ARCHITECTUUR & design

Jean Nouvel won onlangs de Pritzkerprijs, ’s werelds voornaamste architectuuronderscheiding. Het bouwgenie is ook, af en toe, designer.

De jury van de Pritzker Prize, met onder anderen de architecten Shigeru Ban en Renzo Piano aan boord, lauwerde de passie van de Franse architect Jean Nouvel voor nieuwe ideeën, zijn zin voor risico’s, en de manier waarop hij gevestigde waarden ter discussie stelt, om zo de grenzen van de architectuur te verruimen. Nouvel is de 32ste laureaat van de prijs.

Hij is actief sinds de jaren zeventig. Het twintig jaar oude, er nog steeds zeer hedendaags uitziende Institut du Monde Arabe in Parijs wordt doorgaans beschouwd als zijn grote doorbraak. Sindsdien heeft de architect wereldwijd sporen achtergelaten. Bij zijn hoogtepunten : het Guthrie Theater in Minneapolis, torens in Tokio en Barcelona, een conferentiecentrum in Luzern, en twee musea in Parijs, de Fondation Cartier pour l’art contemporain en het Musée du Quai Branly (bij Cartier loopt vanaf juli een door Nouvel samengestelde en ingerichte tentoonstelling over de kunstenaar César).

Hij werkt momenteel aan een ambitieuze, gigantische wolkenkrabber voor New York : de Tour de Verre, die moet verrijzen op een terrein naast het Museum of Modern Art. Nouvel, dit jaar 63, kende ook enkele spectaculaire tegenslagen, vooral in zijn eigen land. De briljante, 400 meter hoge Tour Sans Fins, bestemd voor de zakenwijk La Défense, werd nooit gebouwd, net als gedurfde projecten voor Les Halles (het winkelcentrum in het hart van Parijs) en het Stade de France (de sportarena in de voorstad Saint-Denis) : in beide gevallen werd de voorkeur gegeven aan veel banalere ontwerpen.

De architect is ook designer. Hij heeft samengewerkt met het Italiaanse huis Molteni & Co, met als resultaat onder meer de bijna vijftien jaar oude tafel Less, oorspronkelijk ontworpen voor de Fondation Cartier. Nouvel werkte in de jaren negentig ook samen met de Belgische kantoorspecialist Bulo.

Enkele weken geleden, tijdens de Parijse de-signweek, hadden we een ontmoeting met Nouvel ter gelegenheid van de presentatie van SKiN, zijn jongste meubelontwerp, opnieuw een project met Molteni & Co. De bank, een zeil van geperforeerd leder over een onzichtbare structuur van staalbuis, is de logische voortzetting van een interieur voor het vorig jaar ingehuldigde Musée du Quai Branly. “De perforaties, die doen denken aan littekens, dienen de bank zijn definitieve vorm te geven”, zegt Nouvel. Hij bedoelt dat het leder zich, dankzij de gaten, aanpast aan het lichaam. De gebruiker vormt als het ware zijn of haar fauteuil. Er bestaat overigens ook een goedkopere versie in vilt, die Nouvel zelf blijkbaar minder geslaagd vindt. Al kan de uitvoering in Beuys-grijs nog net.

Hoe werd een ontwerp voor het Musée du Quai Branly een bank voor thuisgebruik ?

Jean Nouvel : We bedachten voor het museum een aantal muren waarin de bezoekers kunnen gaan zitten, een soort comfortmuren, die we slangen hebben genoemd. Voor dat project hebben we samengewerkt met Unifor en Molteni & Co. Toen Carlo Molteni me in dezelfde periode vroeg om een canapé te ontwikkelen voor zijn bedrijf, hebben we die muren als uitgangspunt genomen. We vonden allebei dat het idee verder kon worden ontwikkeld. Maar de bank moest lichter worden : vandaar het idee om met leder te werken.

Het museum is gewijd aan niet-westerse culturen. Verwijst de SKiN met zijn leder en zijn littekens naar het Afrikaanse erfgoed ?

Je zou je inderdaad de bedenking kunnen maken dat er in mijn hoofd iets heeft gespeeld dat met de thematiek van het museum verwant is. De inspiratie komt zeker uit die richting. Maar anderzijds geloof ik niet dat ik specifiek beïnvloed ben door de Afrikaanse cultuur of de Egyptische cultuur. Al is het natuurlijk nooit moeilijk om ergens een referentie in te zien.

Hoe gaat u te werk als designer ?

Ik doe slechts zelden, om niet te zeggen nooit, aan stilistisch onderzoek. Dat zie je vaak in de-sign : het gaat vaak om stijl, versiering. Mijn de-sign is architecturaal. Ik ben geïnteresseerd in de evolutie van technieken op een bepaald moment. Mijn meubilair is niet expressionistisch. Ik wil er niets bijzonders mee uitdrukken. Mijn aanpak is anders, mijn filosofie ook. Ik doe aan onderzoek naar de vorm. Er is altijd een verband tussen mijn meubelprojecten en de andere zaken waar ik op dat moment mee bezig ben. Soms ontwerp ik meubelen die deel uitmaken van een groter geheel. Zoals in het geval van de tafel Less, waar een duidelijk verband is met de Fondation Cartier. Ik heb twee bedrijven, mijn architectuurpraktijk en een bureau dat zich bezighoudt met interieurs en design. Ik ben niet voor het volle honderd procent designer. Ik ben een architect die aan design doet. Ik behoor tot een bepaalde school.

U kreeg carte blanche ?

Het idee is dat je een product ontwerpt dat moet worden verkocht. De juiste productiemethode vinden is elementair. Ik ben niets zonder een fabrikant als Molteni. Ik vertrek vaak van redelijk ingewikkelde vraagstukken, en het vinden van de juiste technieken is dan vaak een van de grootste uitdagingen.

Hoe situeert u de bank in zijn tijd ?

Een ontwerp is een momentopname. Je doet in 2008 niet hetzelfde als twintig jaar geleden. Je oriëntatie is anders. Je hebt intussen enorm veel gezien. Je verandert, de technologie verandert. Ik weet niet of ik, vanuit een technisch oogpunt, deze fauteuil in de jaren tachtig had kunnen laten maken. Misschien wel. Maar al bij al heb ik niet de indruk dat ik twintig jaar geleden precies hetzelfde had kunnen doen.

Is design voor u even belangrijk als architectuur ?

Ik heb dezelfde passie voor meubilair als voor gebouwen. Een meubel, dat is een andere geschiedenis. Het essentiële verschil is dat je weet waar een gebouw staat. Je kent de omgeving. Van een meubel weet je dat niet. Maar meubelen en gebouwen hebben ook gemeenschappelijke elementen. Ze kunnen getuigen van bepaalde begeerten die eigen zijn aan een tijdperk. Het komt er in beide gevallen op aan je te bedienen van het beschikbare potentieel, van de technieken van het moment. In het geval van de bank ging het om leder. Leder breekt en plooit. Het design van de SKiN is niet tot op de millimeter berekend. Leder moet werken. Leren jekkers of laarzen worden altijd beter als je ze een tijd hebt gedragen. Met mijn bank is dat net hetzelfde. Net als een oude clubfauteuil. Die is zachter, comfortabeler, mooier ook. Mijn bank is tactiel. Je voelt het gewicht der dingen.

Info : www.molteni.it ; www.jeannouvel.com

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content