Hoe gewoontjes deze boerderij er op een afstand ook uitziet, binnen beland je in een verrassend interieur met overal een weldadige lichtinval.

Vanuit de verte is er niets dat deze hoeve van een gewone, lokale boerderij onderscheidt. Ze ligt in Engadin, het hoogste dal van de Alpen, dat van de Inn, dat van Zwitserland overgaat naar Oostenrijk.

Oude boerderijen als deze zijn tegenwoordig flink geprijsd, vooral onder invloed van de internationale jetset die in het winterseizoen in en om Sankt Moritz neerstrijkt. De huizen zijn zo sterk in waarde gestegen dat de plaatselijke bevolking ze nauwelijks nog kan betalen.

De eigenaar, een financieel deskundige van Zwitserse origine, wilde graag een vaste stek in Engadin als uitvalsbasis voor zijn wekelijkse reizen naar Londen en New York.

Het terrein ligt aan de rand van een uitgestrekt weiland in een ongerept landschap. Links en rechts zijn de hellingen bedekt met lariks- en sparrenbossen die in het najaar roodbruin kleuren. De wouden in deze streek aan de grens met hetZwitsers Nationaal Park herbergen een van de grootste concentraties wilde dieren in Europa.

“Zo’n stuk land op een plek als deze vind je maar zelden”, aldus Christian Klainguti, de in Zuid-Frankrijk geboren Zwitserse architect die de verbouwing van de boerderij in goede banen leidde. Na zijn architectuurstudie in Zürich besloot Klainguti zich samen met Göri Valär te specialiseren in de renovatie van Engadinse gebouwen.

“Bij dit soort projecten moeten we ons strikt aan de officiële regels en voorschriften houden. Zo mag er niets worden bijgebouwd en moeten de binnen- en buitenmuren volledig intact worden gelaten. Zelfs voor de kleinste aanpassingen aan de gevel moet al uitdrukkelijk toestemming worden verkregen van de gemeente.”

“Bij renovaties wordt eerst de bestaande structuur aan een grondig onderzoek onderworpen. Is het mogelijk om het originele ontwerp van het huis te handhaven ? In welke staat bevinden alle onderdelen zich ? Wat kan blijven zoals het is en wat kan gerestaureerd worden ?”

“Een van de voornaamste vereisten is echter het vinden van een eigenaar die genoegen neemt met wat minder comfort en functionaliteit in ruil voor een unieke architectuur en een droom van een woonplek.” Hoewel het met dat ‘comfortgebrek’ best moet meevallen, overal in het huis is vloerverwarming aangebracht.

Het huis ligt aan een smal weggetje. De voordeur bevindt zich aan de achterzijde van het huis en komt uit op de sulér, de benedenhal, meteen de centrale ruimte in een traditioneel Engadinse huis. Van hieruit voert een trap naar de kelder en bereik je de eerste verdieping met de slaapkamers.

Zitkamer en “cha da fö”

Rechts van de hal kom je in een gelambriseerde zitkamer met een traditionele kachel die vanuit de aangrenzende keuken wordt aangestoken. De vloer bestaat uit brede sparrenhouten planken op een draagstructuur van boomstammen. “Het komt vaak voor dat er meerdere vloeren op elkaar liggen, omdat de oude planken niet altijd worden verwijderd”, vertelt de eigenaar. “Daardoor ligt de zitkamer meestal iets hoger dan de sulér en de keuken. In deze gezellige ruimte nodigen we na het skiën vaak vrienden uit.”

De kachel bestond vroeger gewoon uit een bakstenen blok, maar groeide vanaf het einde van de achttiende eeuw uit tot een decoratief element. Die ontwikkeling leidde uiteindelijk tot het ontstaan van de gilde van Graubündense kachelbouwers (Graubünden is de naam van het kanton).

Naast de zitkamer ligt de cha da fö, wat keuken betekent in het Reto-Romaans. Die naam kwam in gebruik omdat deze uit brandvrij materiaal opgetrokken ruimte vroeger de enige plaats was in de boerderijen waar vuur kon worden gestookt.

Klainguti en de eigenaar beslisten om alleen materialen uit de directe omgeving te gebruiken voor de verbouwing. Zo heeft de architect de larikshouten keuken volledig op maat laten vervaardigen door een plaatselijke meubelmaker.

Verbouwing van schuur en stal

De traditionele Engadinse huizen bestonden voor bijna de helft uit een schuur en een stal ( cuort in het Reto-Romaans). De verbouwing hiervan tot extra woonruimte vormde een van de grootste uitdagingen voor de architect. Het lagere gedeelte, ooit een varkens- en schapenstal met voederbakken en afvoergoten, is omgetoverd tot een prachtige fitnessruimte, compleet met sauna en Turks bad, en een aantal extra slaap- en badkamers. De oorspronkelijke ingang van de cuort is vervangen door een glazen deur, waardoor je direct vanuit de sauna naar buiten kunt.

Klainguti heeft de schuur omgebouwd tot een woonkamer met een negen meter hoog plafond en zichtbare oude houten balken onder het zadeldak. De originele horizontale gevelbalken met telkens 20 cm tussenruimte bleven behouden en zijn aan oostelijke en westelijke zijde afgedekt met glas, wat de bewoners elk seizoen een verrassend lichtspel oplevert. Vanaf het zuiden stroomt het licht de indrukwekkende woonkamer in door de twee meter hoge boogramen.

Tijdens de verbouwing werden de slaapkamers, die oorspronkelijk alleen via een luik in de zitkamer bereikt konden worden, flink onder handen genomen. De verdieping beslaat nu de volledige ruimte onder het dak en is opgedeeld in twee lagen met een ijzeren trap ertussen. Naast een bureau en verscheidene badkamers tellen we zes slaapkamers. Hier komen dan ook vaak vrienden logeren.

De ingrijpende en veeleisende verbouwing heeft uiteindelijk vier keer zo veel gekost als de boerderij zelf.

Tekst Oliver Ike . Foto’s Grazia Branco

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content