Goestebrokke

Een voordeel van het hebben van kinderen is dat je schaamteloos je eigen kindertijd kunt overdoen. Zo heb ik het Volkswagenbusje in huis gehaald van Lego. De rating 16+ komt niet door de mogelijk scabreuze inhoud, maar door de 1334 onderdelen die op ingenieuze wijze in elkaar gepast moeten worden. “Met alle geweldige details”, toetert de beschrijving, “zoals het ronde dak en kozijnen, dubbele safari-voorruit, beweegbare deuren, het pop-updak met textiel gordijn, bagagedrager, luchtinlaten aan de achterzijde en nog veel meer!”

“Zoveel stukjes”, zegt oudste dochter (10) zuinig, en zij begint nog net niet met haar ogen te rollen. Zij heeft wel door dat ik dat bedrieglijke speelgoed niet in de laatste plaats voor mijzelf gekocht heb.

Succesvoller zijn de guppy’s, die ik in een opwelling bij Tom&Co aanschafte. Ze voeren mij terug naar vroeger, toen ik van mijn vriendje David dergelijke wonderlijke visjes cadeau kreeg. Door gebrek aan ervaring stierven ze een wisse dood. Nu echter ben ik volwassen en kan ik mens & dier beter verzorgen. Al spoedig flitsen er babyguppen door het schimmige groen tussen de waterplanten, dat dieper is dan je zou verwachten in een bakje van twintig liter. Bleekblauw leven dat gebaard wordt in een hoek van je living: daarnaar kan ik met ingehouden adem staren.

Ik ben een groot kind geworden, denk ik dan. Een goestebrokke. Zo worden in de streek waar ik vandaan kom mannen genoemd die het gewoon zijn hun zin te doen. Zij kopen wat hun hart sneller doet kloppen, van miljoenenvisjes tot een luchtwaardige Ford Mustang. “Je mag je álles permitteren”, bezweert een vriendin mijn opkomende schuldgevoel, “als je zoals jij zo’n lelijke knauw kreeg van de liefde.”

De liefde, daar zijn mijn dochters vooralsnog slechts mee bezig op kinderlijke wijze. Zij bevinden zich in die heerlijke, kommerloze tijd voor de hormonen beginnen te ruisen. Bij de oudste zal dat niet lang meer duren. Zij voelt dat en verzet zich tegen wat moet komen. Zij zegt, met iets van horror in haar ogen, dat de meeste meisjes in haar klas al een behaatje dragen. Vertwijfeld klampt ze zich vast aan het prinsessenkasteel en aan haar zuivere blik op de dingen, nog niet vertroebeld door obsessies en hartstochten. Straks komen er jongens, denk ik somber, misschien wel foute, en zoals het foute jongens betaamt zullen zij zich op brommers voortbewegen. Ik hoop dat mijn dochter, in tegenstelling tot haar papa, al snel de ware ontmoet met wie zij de wereld zoetjes kan bestormen.

Voor de oudste zie ik dat wel zitten. Zij vindt kunstenaars leuk, maar wil liever dokter worden. Dat hoor ik graag; voor ons nageslacht verkiezen wij de baanvastheid die wij zelf zo verachtten.

De jongste (5), met haar intense blik en neiging grenzen af te tasten, zal jongensharten breken – en wellicht ook vice versa. Nog echter is het niet zover. Nu zijn er babyguppen, de heks Belladonna en de brooddoos die zij versierden met stickers van toekans. Zij was zo mooi dat er bijna ruzie om uitbrak.

Toen haalde ik een vel boven met zelfklevende schildpadden in velerlei kleuren. De verrukking die daarop volgde, volstond om het leed in de wereld op te lossen.

jean-paul.mulders@knack.be

JEAN-PAUL MULDERS

Bleekblauw leven dat gebaard wordt in een hoek van je living: daarnaar kan ik met ingehouden adem staren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content