Het was de foto die de doorslag gaf. Zie haar daar zitten op de Lokerse Feesten, met een verzaligde breedsmoelkikkersmile boven een bakje bami met kipsaté en loempia in een bad van zoetzure saus. Geen voer voor gastronomen, beetje lastig prikken met dat doorbuigende plastic vorkje ook, maar kijk naar die stralende ogen : deze vrouw is gelukkig !

Ik beken : eten, het is mijn lust en leven, er zijn maar weinig dingen die ik liever doe. Wrijf ik ’s morgens de slaap uit mijn ogen, dan gaan mijn gedachten automatisch naar het verse fruitsap dat ik zo meteen zal persen, het zachtgekookte eitje, de knapperige toast. En ja, waarom niet, een stukje bittere chocolade na. Vooruit, opstaan, het wordt weer een lekkere dag.

Ik kan het ook zo goed, eten. Vrienden beweren dat het een lust is om met mij op restaurant te gaan, niemand eet met zoveel smaak. Niet schrokkerig, nooit gigantische hoeveelheden, maar bedachtzaam, dankbaar, genietend van elke hap. Restaurants die om klandizie verlegen zitten, kunnen mij altijd inhuren om op een goed zichtbare plek te komen vóóreten.

Helaas blijft al dat lekkerbekken niet zonder gevolgen. Laat ik die Lokerse foto nog eens goed bekijken : wat is dat daar onder mijn kin ? Verrek, haar tweelingzusje. Wat bolt daar boven de tailleband van mijn jeans ? Heeft het door Hanneke Groenteman afgestoten buikspek bij mij asiel gezocht misschien ? “Vrouwelijke taille de voorbije decennia met 16,5 centimeter toegenomen”, las ik onlangs in de krant. Help, dat gaat over mij : het ministerie van Volksgezondheid heeft waarnemers in de pashokjes van de Nationalestraat. Kreunend buig ik voorover om de weegschaal van onder de badkamerkast te trekken. Het is nog zo’n ouderwetse, niet-digitale. Ik stap erop en in dezelfde beweging er weer af. Dat kan niet, de wijzer stond zeker niet op nul. Voor alle zekerheid doe ik mijn horloge af en mijn enkelkettinkje. Dat scheelt allicht een paar honderd gram. Vervolgens verplaats ik mijn gewicht behoedzaam van mijn rechter- op mijn linkervoet, in de hoop dat de wijzer dan ook naar links gaat. Helaas, hij blijft onverbiddelijk op 77 staan. O ramp, zo zwaar ben ik nog nooit geweest.

Hier helpen alleen drastische middelen. Joggen, fietsen, alle ramen zemen. Familieverpakkingen rauwkost inslaan, water in plaats van cava, magere vis in plaats van gemarineerde ribbetjes, volkorenbrood in plaats van croissants. Maar ach, het vlees is zwak, zeker op de redactie van Weekend Knack. Want altijd is er wel iemand jarig, met taart of bubbels tot gevolg, altijd biedt er wel een chocolatier zijn nieuwste creatie aan en dan heb ik het nog niet over de tot wanhoopsdaden aanzettende geur van friet in de kantine. Of de collega’s die daar à volonté van kunnen snoepen zonder een gram aan te komen. Vanmorgen stond de wijzer op 75,5 kilo. Typte ze triomfantelijk, heftig op een rauwe wortel kauwend.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content