Pianiste en organisator Musica Mundi Ik ben tweede generatie Sabra. Ook mijn moeder werd in Israël geboren, zeldzaam voor iemand van 77. Ik hou van mijn land en wil die liefde ook doorgeven aan mijn in België opgroeiende zoon Liav, maar ik kan maar moeilijk geloven dat we in Israël ooit met z’n allen in vrede zullen kunnen leven. De meerderheid wordt zelden gehoord, het zijn fanatici van beide kanten die het discours bepalen.

Als kind van vier al tokkelde ik met mijn vingers op tafel, ik wilde per se piano spelen. Vanaf mijn achtste kreeg ik les. Ik kan niet zeggen dat ik altijd genoot van het oefenen. Als ik voor de honderdvijftigste keer een moeilijke passage van Rachmaninov of Liszt probeerde te spelen en het wou maar niet lukken, dan wilde ik die piano het liefst aan diggelen slaan.

Het was de muziek die mij naar België bracht. Mijn man Leonid, die oorspronkelijk uit Oekraïne komt, volgde zijn vioolleraar André Gertler en ik volgde Leonid. Intussen wonen wij al twintig jaar in ons tweede vaderland. Wij zijn hier heel warm ontvangen, voelen ons volkomen geaccepteerd.

Klassieke muziek spelen is een gevecht aangaan met jezelf. Je staat er helemaal alleen voor, een leraar kan wel aanwijzingen geven, maar jíj moet het doen. Als zo’n moeilijke passage na de honderdeenenvijftigste keer wél lukt, dan is dat een regelrechte openbaring. Eens je dat gevoel kent, wil je het telkens opnieuw ervaren.

Lesgeven is mijn roeping. Als solist optreden doe ik nog maar zelden. Soms wil dat wel eens knagen, maar een mens moet keuzes maken in het leven. Diep in mijn hart voelde ik dat ik als lerares het meest kon bijdragen.

Niets geeft meer voldoening dan de vonk van de liefde voor muziek door te geven. Maar als mijn studenten het podium opgaan, krijg ik geen adem meer. Dan knikken mijn knieën en breekt het zweet me uit. Ik sterf in hun plaats.

Mijn leerlingen vertellen mij dingen die ze hun moeder niet durven vertellen. Als lerares ben ik ook een beetje psycholoog . Het contact is heel intens, ik voel het meteen als er iets scheelt. Een jong kind dwingen om uren na elkaar te oefenen is pure wreedheid. Ook met mijn eigen zoon van twaalf stel ik muziek altijd voor als een plezier, nooit als een opdracht.

Met pijn in mijn hart moet ik soms prima studenten weigeren voor Musica Mundi. De stage mag geen fabriek worden, ik wil de studenten echt leren kennen, van hen houden, hun muzikale moeder zijn. Maar die afgewezenen krijgen voorrang bij de volgende editie.

Kamermuziek spelen leert je naar anderen te luisteren en hen te respecteren. Om tot een muzikale dialoog te komen, moet je compromissen sluiten. Bij Musica Mundi gaat het dan ook niet alleen om muzikale kwaliteiten, maar om menselijke waarden.

Op zaterdag ga ik naar het voetbal om luidkeels voor onze zoon te supporteren. Ook die passie wil ik met hem delen. Maar voor de rest wordt mijn hele leven door muziek beheerst. Ik sta ermee op en ga ermee slapen.

Het enige waar ik spijt van heb, is dat ik geen tweede kind heb. Musica mundi is Leonids en mijn tweede kind, al onze tijd is daarin gekropen. En dit jaar wordt dat kind tien.

Mijn levensmotto ? Nooit opgeven. In het begin was het erg moeilijk om sponsors te vinden voor ons levensproject. Heel veel deuren sloegen voor mijn neus dicht. Maar dan geraakte ik wel langs het venster binnen. Als je ergens in gelooft, mag niets je tegenhouden.

Musica Mundi is een kamermuziekcursus en festival voor internationaal jong talent. Jongeren van 8 tot 18 jaar krijgen de kans met elkaar te musiceren en topartiesten te ontmoeten. De tiende editie loopt van 13 tot 27 juli 2008, de concerten vinden plaats in en om Brussel. Alle info : www.musicamundi.org.

Door Linda Asselbergs / Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content