Omdat ze niks half wil doen, besloot Sophie Depuydt (40) bij de komst van haar derde kind om te stoppen met buitenshuis werken. Ook haar gezin runt ze als een bedrijfje, en in september begint ze aan een studie kunstgeschiedenis. Om haar grote familie samen te houden, investeert ze veel tijd en moeite.

In een warm Brugs nest was ik de jongste van vier. Ik keek altijd vooruit. In de zesde klas van de lagere school begon ik al te dromen over het middelbaar en voor dat ten einde was, zat ik met mijn gedachten bij verdere studies. Ik was erop gebrand om nieuwe mensen te leren kennen. In Gent studeerde ik graduaat expeditie en verzekeringen. Ik zat een jaar te vroeg en als zeventienjarige ging de wereld voor me open.”

“Toen ik in Antwerpen voor de rederij Nedlloyd ging werken en met twee studerende vriendinnen op kot zat, was het pas helemaal feest. Nachten discussiëren op café en ’s morgens fit gaan werken. Ik heb in die tijd veel geleerd, aan de kaaien, tussen de Antwerpse havenarbeiders. Die hadden er plezier in om zo’n jong ding met rubberlaarzen, door weer en wind, tussen de containers te zien struinen. Er waren nog veel douaneformaliteiten te vervullen en er hing een stuk folklore, dat nu weg is. De drank vloeide rijkelijk in dat milieu en je hoorde er ook veel trieste verhalen.”

“Een van onze klanten, Inditex, zocht personeel om Zara op te starten in België. Ik werd verantwoordelijk voor de kindercollectie. Fantastisch. Iedereen was supergemotiveerd en er was veel va-et-vient tussen Spanje en België. Ongeveer vijf jaar heb ik bij Zara gewerkt. Dat bedrijf deed heel nieuwe dingen in de Belgische kledingindustrie, dat was opwindend.”

“In 1996, ik was 29, ben ik getrouwd. Tot ik Frank leerde kennen, dacht ik nooit aan trouwen. Maar met Frank was het voor ons allebei na een half jaar duidelijk dat we zouden trouwen en relatief snel kinderen wilden. Frank is zeven jaar ouder dan ik. Louise en Julius schelen maar dertien maanden. Op onze derde, Oscar, moesten we langer wachten. Tussendoor kreeg ik een miskraam. Dat was niet makkelijk, hoewel het ook goed is dat je zoiets meemaakt : niet alles moet van een leien dakje lopen in het leven. Eigenlijk hadden we gepland om vier of vijf kinderen te hebben, we komen allebei uit een groot gezin. Maar tegen de tijd dat Oscar er was, vond ik ons daarvoor wat te oud.”

“Ik heb een tijd een bedrijfje gehad met artiesten die creatieve workshops gaven in het bedrijfsleven. Dat nam twee tot drie dagen per week in beslag. Het was niet altijd simpel, kunstenaars nemen zo’n opdracht aan naast hun gewone activiteit, maar eens ze in de aanloop naar een tentoonstelling zitten, kun je ze niet meer strikken voor een workshop. Ook dat heb ik moeten afbouwen, jammer.”

“Bij de geboorte van Oscar heb ik besloten thuis te blijven. Als vriendinnen me vragen wat ik zoal doe, ben ik geneigd te antwoorden dat ik de hele dag op mijn gat zit, maar in werkelijkheid run ik mijn gezin als een klein bedrijfje. Mijn huishouden en de opvoeding van mijn kinderen zijn een job, ik bestuur het familiebedrijf Schelstraete & Depuydt. Het prachtige is, dat de wereld nu openligt. Ik heb mijn Spaanse les weer opgenomen. In september schrijf ik me in om kunstgeschiedenis te volgen. Alles moet wel binnen de schooluren van de kinderen vallen, want als ze thuiskomen, wil ik er voor ze zijn.”

“Terug gaan studeren heeft twee redenen. De kinderen trekken vroeg of laat weg en ze moeten geen schuldgevoel krijgen omdat mama alleen thuiszit. Ik wil ook een voorbeeld zijn. Louise zegt soms dat ze ook liever thuis zou blijven. Dan vertel ik haar dat ik dit niet voor mezelf gekozen heb. Frank en ik hebben samen uitgemaakt dat een van ons twee zou thuisblijven voor de kinderen. Hij werkt heel hard en is tijdens de week minder aanspreekbaar. De weekends zijn er voor ons samen en voor de kinderen. Dan zakken we samen onderuit.”

“Ik was altijd gemotiveerd om hard te werken, ik heb nooit de uren geteld. Door kinderen te krijgen is dat veranderd. Ik heb gemerkt dat ik die tijd met hen niet wil missen. Als ik werk, geef ik mij tweehonderd procent. Ik verdraag ook alleen autoriteit van capabele mensen van wie ik veel kan leren. Ik wil evenmin het werk dat ik minder kan doen omdat ik kinderen heb, afschuiven op de rug van collega’s zonder kinderen. Dus heb ik de knoop doorgehakt.”

“Ik denk wel dat ik ooit weer een job aanneem omdat ik meer vervulling in mijn leven wil, maar dat zal alleszins niet ten koste van het gezin zijn. Dat staat op het voorplan, daarover wil ik geen compromissen sluiten. Ik heb thuis geleerd om alles voor het volle pond te doen. Mijn vader was zeer rechtlijnig : je moest loyaal zijn aan je baas. Wij hebben altijd alles gegeven, ik zie dat ook bij mijn broers en mijn zus. Wij kunnen niet schipperen. Dat heeft te maken met eerlijkheid naar jezelf en anderen.”

“Ik ben nooit een feministe in hart en nieren geweest, maar door het feminisme kreeg je als vrouw een keuze. De economische situatie maakt dat de meeste vrouwen geen keuze meer hebben. Ik heb heel veel respect voor mijn vriendinnen die werk en gezin combineren. Maar ik ben blij dat de vrouwen van mijn generatie beginnen te beseffen dat een gezin hebben en buitenshuis werken niet vanzelfsprekend is.”

“Frank en ik zijn dit jaar in augustus twaalf jaar getrouwd, hij is mijn beste vriend. Wij genieten van het leven en van elkaar. Sinds we tien jaar getrouwd zijn, gaan we geregeld een paar dagen weg zonder de kinderen. Daar hebben we nood aan en we willen die goede gewoonte behouden. Die dagen kletsen we elkaar de oren van het hoofd, dan zijn we opnieuw pasgetrouwd. Frank vertelt over hoe hij zijn busi-ness ziet, waar hij wil geraken. Ik vertel hem over de kinderen, over wat we samen beleefd hebben, over hun karakter. Er staan geen schotten tussen onze werelden. Frank kan zijn werk moeilijk van zich afzetten, dat kan hij alleen als hij zijn laarzen aantrekt en in het veld gaat wandelen. Maar eerst moet hij bij mij stoom kunnen afblazen.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Familie associeer ik met schoonheid. Onze grote families wil ik koste wat het kost samen houden. Ik heb een zeer warme band met mijn zus die vier jaar ouder is en nu in Londen woont. Als me iets dwarszit, bel ik haar op en dan beurt ze me op. Vroeger was ik voor haar waarschijnlijk het ambetante kleine zusje. Mijn twee broers staan ook dicht bij mij, het zijn toffe gasten. Frank heeft vier broers, met toffe schoonmadammen en een zus met wie ik het ook heel goed kan vinden. Zijn jongste broer woont in Bangkok. Ik probeer de contacten te verzorgen en te volgen wat iedereen bezighoudt. Als er iemand ziek is of naar de kliniek gebracht moet worden, sta ik klaar. Misschien ben ik soms te enthousiast. Maar ik heb het gevoel dat ik wat ik in familiebanden investeer, dubbel en dik terugkrijg.”

“Soms lees je dat je met je familie moet leren leven omdat je die niet kiest. Mijn vader zei altijd dat familie het enige is wat je hebt, en dat je die bloedband moet cultiveren. Natuurlijk zijn er soms discussies, en onvermijdelijk wordt er al eens vergeleken.”

“Mijn vader was pas 66 toen hij stierf. Zijn vier jongste kleinkinderen zijn allemaal geboren in 1998, het jaar nadat wij vernamen dat hij zwaar ziek was. Alle vier zijn kinderen hebben op de jobstijding gereageerd met nieuw leven, dat vind ik prachtig. Hij is overleden in 2000. Die laatste jaren hebben we een zeer zachte kant van onze vader leren kennen. Toen hij nog actief was, was hij er eigenlijk alleen in het weekend. Op vrijdagavond kwam hij langs de achterdeur binnen, altijd met een boeket voor mijn moeder.”

“Zo’n familie is voor mij een grote stroom van liefde. Je kiest je partner, in de familie heeft iedereen zijn partner gekozen. Je ouders hebben indertijd voor elkaar gekozen. Het zijn allemaal eilandjes waartussen de liefde stroomt, als je het maar loslaat en ruimte geeft.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Oordelen zonder kennis, mensen in vakjes stoppen, dat stoort mij. Mensen komen je soms vertellen hoe zij vinden dat jij in elkaar zit. Ik bedenk dan dat het enkel hun perceptie is. Het leven verandert zo snel. Hoe kun je iemand op één momentopname vastpinnen ? Je kunt ziek worden, de liefde van je leven vinden, een kind verliezen … Zoveel gebeurtenissen kunnen een mens totaal overhoophalen. Dat soort beoordelaars wil controle krijgen over anderen, wil zich boven je stellen. Met kinderen gaat dat ook zo : je moet ze laten groeien en evolueren. Je geeft ze de waarden mee die je belangrijk vindt, maar laat ze toch in hun eigenheid. Kinderen moeten weten wat kan en niet kan, maar binnen die lijnen moeten ze de ruimte krijgen, aangepast aan hun persoonlijkheid.”

“Ga er niet altijd van uit dat je weet wat anderen willen. Luister eens naar hen.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Ik probeer altijd te leren van de ervaringen van anderen. Vooral in hun crisismomenten. Ik probeer me dan in te leven en vraag me af hoe ik zou handelen in die situatie. Als ik hoor dat de man van een vriendin zwaar ziek is, stel ik me voor hoe ik zou reageren als zoiets met Frank gebeurde. Ik probeer me op te trekken aan die sterke vriendin. Ik leer dat de tijd die we nu met onze kinderen doorbrengen zeer belangrijk is. Dat je ook ‘nee’ kunt zeggen als iemand je alweer iets vraagt. Wanneer je op alle vragen ingaat, blijft er onvoldoende tijd over voor het gezin.”

“Ik ben gelovig, en dat maakt mijn leven lichter. Al zal ik nooit iemand anders proberen te overtuigen om dat ook te doen. De goede dingen in mijn leven inspireren mij tot pure dankbaarheid. Terwijl mijn vader zwaar ziek was, hebben we met vrienden een route naar Santiago de Compostela gestapt. Mijn papa had gezegd dat hij liever niet zou lijden, hij wou genieten tot op het laatste moment. Het mooiste dat hij zich kon voorstellen, was dat hij met mama op restaurant zou gaan, hij was een echte gastronoom, en de volgende dag zou sterven. Ik zat in Santiago in een kapelletje en vroeg of dit zou kunnen, met verdriet in mijn hart. En het is zo gegaan. Papa en mama zijn op een avond gaan eten in De Snippe en ’s anderendaags is hij gestorven.”

“Ik leef zeer bewust en emotioneel. Je wordt soms op je zieltje getrapt maar ik heb kracht genoeg om dat te doorstaan. Ik wil dat mijn kinderen ook zo bewust en krachtig mogelijk leven.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Ik ben een zotte triene. Zotte madammen rond mij, goede vriendinnen, dat heb ik graag. Zolang er geen mannen bij zijn, kunnen vrouwen heel plezant zijn. Maar als hun man erbij is, houden ze zich dikwijls in. Jammer is dat. Ieder jaar gaan we, op initiatief van mijn zus, met tien vrouwen skiën. Wat er dan allemaal verteld wordt … Alles passeert de revue : de mannen, de kinderen. We doen ook wel eens zot met andere mannen in de buurt, maar zodra die te dichtbij komen, is het afgelopen. Mannen zeggen soms dat ze vrouwen niet begrijpen. Ik raad ze dan aan om alle films van Pedro Almodovar te bekijken. Die man heeft ons helemaal door.”

“Als ik vrouwen helemaal zie veranderen, dan snap ik dat niet. ‘Zijn ze niet meer gelukkig ?’, vraag ik me dan af. En: ‘Ben ik ook zo in het gezelschap van Frank ?’ We zijn allebei babbelkousen, maar we proberen elkaar niet steeds aan te vullen of te bevestigen. Soms gaat het zelfs extreem de andere kant op.”

KRACHT – ZWAKTE

“Mijn grootste kracht ligt in mijn relativeringsvermogen. Ik moet minstens één keer per dag flink kunnen lachen en ook iets voor een ander kunnen doen. Een barmhartige samaritaan ben ik niet, maar ik heb tijd en die besteed ik ook bewust. Dat is een ongelooflijke luxe. Toen ik bij Zara werkte, was ik zeven dagen op zeven in touw. Mijn werk was mijn leven. Ik kon ook niet stilstaan bij de verhalen die bij de bakker verteld werden, bijvoorbeeld, dat vond ik geleuter. Nu luister ik meer. Nu laat ik mij beroeren door het verhaal van een oude vrouw die ont-eigend wordt. Dat is een drama.”

“Al die verschillende levensverhalen die door elkaar lopen, ik stapel ze op en soms komen ze jaren later weer boven. Ik zou het jammer vinden als ik daaraan zou voorbijrennen. Toen ik twintig was, sprak ik een heel andere taal : contacten leggen, netwerken, mijn plek veroveren. Ik moest dat allemaal. Dat is nu zeer relatief geworden.”

RACHT – ZWAKTE

“Mijn emotionele kant maakt me kwetsbaar. Ik leg overal mijn hart in. Iemand die zich gevoelig opstelt, kan ook sterk zijn. Maar je bent ook manipuleerbaar als je emotioneel bent.”

“Ik ben fel. Soms moet ik mezelf dwingen om rekening te houden met anderen. In discussies kan ik echt voor mijn overtuiging gaan. Soms ben ik belachelijk koppig in domme dingen, maar dan kan ik niet over mijn eigen lijn stappen.”

“Conflicten duren bij mij gelukkig niet lang. Maar ik heb ze wel nodig en stuur er soms op aan : je voelt dan dat je leeft. Ik wil mensen hun mening horen. Maar wie geen mening heeft, moet je soms ook met rust laten.”

Door Tessa Vermeiren I Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content