op gemengde gevoelens onthaald. Free vindt de gouden strepen iets te gay om goed te zijn, Mich oordeelt dat het niemendalletje te veel navel bloot laat en merkt en passant op dat zijn broer nu echt wel begint te overdrijven met zijn eyeliner. “Je bent precies Cleopatra, vint.”

Het optreden nadert. Wolf en Mich zijn de temperatuur in de zaal gaan opmeten en die ligt behoorlijk hoog. “Een sauna vol murw gezopen veertienjarigen,” waarschuwt Mich. Of ze beseffen dat ze vanavond spelen voor een publiek dat later wel eens als The Van Jets-generatie zou kunnen bekendstaan ? Er wordt gegniffeld. “Weet je waar de jeugd van tegenwoordig last van heeft ?” kraait Johannes terwijl hij van broek wisselt. “Dat er te veel keuzes zijn. Het is zoals Tim Vanhamel zingt op zijn soloplaat : ‘Too many choices, too many things to chose from’. En wat ik ook fascinerend vind : dat al die achttien- tot twintigjarigen nooit een wereld zonder mobiele telefonie of internet hebben gekend.” “En dus ook geen wereld zónder onbeperkte toegang tot porno,” preciseert Free. “Als wij vroeger een halve tiet zagen passeren in een clip op MTV, keken we gegarandeerd twee uur verder. Tegenwoordig vinden ze een halve tiet er minstens anderhalve te weinig.”

Het piemelmoment

We kunnen Free alleen maar gelijk geven als we even later tijdens het optreden allerlei handen ongestraft in de blouses van crowdsurfende meisjes zien verdwijnen. Hoewel de akoestiek in Zaal Malpertus zwaar te wensen overlaat, geven The Van Jets het dronken maar overenthousiaste publiek waar het recht op heeft : een motherfucker van een concert. Achteraf staan de jongens in de koude backstage letterlijk na te stomen. De fles whisky wordt geopend, rookwaren gaan van hand tot hand, er worden heroïsche herinneringen opgehaald aan bandleden die ooit in slaap vielen op een Canadees toilet of om onduidelijke redenen slaag kregen van de security, en Johannes leest tot drie keer toe een fragment voor uit een boek over Karl Marx.

Tourmanager en chauffeur Boris moet al zijn overredingskracht aanspreken om de jongens weer naar de van te lokken. “Als we nu vertrekken,” belooft hij, “zet ik jullie nog allemaal af in de Video.” Met een afterparty in hun stamcafé in het vooruitzicht en tot het besef gekomen dat het bier, de wijn én de whisky in de backstage van Zaal Malpertus ten enenmale zijn opgezopen, besluiten The Van Jets zich dan toch in de tourbus te hijsen. Waarop zich precies het scenario afspeelt dat Boris ons bij aanvang van onze trip al had voorspeld. The Van Jets die in het busje het oeuvre van Britney Spears, Andrea Bocelli, Roxette en Bon Jovi door de mangel halen. The Van Jets die onderweg stoppen in een tankstation om snoeprepen in te slaan, Playboys te doorbladeren en op vuilnisbakken te dansen. The Van Jets die het oeuvre van nóg foutere sujetten als Marco Borsato, Paul Severs, The Levellers en – zogezegd om uw dienaar te plezieren – The Knack door de mangel halen. The Van Jets die iets minder georganiseerd dan tien uur geleden de tourbus uitladen. En, tot slot, The Van Jets die om vier uur ’s ochtends de Video binnenwaaien.

Anderhalf uur later, wanneer de jongens eindelijk besluiten huiswaarts te keren, vragen we aan Boris of de voorbije twaalf uren ons een representatief beeld van The Van Jets hebben gegeven. “Absoluut ! Alleen het piemelmoment ontbrak.” Het wát ? “Het piemelmoment. Normaal gezien haalt de roadie minstens één keer zijn lul tevoorschijn. Maar met een fotograaf van Weekend Knack op vinkenslag heeft hij vandaag klaarblijkelijk van die traditie afgezien.”

En blij toe.

www.thevanjets.be

Door Vincent Byloo I Foto’s Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content