Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple (273), wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : Duitse wijn.

Duitse wijnen hebben het op onze markt nog altijd wat moeilijk. In tegenstelling met Italië is er in België geen grote Duitse immigrantenkolonie die bereid is om uit nationale solidariteit om het even welke Duitse wijn te consumeren, vooral uit het lagere gamma. De Belg associeert kwaliteitswijn nog altijd met Franse crus classés en is niet spontaan bereid om voor Duitse kwaliteit de nodige centen neer te tellen.

Verder kampt Duitse wijn nog altijd met imagoproblemen. Men denkt hier nog steeds dat Duitse wijn zoet is, terwijl ruim de helft (59,2 procent in 2005) van de Duitse wijnproductie trocken en halbtrocken is : droog en half droog. Maar het moet gezegd : trocken in Duitsland is nog altijd ‘droog’ met een restzoet van wel 9 gram per liter ! Terwijl zoet al proefbaar is vanaf 5 gram per liter, maar dan wel als een zekere charme wordt ervaren. Een mooie toepassing van het Engelse gezegde : ” Call it dry, make it sweet…” De Duitsers zijn ook de uitvinders van de vage termen international trocken en harmonisch trocken… waarbij zuur zoetheid zou compenseren.

Een tweede misvatting betreft het alcoholgehalte. Onder Amerikaanse invloed, vooral van Bobby Parker, en mede door de wereldwijd oprukkende warmte, zijn wijnen almaar sterker in alcohol geworden. Men kan nu gemakkelijk grote bordeauxs tegenkomen met wel 14 graden alcohol, terwijl de fameuze jaargangen 1947 en 1961 het nog moesten stellen met 12 graden. Wijnjournalisten en -schrijvers houden ‘instinctmatig’ van alcohol en in blindproeverijen worden de ‘koppige’ stalen meestal vooraan geplaatst : door het vele proeven van vooral jonge wijnen zijn veel wijnschrijvers ongeweten wat verslaafd geraakt… In dergelijke kringen kunnen de grote Duitse Prädikat-wijnen met hun lage alcoholgehaltes (tussen 6 en 9 graden) en hun expliciet zachtheidsniveau, soms als flauw worden ervaren. Ten onrechte : ze moeten het hebben van nuance, bloemigheid en mineraliteit, en staan mijlenver buiten en boven het brute alcoholgeweld van de moderne Franse en Californische competitiewijnen. Zeker als ze oud genoeg zijn.

Een derde fout element in het imago is de overtuiging dat Duitse wijn altijd wit zou zijn. Onjuist : in 2005 was 37 procent van de Duitse wijnproductie rood !

Maar er komt langzaam verandering in het beeld : de Duitse wijnexport naar ons land is stijgend en niet onbelangrijk : in 2005 bedroeg hij 76.000 hectoliter, ter waarde van bijna 11,6 miljoen euro.

Weingut Barth, Riesling Spätlese Trocken 2006, Rheingau

Bleke, geelgroene kleur. Goede, frisse rieslingneus zonder meer. De smaak is nogal anoniem zachtzoet, met ongedekt zuur op het einde. Te zoet voor schelpdieren, moet passen bij geroosterde vis. Fles met glazen stop en dich-tingsringetje uit kunststof.

(GB/Carrefour : 9,79 euro).

Kestener Paulinsberg, Riesling Spätlese Trocken 2005, Mosel-Saar-Ruwer, Klostergut Himmeroder Hof

Aan de neus een excellente, mooi minerale rieslingexpressie en wat meer kleur dan de andere wijnen. De smaak is trocken op zijn Duits : een zoete ondertoon met een mooie minerale smaak van riesling en goede lengte. Kan passen als aperitief en zelfs bij visgerechten.

(Delhaize : 6,69 euro).

Liebfraumilch, Qualitätswein 2007, Lieblich, Rheinhessen

Bleke, geelgroene kleur. Dunne neus, die wee wordt na opschudden. De smaak is zoet en futloos, een nulwijn in alle opzichten. Geen gastronomische mogelijkheden. Fles met schroefdop.

(Delhaize : 1,49 euro).

Oppenheimer Krötenbrunnen Spätlese 2006, Rheinhessen, Ewald Theod. Drathen.

Anonieme pinotachtige neus. Haast karakterloos, met een korte, door zoet gedomineerde smaak. Geen gastronomische mogelijkheden.

(Colruyt : 3,97 euro).

door Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content