De Biënnale Classica in Kortrijk nodigt dit jaar ook enkele handelaren in vintage design uit, zoals het trio Frederic Hooft, Stefan & Kristof Boxy die er een boeiende hommage brengen aan de Brusselse ontwerper Christophe Gevers. Zijn minder bekende oeuvre is een revelatie.

Nu zelfs antiquairs vintage design exposeren naast eeuwenoude stukken, is het vanzelfsprekend dat er ook op Classica aandacht gaat naar ‘antiek’ design. Frederic Hooft en de broers Stefan & Kristof Boxy brengen een hommage (met museale allures) aan interieurontwerper en designer Christophe Gevers (1928-2007). Voor het grote publiek geen klinkende naam, maar collectioneurs zijn helemaal weg van zijn elegante minimalisme. Hooft en Boxy laten ons tal van meubelen, objecten en wat verlichtingselementen zien die Gevers in de jaren zestig, zeventig en tachtig ontwierp. Dat zijn vrij jonge creaties, maar door het maatwerk en zijn artistieke aanpak staat Gevers ver boven courant design.

De uit Antwerpen afkomstige ontwerper maakte het in Brussel en wordt historisch als de opvolger beschouwd van ontwerper Jules Wabbes (1919 – 1974) die internationaal bekender is. Hun artistieke profiel lijkt op elkaar, ze waren allebei autodidact, hielden van een strakke vormgeving en van mooie materialen. Door de vroege dood van Wabbes kwam er voor Gevers een markt vrij waarin hij voluit kon gaan.

Veel opleiding heeft Gevers niet genoten, behalve als elektricien, wat hem later van pas kwam om eigenhandig lampen te bouwen. Als jonge man trok hij naar Brussel om bij antiquairs meubelen te restaureren. Na een bezoek aan Parijs raakte hij in de ban van het moderne meubel en ging vervolgens werken voor De Coene die meubelen fabriceerde voor Knoll en in Brussel een showroom had. In ’58 kreeg hij zijn eerste slaagkans met de realisatie van een strategisch gelegen restaurant, de Cap d’Argent in de Ravensteinstraat, Brussel. Door het directe succes volgden nieuwe opdrachten. Hij mocht de taverne van het Paleis voor Schone Kunst inrichten. In ’61 startte hij zijn eigen atelier op en richtte showrooms, kantoren en zelfs boten in. In ’68 vroeg Albert Niels hem om op de Zavel het vermaarde restaurant Le Vieux Saint Martin onder handen te nemen. Dat interieur is trouwens intact bewaard. In ’70 richtte hij voor Niels ook het restaurant in van het Belgische paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Osaka. Vanaf toen was hij dé moderne interieur-ontwerper van Brussel. Hij was op alle fronten actief, tot en met de realisatie van de Passage 44 van het toenmalige Gemeentekrediet. In de jaren tachtig ontwierp hij zelfs voor fastfoodketen Quick schitterende interieurs in Milaan, Parijs en Grenoble. Jammer genoeg zijn veel van zijn realisaties verdwenen. Enkele kun je bezoeken, zoals de Saint Martin op de Zavel en het restaurant de Canterburry aan de Vijvers van Elsene.

Intussen ontwikkelde Gevers ook meubilair en lampen. Hij had een eigen werkmethode en gebruikte uiteraard geen computer. Van elk interieurproject vervaardigde hij eigenhandig maquettes. Onder zijn kantoor stak een degelijk atelier vol werktuigen en materialen waarmee hij ook verlichtingselementen bouwde. Een deel van die lampen werd begin 2000 opnieuw in productie genomen door de firma Axis.

Gevers oefende ook als leraar aan La Cambre een belangrijke invloed uit op jonge ontwerpers. Na Jules Wabbes is hij een van onze meest markante interieurontwerpers van het einde van de twintigste eeuw.

Door Piet Swimberghe Foto’s Hervé Charles en David Marle

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content