GLITTERDIERTJE

Sinds mijn prilste jeugd heb ik een zwak voor talismannen, amuletten, mascottes en andere voorwerpen die geluk brengen of tegen ongeluk behoeden. Ik kan er geen zien zonder mij die aan te schaffen, wellicht vanuit de gedachte : baat het niet, dan zal het ook geen kwaad doen. Een mens heeft houvast nodig, waarbij het maar bijzaak is of dat houvast al dan niet gegrond is.

In het analoge Vlaanderen waren de favoriete porte-bonheurs konijnenpoten en hoefijzers, niet zelden bevestigd aan de grille van aftandse Mercedessen. Ergens heb ik nog een envelopje vol klavertjesvier. Nu kunnen klavertjesvier best maar met Ć©Ć©n tegelijk komen ; schaarse dingen verliezen hun charme als je ze in uitbundige hoeveelheden bijeen ziet.

Mijn fascinatie voor geluksbrengers verdiepte zich met de Heilige Christoffel, een heilige die vaak voorzien was van een magneetje. Je kon hem op het dashboard van je auto plakken. Soms waren er naast het metalen bas-reliĆ«f van de Heilige Christoffel hokjes van plexiglas. Daar kon je foto’s van geliefden in opsluiten. ‘Denk aan ons’, stond erboven te lezen. ‘Rij voorzichtig.’ Zulke aandoenlijke voorwerpen bestonden echt, daar in die naĆÆeve tijden waarin we niet wisten van de klimaatopwarming, en echtscheiding een schande was.

De heilige Christoffel had een gepijnigde gelaatsuitdrukking, alsof hij het leven geen pretje vond. Hij steunde op een knoestige stok en torste op zijn schouders het kindeke Jezus. Hij is niet alleen de patroonheilige van reizigers en andere verkeersdeelnemers, maar ook van timmerlieden, schilders, pelgrims, fruithandelaren, boekbinders, schatgravers, haakbusschutters, hoedenmakers, kinderen en tuinmannen. Een hoop volk dus, en mocht de heilige Christoffel nu nog over het aardoppervlak dwalen, dan had hij intussen vast ook al de bitcoinhandelaars en crowdfundingspecialisten in bescherming genomen.

Mijn moeder bezat geen Sint-Christoffel maar een wat luguberder fetisj, zoals een geluksbrenger ook genoemd wordt. Als jonge vrouw kreeg zij de talisman van onze huisarts, die in die jaren stiekem verliefd op haar was. De botjes van een menselijke middenvinger, aaneengeregen door een ijzerdraadje. Ik kon mij moeilijk voorstellen dat zulk macaber ding daadwerkelijk geluk zou brengen. Die twijfel bleek terecht ; de huisarts in kwestie dronk zich later het graf in. Hij was een jaar of vijftig, leek op Elvis Presley en ligt begraven op het kerkhof van Kortrijk.

Later kwam de multiculturele samenleving en ook de geluksbrengers werden kleurrijker en exotischer. Ik verzamelde een scarabee, een lachende boeddha en een blauw Nazar-amulet uit Turkije, dat de houder tegen het boze oog moet beschermen.

Ondanks al die hulpmiddelen dreigt het geluk mij af en toe toch nog te ontsnappen, zodat de nood aan een nieuwe mascotte zich opdringt. Vorige week kreeg ik er een te pakken waar ik al geruime tijd een oog op had laten vallen : een maneki neko ofte zwaaiende kat, afkomstig uit het Verre Oosten. Ze ontleent haar status van geluksbrenger aan een slimme kloosterkat die volgens de overlevering een paar reizende samoerai van een blikseminslag redde. Het beeldje is heerlijke kitsch, van kop tot teen verguld en met bloedrode en jaden accenten. Op haar buik staat ‘bonheur santĆ© argent amour’. De vrouw van de winkel zei dat de vraag naar gelukskatten vele keren groter is dan het aanbod.

Met zijn voorpootje, aangedreven door een AA-batterijtje, zwaait mijn klatergouden diertje onophoudelijk. Het wenkt voor het keukenraam aan de straatkant onafgebroken gezondheid, geld, boeiend bezoek en spannende avonturen naar binnen. Laat het geluk maar aanrollen, denk ik handenwrijvend, in hoeveelheden die voor de ongeoefende mens amper zijn te verzwelgen.

Naar dat ijverige glitterkatje kijken doet mij vanzelf glimlachen, wat het verheft boven de doorsnee konijnenpoot of menselijke middenvinger.

Mijn zwaaiende kat wenkt voor het keukenraam onafgebroken gezondheid, geld, boeiend bezoek en spannende avonturen naar binnen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content