Het floeren foefke

Onthutsend is het hoeveel mensen die iets voor mij hebben betekend de laatste tijd het vaantje strijken, de klompen wegzetten of met nog nuchterder zegswijzen de weg van alle vlees gaan. Van Karel en de man van het retoucheatelier over de slaggitarist van AC/DC tot mijn ongetrouwd gebleven buurvrouw die de bommenwerpers nog heeft zien overvliegen op hun weg naar Dresden. Hun plotse verdwijnen laat een vacuüm na, het gevoel dat de oude wereld ons nu spoorslags achterlaat.

Als de dood door de straten sluipt, dan draagt hij tegenwoordig wellicht witte sneakers. Misschien komt het door de buurt waar ik woon, met haar overvloed aan jong gesnater, maar hier alvast is de witte sportschoen hard op weg de dominante bestaansvorm op de planeet te worden. Met zijn onafscheidelijke blote enkel heeft hij in geen tijd een grotere aanhang verworven dan het Vlaams Belang, de mormonen en petanqueclub Het Patijntje samen. Zelfs diep in november is hij nog alomtegenwoordig. Onlangs hoorde ik een jonge vrouw het verlangen uiten witte sneakers te dragen onder haar trouwkleed. Met het oog op de huwelijksnacht, hoopte ik dat het er zijn waarin je voeten kunnen ademen.

Ik ben geen liefhebber van drommen, zwermen, massa’s, rages, troepen of alles wat in overtallige hoeveelheden het straatbeeld kan overwoekeren

Machtige dirigenten achter de schermen slagen waar religie en politiek doorgaans falen: mensen eensgezind laten marcheren, misschien niet achter dezelfde banier, maar dan toch in uniform schoeisel. Zo’n modetrend schijnt in luxueuze kantoren te worden bedisseld, om vervolgens via kanalen als Instagram zijn weg naar het voetvolk te vinden. Je ziet dat en je wilt het – waarbij de vraag of je ervan houdt ondergeschikt is. Voor dat soort puppet masters kan ik alleen maar ontzag voelen.

De trend van de witte sportschoen is naar het schijnt al een beetje op zijn retour, maar dat is wel vaker zo wanneer ik doorkrijg dat iets in de mode is. Niet zelden ben ik de laatste om erachter te komen. Wat origineel, denk ik dan, als ik een vrouw in een fluwelen broek voorbij zie wandelen. Vervolgens kom ik nog honderd andere originele vrouwen in fluwelen broeken tegen. Langzaam begint het mij te dagen dat het hier geen allerindividueelste expressie van een allerindividueelste emotie betreft, maar gewoon een nieuwe modetrend.

In het algemeen ben ik geen liefhebber van drommen, zwermen, massa’s, rages, troepen of alles wat voorts nog in overtallige hoeveelheden het straatbeeld kan overwoekeren. In het geval van fluweel ben ik echter geneigd een uitzondering te maken. Velours, dat woord is zo prachtig dat je het als goede wijn over je tong kunt laten rollen. Het doet denken aan Floere het fluwijn van Streuvels of, zo je wilt, aan café Het floeren foefke.

In de streek waar ik vandaan kom, noemen ze fluweel poane, met zo’n tweeklank die je als sjibbolet kunt gebruiken om West-Vlamingen te onderscheiden van de rest van de wereld. Zolang ik mij herinner, ben ik fan van poane, vooral dan van zijn flesgroene, middernachtblauwe en kabardoesj-rode verschijningsvormen.

Poane brengt zachtheid en warmte. Volgens sommigen zijn dat nu net de dingen waar veel mensen naar op zoek zijn – ook al worden die geregeld op schimmige plekken in China vervaardigd.

jean-paul.mulders@knack.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content