Actrice`

Ik was drie toen ik al de hele speelplaats animeerde. Ik zong een liedje en leerde de andere kinderen de bijbehorende danspasjes. Graag spelen heeft er dus altijd in gezeten. Mijn moeder acteert bij het amateurgezelschap Streven, mijn papa is operazanger, maar ik betwijfel of dat zoveel invloed had op mijn beroepskeuze. Mijn eerste avondje opera was trouwens een teleurstelling. Toen mijn vader zijn eerste aria aanhief en ik prompt wilde meezingen, mocht dat niet van mama.

Nauwelijks 17, recht van de nonnenschool, deed ik mijn ingangsexamen aan Studio Herman Teirlinck. In een maillot bracht ik een stukje Electra. De dag voordien had ik mosselen gegeten en die waren mij niet bekomen. Omdat ik me zo slecht voelde, kon het examen me weinig schelen en had ik geen last van zenuwen. Na afloop zei toenmalig directeur Fons Goris : ‘Je bent nog wel wat groen.’ Mijn repliek : ‘Wat wil je ? Ik heb slechte mosselen gegeten.’ Ik maak me sterk dat ik net door die reactie tot de school toegelaten ben.

Eigenlijk ben ik heel verlegen. Ik ben wat blij dat ik altijd in een rol het podium op kan. Ik zou er nooit als mezelf kunnen staan.

Ik sta meer stil bij mijn verantwoordelijkheid sinds ik moeder werd, nu zes jaar geleden. Als actrice moet je, zonder de politieke toer op te gaan, in de maatschappij prikken, zoals we nu doen met de serie 180. Soaps zijn zo’n verkwisting. A is verliefd op B, over méér gaat het niet. We moeten de mensen niet enkel doen lachen en huilen, maar hen ook doen nadenken.

Jonge acteurs zijn tegenwoordig snel opgebrand. Op de set van Matroesjka’s kom ik gastacteurs tegen die zeggen : ‘Na dit ben ik werkloos. Mijn agenda voor volgend seizoen is nog leeg.’ Toen ik begon, kon je nog in vaste gezelschappen terecht. Daarom zet ik nu een eigen productie op. Meneer Ibrahim en de Bloemen van de Koran, naar het gelijknamige boek van Eric-Emmanuel Schmitt, gaat over hoe verschillende culturen kunnen samenleven.

‘Religie is een manier van leven’, zegt Schmitt. Hij raakt in zijn boeken alle godsdiensten aan, zonder te oordelen. Vriendschap moet de religies en culturen kunnen overstijgen. Wat niet wegneemt dat de discussie, mét respect, moet blijven bestaan. Ik moet er openlijk voor kunnen uitkomen dat in mijn ogen moslimvrouwen onderdrukt worden.

Ik geloof in het niets. En dat geeft mij de rust om met een open blik rond te kunnen kijken. Enkele naasten zijn intussen gestorven. Dan besef je : één knip en het leven is weg. Alleen de herinneringen blijven over.

Onze cultuur is te weinig met de dood bezig. Momenteel praten we daar vaak over, vermits we binnenkort met NTGent De Koning Sterft brengen. Ik merk dan dat bij veel mensen het verdriet overheerst als ze iemand verliezen. Ik ben dankbaar voor wat ik kan beleven in vreugde én in pijn. Pijn helpt je jezelf te ontwikkelen.

Je hebt méér aan geven dan aan nemen. In relaties kun je niemand bezitten. Door liefde te geven, kun je je heel rijk voelen. Ik merk dat bij mijn vriend : als we elkaar loslaten, kunnen we onszelf zijn. Ik moest eerst door een leerproces om dat in te zien, hoor. Vroeger werd ik verlamd door de angst om me te binden.

Pas recentelijk ontdekte ik de mogelijkheden van mijn stem. Mensen wezen me er al lang op dat ik een mooie stem heb, maar door verhalen en documentaires in te spreken, weet ik pas wat ik ermee kan doen. De grootste eyeopener was een project met de bevriende muzikant Karel Van Marcke : een unieke mix van fusion en spoken word. We speelden live op de Gentse Feesten, zonder te repeteren. De muzikanten en ik, we pikken op elkaar in. Met zo’n orkest achter je, ben je verplicht om alle laden open te trekken.

Hilde Heijnen (42) speelt de hoofdrol – de alleenstaande moeder Gina Willems – in de serie ‘180’, vanaf 21 april op alle regionale zenders te zien. Samen met levensgezel Alain Pringels regisseert ze ook ‘Meneer Ibrahim en de Bloemen van de Koran’ : première op 9 mei in De Centrale in Gent (info : www.hildeheijnen.be).

Door Peter Van Dyck / Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content