Vrouw schiet met luchtdrukpistool op ijskar. De bel en het deuntje werkten op haar zenuwen. Buurtbewoners dienen een klacht in tegen een speelpleintje wegens geluidsoverlast. Ronduit hemeltergend, het gejoel van kinderen. Als ik op de Antwerpse Camille Huys-manslaan vertraag om een voetganger te laten oversteken, begint een achterligger verontwaardigd te toeteren. Had ik die vrouw moeten platrijden misschien ? Op het gevaar af als wijlen Moeder Teresa te klinken : wat een kregelig, onverdraagzaam zootje zijn we tegenwoordig toch. De dingen lopen niet helemaal zoals het ons uitkomt ? Ten oorlog !

Zoals onlangs tijdens Jazz Middelheim, net vóór het optreden van Toots Thielemans. Zit er een bebrild jongmens met heel lange benen naast mij in het middenpad dat onverstoorbaar een boek leest, terwijl de ene na de andere passerende muziekliefhebber zijn nek breekt over ’s mans onderdanen. Als sideshow kan het tellen. De nederigen en verstrooiden verontschuldigen zich, anderen kijken diep verstoord, één Brusselaar ontsteekt in een scheldtirade : “Conard, imbécile de terrasse !” Geweldige uitdrukking, dat laatste, helemaal nieuw voor mij, alleen jammer dat ik veel te tuttig ben om ze ooit zelf in de mond te nemen. Maar misschien moesten we maar eens een nieuw woord verzinnen voor lui die zich te pas en te onpas dik maken over futiliteiten : ergeriken misschien, of nog beter : ergerlingen. Niet te verwarren met, maar even verfoeilijk als engerlingen, dikke witte wormen die het op je gazon gemunt hebben.

Je kunt je natuurlijk afvragen waarom iemand een boek zit te lezen op een muziekfestival. Het antwoord is simpel. Bij het jonge grut valt het misschien nog mee, maar ga als volwassen mens in je eentje naar om het even welk festival en niemand spreekt je aan, tenzij om je de huid vol te schelden. Op Middelheim had ik daar een goed zicht op omdat mijn gezelschap halverwege de overigens mooie set van Philippe Catherine en co in slaap sukkelde. Iets waar ik mij eventueel aan had kunnen ergeren, ware het niet dat hij zichtbaar deugd had van zijn dutje. Hoe ook, het gaf mij ruimschoots de kans om rond te kijken en vast te stellen dat een gedeelde passie niet noodzakelijk contactbevorderend werkt. Mensen praten alleen met mensen die ze al kennen, wie alleen is, blijft onherroepelijk alleen. Je zou voor minder iemand een beentje lichten.

Hoe gemakkelijk het is om je de toorn der mensheid op de hals te halen ondervond ik de volgende morgen bij de bakker. Slechts vier wachtenden vóór mij, dat viel mee. Maar na mij groeide de sliert hongerigen snel aan. Kon ik het helpen dat ik naast de gebruikelijke pistolets ook een doos koekjes voor moederdag beliefde ? Koekjes die één voor één met liefde in de doos geschikt werden, nadat de bakkerin eerst langdurig haar handen was gaan wassen. En ja, doe er nog wat petitfours bij en van die marsepein met noten, afzonderlijk te wegen uiteraard. Achter mij voelde ik de indignatie aanzwellen. “En is het om af te geven, madam ?” Waarna de bakkersvrouw op zoek ging naar een schaar om het lintje rond de doos mooi te doen krullen. Net voor de meute mij te lijf zou gaan met hun opgerolde exemplaar van De zondag kon ik het pand verlaten. Een imbécile de terrasse met een doos koekjes voor moederdag.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content