Design anno 2007. We nemen langzamerhand afscheid van de art nouveau ‘nouveau’, en dat is geen moment te vroeg. Maar wat komt er in de plaats ? Sciencefiction en neosurrealisme.

Kitsch is nog steeds niet verboden (integendeel !), grappig design scoort, en België kan nog altijd geen grote designnatie worden genoemd. Dat is, in een notendop, wat we dit jaar hebben onthouden van de grote meubelbeurzen van Milaan, Parijs en Keulen.

De obsessie met gefacetteerde, door diamanten geïnspireerde vormen blijft duren, en wordt door sommige designers nog overdreven. Het resultaat grenst aan sciencefiction. De Buggybureaustoel van Konstantin Grcic voor Magis heeft iets van een futuristisch oorlogstuig, net als de lampen van Hani Rashid voor Zumtobel. We noemen de stijl Starwarsiaans. De jonge designers kiezen voor schots en scheef. Zoals de Nederlander Maarten Baas, wier kasten en tafels van massief hout van rechte hoeken zijn gestript. Ze lijken welhaast opgevist uit een antieke Walt Disneycartoon. De logica (of de tirannie, al naargelang) van de rechte lijn ligt ver achter ons.

De art nouveau nouveau, door Nederlandse designers als Tord Boontje gedomineerd, is stilaan op de terugweg – hoewel – en het ziet ernaar uit dat de komende jaren volledig in het teken zullen staan van een heruitgevonden surrealisme, het neosurrealisme zeg maar, net als art nouveau een stijl met Belgische wortels (waarover verder meer). Al voert de Spaanse, door Salvator Dalí geïnspireerde variant voorlopig de bovenhand (schitterend geïncarneerd door Jaime Hayon) en is het nog even wachten op nieuwe René Magrittes.

Sterkste fabrikant van het jaar ? Ongetwijfeld Established & Sons, dat in het hart van Milaan net als vorig jaar een redelijk enorme sportzaal afhuurde. Het Britse merk heeft in drie jaar tijd een enorme weg afgelegd. Bij de hits van 2007 : de Nektons, spierwitte miniatuurtafeltjes van Zaha Hadid die als puzzelstukken in elkaar passen ; een reeks tafels van Amanda Levete van architectenbureau Future Systems ; een welgekomen vervolg op het ogenschijnlijk simplistische Track Storage System van Mark Holmes (blankhouten kasten en tafels met verschuifbare deuren, rekken en bladen van witgelakt staal) ; en de Panoramic, een sofa van BarberOsgerby die op maat is gemaakt van de zeitgeist.

Het ooit ietwat achterop geraakte Poltrona Frau is tegenwoordig het absolute vlaggenschip van de groep met dezelfde naam (die ook merken als Cappellini, Cassina, Alias en Gebrüder Thonet verzamelt). De stijl van Frau ? Corporate chic. Of anders gezegd : stijlvol en gedegen, maar zonder veel risico’s. Het merk lijft dit jaar Peter Marino in. Die architect van menig luxehotel en dito boetiek ontwerpt voor het eerst een meubel in opdracht van een meubelfabrikant (gewoonlijk ontwerpt hij meubels in functie van zijn projecten). Er is in stricto sensu niets mis met zijn Linea A : een comfortabele, solide fauteuil die wonderwel past in bijvoorbeeld een advokatenpraktijk, maar veel meer valt er niet over te zeggen.

Dan liever de ontwerpen van Andrée Putman, de hoogbejaarde maar nog redelijk dynamische keizerin van het Franse design. Putman hielp in de seventies de hype te starten voor meubilair uit de jaren dertig en veertig. Haar nieuwe ontwerpen, waaronder een in leder gehuld beautytafeltje, ademen die sfeer uit : geraffineerd, nostalgisch, en vol kleine verrassingen. Geslaagd is ook de nieuwe stoel van de uitstekende Franse de-signer François Azambourg. Zijn Jockey is klassiek en modern tegelijk : een standaard.

Cassina, thans geabsorbeerd door de groep rond Poltrona Frau, zoekt een weg tussen de stijlen van zijn belangrijkste stalmaten : ietwat burgerlijk, rijk classicisme bij Frau, exuberant modernisme bij Cappellini. Cassina zit dus ergens tussenin, met opulent meubilair (strak en toch comfortabel) van Piero Lissoni (Cube, een modulaire bank), Rodolfo Dordoni (Boboli, een tafel met poten als golvende tentakels) en Philippe Starck (de collectie Privé, een reeks gepolsterde stoelen en banken in de traditie van Mies van der Rohes Barcelonameubilair). Cassina blijft daarnaast zijn heruitgaven van Le Corbusier verdedigen. Diens iconische kubusjes werden in Keulen gepresenteerd met verweerd leder ; in Milaan hebben ze kussens van jute, de trendy stof van 2007 : de zetels lijken als herboren.

Cappellini lijkt na enkele magere jaren weer goed op dreef. Bij het in Londen gevestigde duo BarberOsgerby (zie ook p. 254) heeft artistiek directeur Giulio Cappellini de Bottle besteld, door de man beschreven als een ‘fun marble table’. De tafel, met een flesvormige basis, doet denken aan de massieve stukken van Angelo Mangiarotti, enkele jaren geleden door Cappellini heruitgebracht. Het Japanse collectief Nendo tekent de Ribbon, een krukje gemaakt van met de laser gesneden repen metaal. Het bijhorende kussentje wordt met een magneet op zijn plaats gehouden. Van Jasper Mor-rison heeft het merk een nieuwe bureaustoel in de Lotuslijn, plus een bijhorend rond tafeltje en een uitgerekte versie van de Oblongfauteuil van enkele jaren geleden, de Superoblong. Een coup de c£ur : de kleine lijn Fracture Furniture van de Nederlandse Ineke Hans, gemaakt van ingebonden plaaster en synthetisch resine : vederlicht en toch enorm sterk.

Magis heeft een aantal potentiële hits : de Steelwood Chair van Ronan en Erwan Bouroullec, de al vernoemde, indrukwekkende bureaustoel van Konstantin Grcic, de Buggy, gepresenteerd in purperen en kaki versies, en een klassieke stapelstoel voor conferenties van de zeer productieve Japanner Naoto Fukasawa, de Soho.

B&B Italia werkt voor het eerst met Zaha Hadid, dé superster van Milaan dit jaar. Het resultaat is Moon System, een technologisch vooruitstaande, Starwarsiaanse bank die is ontwikkeld in het centrum voor onderzoek en ontwikkeling van het merk. Je vliegt er zo mee naar de maan. Patricia Urquiola doet het dit jaar iets rustiger aan. Haar Fatcollectie wordt uitgebreid met nieuwe fauteuils, poefs en banken, en ze heeft ook twee nieuwe bedden : Lazy Night, waarvan het uiteinde aan een automobielinterieur doet denken, en Tufty Bed, gebaseerd op haar gelijknamige sofa van vorig jaar.

Moroso verrast opnieuw, en introduceert een hoop nieuwe namen : Nichetto & Gardone, Tomita Kazuhiko, Aquili & Alberg en Doshi & Levien. Maar ook de sterren van het begin van de eenentwintigste eeuw zijn present : Patricia Urquiola (de Volant, een fauteuil die verwijst naar de klassiekers van haar mentor, Vico Magistretti) ; Alfredo Häberli (een sierlijke tafel, de Take A Table) ; en het collectief For Use (de Twist, een tafel met een draai). Plus een stoel van de Belg Arne Quinze (zie verder).

Niet meer dan twee nieuwe lanceringen op de stand van Edra, traditiegetrouw een van de meer revolutionaire merken. Chantilly is een in rood, goud of lichtblauw en wit gestreepte in satijn gehulde, cirkelvormige bank van de Franse Inga Sempé. Leatherworks van Fernando en Humberto Campana is een kleine collectie met fauteuils en stoelen die, op een voor hen typische manier, met restjes leder zijn bekleed.

Ook opvallend : de SkiN van Jean Nouvel voor Molteni, een sculpturale lichtgewicht sofa met een structuur van staaltube. Daarover ligt een kleed van geperforeerd dubbelzijdig leder. De SKiN maakt deel uit van de collectie meubilair die Nouvel ontwierp voor zijn Musée du Quai Branly in Parijs. De Ombre, in productie bij Bonacina Pierantonio, komt van hetzelfde project.

Erg overtuigend design komt dit jaar van een koppel merken dat door designers wordt geleid : Tom Dixon enerzijds, Marcel Wanders en zijn Moooi anderzijds. Dixon is dezer dagen geobsedeerd door metaal (aluminium, koper, titanium, zilver, goud), blijkt uit zijn krantje, dat elk jaar essentieel leesvoer is voor designfanaten. Zijn visie op metaal heeft niets te maken met de bling blingrage van hiphoppers, schrijft hij. Denk eerder Balenciaga. Of Lacoste, waarvoor Dixon vorig jaar nog polohemdjes ontwierp in een stof op basis van metaal (dit jaar heeft Michael Young een project met de krokodil). We zien bij Dixon, zoals bij een aantal andere ontwerpers, oriëntaalse invloeden, op het randje van kitsch. Heeft de oorlog in Irak er iets me te maken ?

De collectie van Moooi, half in handen van B&B Italia, is beeldig. Met een ereplaats voor de Non Randomlampen van Bertjan Pot (van gesteven draad) en de Clip Chair van Blasius Osko en Oliver Deichmann. De eerste zijn geknipt voor een verschijning in Duizend-en-een-nacht, de tweede is een slimme update van de klassieke plooibare tuinstoel.

Door Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content