De designsector heeft eindelijk tuinmeubilair ontdekt. Patricia Urquiola leidt de grote trek naar buiten. Een interview.

Een verklaring voor de huidige boom in buitenmeubelen is gemakkelijk gevonden. Design was nooit zo populair. We hebben en masse onze woningen heringericht, en nu zijn onze tuinen aan de beurt. Het plastic tuinmeubilair dat veertig jaar lang onze percelen domineerde, heeft definitief afgedaan. En dat geldt evenzeer voor de Brits geïnspireerde, romantische houten banken die in de jaren negentig zo populair waren. In 2008 wil de gemiddelde consument namen en merken op zijn terrassen en gazons. Net als in zijn woonkamer, zijn garage, of zijn kleerkast.

Dat de zomers alsmaar warmer worden, is mooi meegenomen.

Patricia Urquiola : “Tot enkele jaren geleden lieten de gevestigde designmerken zich nauwelijks in met buitenmeubilair. Daar bestonden gespecialiseerde bedrijven voor, en gespecialiseerde winkels. Die verkochten precies wat van hen werd verwacht : functioneel, maar veeleer banaal meubilair, dat bestand was tegen wind en regen, gemakkelijk kon worden verplaatst en, zodra de winter in het land kwam, zonder veel last kon worden opgevouwen en weggeborgen. Investeren in bijzonder design had voor die fabrikanten met hun gigantische omzet weinig zin. Anderzijds was investeren in tuinmeubilair geen evidente optie voor de pure designmerken.”

En dus bleven gereputeerde designers liever binnen. Tot omstreeks de eeuwwisseling was het voor veeleisende designliefhebbers behelpen (zo’n schommelstoel van Charles & Ray Eames, ondervonden ze, kon wel tegen een regenvlaag). Het werd iets gemakkelijker toen enkele toonaangevende fabrikanten buitenversies van bestaande producten in hun catalogus begonnen op te nemen. Intussen brengen zowat alle grote merken echte buitencollecties. De tuinspecialisten besteden op hun beurt meer aandacht aan design. De grote beurzen, zoals i Saloni in Milaan, wijden elk jaar meer ruimte aan producten voor buiten. Designers lijken nu van geen ophouden te weten. Patricia Urquiola, bijvoorbeeld, de in Milaan gevestigde Spaanse designer, heeft de voorbije maanden een handvol buitencollecties gepresenteerd. Na meubelen voor designgigant B&B Italia, het kleinere Italiaanse merk Emu en het Spaanse Kettal, onthulde ze tijdens de recentste designweek van Milaan een reeks spa-ghettistoelen bij Moroso. Wat trekt haar zo aan in de tuin ?

“Buitenmeubilair heeft een hele tijd in een soort getto vertoefd. Het werd beschouwd als een gespecialiseerde niche, waarin design niet zo belangrijk was. Vergelijk het met keukens en badkamers. Die zijn ook pas de voorbije jaren de designtoer opgegaan.”

Zit een tafel voor binnen noodzakelijk anders in elkaar dan een voor buiten ?

“De trend is om concepten voor binnen buiten te gebruiken – of dat althans te proberen – en vice versa. Het is alsof de tuin in de woning binnenkomt, alsof de woonkamer naar buiten wordt doorgetrokken. De uitdaging is om materialen te vinden waarmee je een zeker visueel en tactiel plezier kunt creëren, maar die ook sterk zijn en duurzaam.”

Wat is er specifiek aan uw ontwerpen voor de verschillende fabrikanten ? Hoe bracht u een bepaald ontwerp in verband met een bepaald bedrijf ?

“Ik wilde precies met deze bedrijven werken omdat ze elk een eigenheid hebben. Met B&B Italia proberen we in zekere zin een nieuw bedrijf te creëren binnen het bedrijf. We werken er aan een grote collectie, die nog verruimd kan worden. We ontwerpen textiel, maar ook nieuwe gebruikstypologieën. We wilden echt een woonkamer voor buiten ontwerpen. De core- business van Emu is gebaseerd op research. Dat bedrijf is gespecialiseerd in metalen zitmeubelen voor buiten. Daar was de uitdaging om klassieke typologieën te vertalen naar nu. We wilden een artisanale activiteit transformeren tot een volledig geïndustrialiseerd proces. Bij Kettal wilden we van een decoratief patroon een functioneel element maken.”

De natuur was de voorbije jaren een belangrijke inspiratiebron voor designers. Welk aspect van de natuur telt voor u het meest ?

“Wel, na al die miljoenen jaren van verfijnen en op punt stellen zijn nogal wat elementen van de natuur bijzonder interessante designstukken geworden. Ik werk graag met analogie-en. Ik krijg veel inspiratie door het observeren van de dingen rond mij, vanuit micro- of macroperspectief. Maar ik voel me ook aangetrokken door kunstmatige elementen die op de natuur lijken.”

Verdwijnen de grenzen tussen binnen en buiten ?

“Ja. Omdat we niet langer in ruimten leven die een functie de-finiëren. We brengen veel tijd door in gesloten ruimten, maar we zijn geneigd om onze vrije tijd te identificeren met een relatie met de natuur, met buiten. Daarom zoeken we buiten naar een comfort dat we binnen gewoon zijn. Een vergelijkbaar esthetisch, visueel en tactiel plezier.”

Wat is uw mening over duurzaamheid in design ? Is ecologie belangrijk voor u ? Vindt u dat designers een rol te spelen hebben in de milieubescherming ? Krijgen we in de toekomst een heel ander soort design ?

“Nu hebben we het over een immens, gecompliceerd probleem. Ik denk dat er verschillende oplossingen moeten worden gevonden, die dan met elkaar gecombineerd kunnen worden. Sommige van die oplossingen zijn eerder gedragsgebonden dan technisch. Het is belangrijk om na te denken over materiaalgebruik, maar ook over de levensduurte van een product. Hoeveel levens kan een product leiden ? De manier waarop we producten gebruiken kan ook herbekeken worden. We hoeven niet alles te bezitten wat we gebruiken. We kunnen een auto delen, maar ook ruimte. Het is belangrijk dat we intelligente oplossingen vinden voor onze snel veranderende gedragsdynamiek.”

Houdt u zelf van de natuur ? Hebt u een tuin ?

“Ik houd van water. Ik ben geboren in de buurt van de Atlantische Oceaan, en in Milaan mis ik het zicht op de zee, de geluiden ook. Ik heb geen tuin in Milaan, maar in mijn zomerhuis breng ik het grootste gedeelte van de dag buiten door, in de tuin. ”

Jesse Brouns – samenstelling Leen Creve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content