De Maas zette geschiedenis af op zijn oevers en bedrijvigheid, daar in het zuidelijkste puntje van Nederland. En de Maastrichtenaren beoefenen de kunst van het goede leven, tussen monumenten, shoppingstraatjes, mergelgrotten en een heuse berg van wel honderd meter hoog.

“Laten we de Mosae Trajectum nemen”, moeten de Romeinen hebben gedacht bij het plannen van hun trip naar onze streken. Wisten zij veel dat ze aan die vaak doorwaadbare plek van de Maas de basis zouden leggen voor wat nu de gezelligste stad van Nederland genoemd mag worden. Het maakt Maastricht meteen ook tot een van de oudste steden van het land, met als overtuigend bewijs de millennia oude brugfundamenten op enkele stappen van de huidige Sint-Servaasbrug over de Maas.

“Alsjeblieft mijnheer, en nog een heerlijke dag voor u”, lacht de guitige blondine met parelwitte tanden. Eén blik op het stadsplannetje dat ik van deze vriendelijke hotelbediende toegestopt krijg, zegt al veel over de evolutie en bewogen geschiedenis van de zuidelijkste stad van onze noorderburen. Restanten van concentrische walconstructies, daarbinnen een wirwar van knusse steegjes, pleintjes en smalle straten die een verwantschap met onze bourgondische, katholieke cultuur ademen. De goed georganiseerde, sobere strakheid van de modernere buitenwijken verwijst dan weer naar het calvinistische Holland.

De jonge universiteit, met campussen her en der in de stad, trekt samen met een paar Europese instellingen een internationaal jong volkje. Maar ook vanuit heel Nederland stromen jongeren hierheen, antwoordend op de lokroep van het vleugje exotisme dicht bij huis. Net zoals Lennart (27) en zijn gezellin, zangeres Saskia Voorbach (23), zijn ook zij afkomstig van de koelere, noordelijke steden. “Hier vinden we de zuiderse vakantiesfeer die je anders alleen op reis tegenkomt”, zegt Saskia. “Alles draait hier om levenskwaliteit. Kijk alleen al naar de hoeveelheid horecazaken : het lijken er wel evenveel als in de rest van Nederland”, voegt ze eraan toe, nippend aan haar Chileense chardonnay.

Tijdreizen

“Alvast niet op Vrijburg”, antwoordt Lennart Monaster op mijn vraag waar ik de stad het best begin te verkennen. De jonge acteur is duidelijk geen grote liefhebber van het grote plein omringd door toeristencafés. Vermoedelijk ooit onder handen genomen door een ambitieuze stadsarchitect, is het nu een lege open ruimte waar de zon (of de regen) genadeloos hard op je neerslaat. “Het enige wat dit plein laat vollopen, zijn kermissen en populaire optredens”, voegt Lennart er met het nodige misprijzen aan toe. Het is een atypische plek in de oude stadskern, vanwaaruit talrijke schaduwrijke straatjes vertrekken.

Trapjes op, trekken de torens van de Sint-Servaasbasiliek en de Sint-Janskerk mijn aandacht. Vooral die laatste, de bloed-rode protestantse kerk, waar ooit stierenbloed tegenaan werd gesmeerd, is een blikvanger. Het spul blijkt erg kleurvast. Ooit waren deze twee buurkerken, met klooster, één geheel. Maar bij de ‘scheiding der religies’ hoort blijkbaar ook een verdeling van de inboedel. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en door mijn wimpers sta ik meteen ergens in de vijftiende eeuw. Achter de kerken zijn de oude straatjes dooraderd met talrijke gangen, afgeboord met oude gevels, inclusief kleurige luikjes en uitgesleten drempelstenen : net een uitstap in de tijdmachine.

We klimmen verder naar de rand van de stad en passeren talrijke kloosters. Een vreemd contrast met de zaakjes in de Brusselsestraat en Grote Gracht. Die zijn bezaaid met geestverruimende coffeeshops, afrokappers, kebabzaken en tattoo parlors. Een steegje brengt me op het Herdenkingsplein. Alweer een klooster met monumentale, gotische kerk. Ooit haast een ruïne, werd het Kruisherencomplex onder handen genomen door bekende architecten en designers, die er een designhotel in onderbrachten. Het resultaat is indrukwekkend en een ommetje waard, al is het maar om van een snelle cocktail te genieten in de hippe bar.

Big spender

Terug vanuit het Vrijthof duiken we met shoppingkoorts de Grote Staat in. De bekende ketens bombarderen de zintuigen met hun boodschappen, maar de leukere boetiekjes vind je in de zijstraten. Van kleine ontwerpers tot nationale ondergoedheldin Marlies Dekkers hebben hier een vitrine achter de historische gevels. Maastricht is een sfeervolle winkelstad die zelfs de meest rabiate antishopper zal kunnen verleiden met haar authen-tieke en sfeervolle buurt rond de Stockstraat. Nagenieten van je aankopen kan op een van de talrijke pleintjes en terrassen.

Neem de Servaasbrug en geniet van het uitzicht en de geur van de stroom. Als drukke verkeersader ligt de Maas altijd vol schepen en aken die grondstoffen vervoeren van en naar de grote industriezones verderop. Met een beetje geluk dwingt een hoger schip de logge brug omhoog. Door een ingenieus trappensysteem kan de voetganger blijven doorlopen op de open brug.

Op de oostelijke oever staan we in Wyck ( spreek uit ‘wiek’). Wycker Brugstraat en haar zijstraten zijn een verlengstuk van de shoppingbuurt die we net verlieten, al is het hier iets alternatiever, jonger en kunstzinniger. Dat is logisch, de wijk is recentelijk opgewaardeerd. Verken de rustige, maar toch veelzijdige Rechtstraat met in haar historische huizen aantrekkelijke interieurwinkels, designshops en antiquairs. Liefhebbers van de geur van oude boeken moeten eens gaan snuiven bij De Bovenste Plank.

Om de hoek is ijssalon Luna Rossa, de meest flashy tent van de stad. De ijsjes zijn flitsende kleurbommen, vast ook vanuit de ruimte waarneembaar.

Neem een sterke espresso in Coffee-lovers of duik in het al even trendy Café Zuid, met zijn unieke terras met uitzicht over een park en de Maas. Twee Michelinsterren verdiende de ploeg van Beluga, een hip toprestaurant aan de voet van de Hoge Brug, dat meteen de grens vormt met de nieuwe wijk Céramique.

Op de Hoge Brug hebben we een mooi uitzicht over de stad. De Servaasbrug herinnert, met een beetje fantasie, aan de Parijse Pont Neuf. Terug aan de oude kant staan we opnieuw aan de voet van een van de bewaarde omwallingen. Alweer kunnen we verdwalen in het cluster van hobbelige, verkeersvrije straten en stegen.

Netjes onderhouden bomen zijn voor Maastricht wat fonteinen aan Italiaanse steden toevoegen : leven en koelte in de zomer. In bijna elke straat en op de vele pleintjes die deze stad rijk is, vind je boompjes en aanplantingen. Ze maken de vaak schreeuwlelijke parasols overbodig. Het is een van die details die deze stad zo aangenaam maken. Maastricht heeft zijn menselijke schaal weten te bewaren. Alles ligt binnen wandelafstand en biedt bij elke stap een nieuwe verrassing. Zo is Maastricht Belgischer dan welke Belgische stad ook.

Tekst en foto’s Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content