Filosoof en auteur Alain de Botton werkt momenteel aan een godsdienst voor atheïsten, maar bouwde de afgelopen vier jaar iets anders : vakantiehuisjes van toparchitecten. Om het moderne wonen te promoten in behoudsgezind Groot-Brittannië.

Twee jaar geleden publiceerde Alain de Botton het boek Ode aan de arbeid (het nooit gepubliceerde hoofdstuk over mode daaruit verscheen afgelopen augustus exclusief in Knack Weekend). Eerder al schreef hij boeken over de liefde, filosofie, statusangst, reizen en literatuur. In 2006 kwam The Architecture of Hapiness uit, en dat krijgt nu een concreet staartje : vijf vakantiehuizen van Europese toparchitecten, neergepoot op het Britse platteland. Of we daar eventueel wat meer informatie over mochten hebben, vroegen we de Londense filosoof. “Bel je mij straks op ? Midday UK time ?“, was zijn korte antwoord. We haalden er snel een tijdstabel bij, onze betrouwbaarste cassetterecorder en een kopje thee, en installeerden ons aan de telefoon. Om te horen dat de Botton veel verwacht van zijn jongste project, dat Living Architecture heet.

“Mensen denken altijd dat schrijvers alleen maar boeken willen schrijven. Maar waar ik in de eerste plaats bekommerd om ben, is om dingen te veranderen in de wereld. Boeken schrijven is maar één manier om dat te doen. Een erg goede manier, maar niet de enige. Ik veronderstel dat de ouderdom en de ervaring mij ambitieuzer maken om de zaken echt aan te pakken, en niet langer alleen via de literatuur.”

The Architecture of Hapiness was relatief succesvol, en ik werd gevraagd op allerlei conferenties over architectuur. Op een avond kwam ik laat terug van zo’n lezing midden in Engeland, en op de trein kreeg ik een kleine crisis. Het is echt hopeloos, dacht ik. Ik ontmoet al die mensen die zich goede architectuur wel aantrekken, maar die eigenlijk niet veel blijken te kunnen veranderen als ik de Britse huizen zie. Dus dacht ik : waarom gooi ik het niet over een andere boeg? Waarom die architectuurfans alleen maar ontmoeten en over mijn boek spreken ? Ik kan hen net zo goed om hulp vragen en iets proberen te veranderen. Zo is Living Architecture gestart. In 2006.”

Wat is er dan zo hopeloos aan de Britse architectuur ?

Alain de Botton : Het is wellicht anders in België, maar het moderne leven is een probleem voor de Britten, alles wat met technologie, wetenschap of moderne architectuur te maken heeft ook. Groot-Brittannië was het allereerste geïndustrialiseerde land in de negentiende eeuw, het modernste ter wereld, maar het werd bang en nostalgisch op vele vlakken. En dat weerspiegelt zich ook in de architectuur. We hebben nochtans goede moderne architecten : Richard Rogers en Norman Foster zijn overal bekend, maar hebben het overgrote deel van hun gebouwen in het buitenland gezet. Zaha Hadid heeft enkel een piepklein paviljoen hier.

Ik heb die angst voor de moderne wereld niet. Natuurlijk is die op verschillende vlakken verschrikkelijk, maar ook erg opwindend en met heel veel mogelijkheden. Dus ik deel het pessimisme niet, maar ik ben dan ook niet geboren in Groot-Brittannië, maar in Zwitserland. Dat is wel een modern land op het vlak van architectuur en technologie. Ik herinner me dat de gebouwen een van de eerste dingen waren die me troffen toen ik hier aankwam : What is wrong with the buildings ?, vroeg ik me af. Dan ontmoette ik mensen aan wie ik vroeg waarom ze in hun huis woonden en dan zeiden ze : “We houden ervan, het is zeker vierhonderd jaar oud.” Dat vond ik vreselijk. Waarom woonden ze niet in een modern huis ? Het had niets met geld te maken, gewoon met smaak. Ik vond dat verbijsterend en verwarrend.

Living Architecture komt daaruit voort : uit een verlangen om de conservatieve Britten kennis te laten maken met een andere manier van wonen. En volgens mij kunnen mensen niet helemaal snappen wat moderne architectuur is tot ze erin geslapen hebben. Een hypermoderne luchthaven doorwandelen is iets anders dan de nacht doorbrengen in een modern huis. De zintuiglijke ervaring is helemaal anders. Zo is het idee van die vakantiehuizen ontstaan.

Hoe zijn de bestaande vakantiehuizen eigenlijk in Groot-Brittannië ?

Er zijn er veel, en meestal zijn ze niet zo mooi. Ik heb er zelf ook vele bezocht, dus ik ken het probleem. Ik weet niet of het in België ook zo is, maar hier is er een echte traditie om af en toe een vakantiehuisje te huren. Het is een populaire gewoonte.

Er is een organisatie die ons inspireerde : de Landmark Trust (een vereniging die historische panden en kastelen verhuurt als vakantiewoning). Wat ik daar interessant aan vind, is het idee om het huis waarin je verblijft ook deel te laten uitmaken van je vakantie. Dus als ik aan Britten moet beschrijven wat Living Architecture is, dan zeg ik de Landmark Trust, maar met moderne huizen.

Wat is een goed modern vakantiehuis dan wel ? Aan welke voorwaarden moet dat voldoen ?

Er was een selectiecomité opgesteld voor de keuze van architecten. Er zijn er die ik al lang waardeer, anderen, zoals Jarmund / Vigsnaes Architects, hebben we leren kennen via een wedstrijd. Met moderne materialen kun je dingen doen die eerder niet mogelijk waren : in moderne architectuur bijvoorbeeld is de verbinding tussen binnen en buiten helemaal anders dan in traditionele Britse huizen. En daaraan is hard gewerkt bij deze vakantiewoningen. Ook belangrijk is de circulatie binnen. Je kunt er op een bepaalde manier door wandelen, helemaal anders dan de kleine afgesloten kamertjes die de Britten gewend zijn. Het voelt ook anders om in een betonnen huis te zitten dan in één waar bijvoorbeeld veel hout gebruikt is. En er werden speelse elementen toegevoegd. Zo heeft een van de woningen een grote badkamer die ingericht is als traditioneel badhuis waar iedereen naartoe kan komen.

“Het is wellicht nodig dat we een beetje ongelukkig zijn voordat we werkelijk door de schoonheid van gebouwen kunnen worden geraakt”, schrijft u in The Architecture of Happiness. Is een vakantie dan wel een goed moment om architectuur te beleven ?

Ja, dat denk ik wel. Mensen nemen vakantie om eens even een alternatief te hebben voor het leven, dat voor velen moeilijk is. Het is het moment waarop mensen zeggen : “Misschien kunnen we niet de hele wereld perfect maken, en misschien ook niet ons eigen leven, maar hier is dat kleine eilandje van tevredenheid en schoonheid.” Misschien appreciëren we dat des te meer omdat het maar zo kort duurt ?

Het idee is om via Living Architecture mensen gevoeliger te maken voor de omgeving waarin ze leven. Dat ze, eens terug in hun normale levens, ook ‘moeilijker’ gaan doen. Met eten is dat gelukt hier in Engeland. Koks zoals Jamie Oliver zeiden : “Wees niet tevreden met dit soort eten, wees wat ambitieuzer.” Dat is helemaal wat wij willen bereiken met dit project : dat mensen ambitieuzer worden over hun architectuur. Maybe we can do better ?

Omdat het uiteindelijk de mensen zijn die huizen kopen, die beslissen hoe de huizen gebouwd worden ?

Exactly. Het gaat over de kracht van het verlangen. Je kunt dingen veranderen. Bouwbedrijven worden wel eens met de vinger nagewezen, maar het is niet zo dat ze moderne architectuur haten, ze houden gewoon van geld verdienen. Het kan hen eigenlijk niet schelen wat ze bouwen. Als je hen kunt overtuigen dat ze meer geld kunnen verdienen door op een andere manier te bouwen, zullen ze dat doen. Het is de publieke smaak die de schuldige is. Die moet veranderen.

Slotvraagje : u werkt aan een boek over religie, bent u van plan om dan ook uw eigen kerk, kapel, tempel, synagoge of moskee te bouwen ?

I’d love to do that(lacht). Misschien is mijn komende boek daar een middel toe ? Misschien vind ik genoeg gelijkgestemden die zo gek zijn als ik ?

Door Leen Creve

Alain de Botton : “Je kunt moderne architectuur pas snappen als je erin geslapen hebt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content