Al 20 jaar delen ze lief en leed bij toneelspelersgezelschap Stan.

Sara De Roo en Jolente De Keersmaeker, de vrouwelijke helft

van een stevig collectief.

Jolente :Zelfs zonder dat surfkamp zouden we op elkaar zijn gebotst. Daar ben ik van overtuigd. Sara was veertien, ik zeventien. De zomer voor ik mijn toelatingsexamen aan het Antwerpse conservatorium ging doen, leerde ik haar op surfcursus in Zuid-Frankrijk kennen. Drie jaar later zou ze op dezelfde toneelopleiding belanden.”

Sara : “Het is niet door Jolente dat ik daar ben gaan studeren. Ik was al met voordracht en dictie bezig. Uiteraard had ik inside informatie over het conservatorium, maar die had ik evengoed over Studio Herman Teirlinck, waar ik ook mensen kende.”

Jolente : “Van alle Stanleden kennen wij elkaar het langst, maar eigenlijk is dat puur toeval. Een ongelooflijk toeval, dat wel. Ik woonde toen in Brussel en Sara in Antwerpen. En toch schreven wij ons allebei in voor een surfcursus, door een Antwerpse organisatie op poten gezet. In ieder geval, er sprong een vonk over toen we elkaar voor het eerst zagen.”

Sara : “Het wonderlijke is dat je op het moment dat je iets meemaakt nooit kunt inschatten hoever de gevolgen daarvan zullen dragen.”

Sara : “Op de duur raak je zo in elkaar verstrengeld dat je het je niet meer anders kunt voorstellen. Die gemeenschappelijke geschiedenis kan zeker een verrijking zijn, maar soms ook een last.”

Jolente : “Op bepaalde momenten moet je elkaar kunnen loslaten. Als je te zwaar aan dat verleden tilt, begint het na verloop van tijd te wegen.”

Sara : “Je moet in het heden leven en blijven plannen maken. Al gaan we uiteraard de twintigste verjaardag van Stan vieren. Uitgebreider zelfs dan we oorspronkelijk van plan waren. Op zo’n scharniermoment vind ik het wel fijn om eens achteruit te kijken en dat te delen met iedereen die er deel van heeft uitgemaakt.”

Jolente : “Er zit een onvoorwaardelijkheid in onze relatie, die je toch moet durven ter discussie te stellen. Dat is iets wat we het afgelopen jaar ingezien hebben. Een broodnodig besef. Anders dreigt het gevaar dat je elkaar gaat claimen.”

Sara : “Soms zijn er perioden dat alles voor de wind gaat, dat iedereen bij Stan goed overeenkomt en de tournees op wieltjes lopen, en ineens volgt dan een dip. Door Ć©Ć©n kink in de kabel kan de machinerie mank beginnen te lopen. Zo lijkt het toch. Niet dat de buitenwereld daar iets van merkt : de kwaliteit van de voorstellingen lijdt er niet onder.”

Jolente : “Hoe je met die moeilijke momenten omgaat ? Ik denk dat de tijd veel wonden heelt.”

Sara : “Een beetje afstand nemen, kan helpen.”

Jolente : “Het idee : laat iedereen nu maar even in zijn eentje floreren. Zijn eigen weg gaan.”

Sara : “Tot je weer de positieve kant van die gedeelde geschiedenis kunt zien. Het besef : dit wil ik niet missen, het is een deel van mijn leven. En je bent weer vertrokken.”

Jolente : “Het twintig jaar uitzingen met een toneelgezelschap, dat is vrij uniek. Soms was het heftig. Ons grote geluk was dat we van in het begin stelden dat binnen de structuur van Stan iedereen zijn eigen ding moest kunnen doen. Zonder dat we het contact verliezen.”

Sara : “Dat is niet altijd de makkelijkste weg. Op sommige momenten hadden we moeite om alles bij elkaar te houden. In 2000 hebben we het moeilijk gehad. Toen hebben we lange tijd niet meer samen gespeeld. Als je alle vier met iets anders bezig bent, wordt het lastig om samen dat gezelschap te blijven leiden. Maar de gedachte dat je altijd mag weggaan en altijd wilt terugkomen, loont op lange termijn.”

Jolente : “Van bij de start was het duidelijk dat we het zonder artistieke leider zouden doen. Matthias De Koning van Maatschappij Discordia leerde ons hoe je zonder regisseur een voorstelling kunt maken en hoe je als collectief kunt functioneren. Moet je over alles een consensus bereiken ? Of is het net een troef dat je de verschillen laat zien ? We hebben hier intussen tien medewerkers in dienst. Het aanwerven van een technicus, het regelen van de lonen : dat vergt steevast ellenlange vergaderingen. Iedereen moet over elk detail zijn zeg kunnen hebben.”

Sara : “Dat kan vermoeiend zijn. Maar je weet waarvoor je het doet : nooit kun je achteraf zeggen dat je het niet hebt geweten. Toen ik net afgestudeerd was, speelde ik enkele keren bij grote gezelschappen. Ik begreep dat niet : dat mensen niet konden verdedigen wat ze op een scĆØne deden. Als je als acteur niet achter de interpretatie of de boodschap van een voorstelling kunt staan, mag je in mijn ogen niet het toneel op gaan.”

Jolente : “Voor nieuwe medewerkers die uit een meer traditionele werksituatie komen, is het hier altijd even wennen.”

Sara : “Soms is het Ć©Ć©n grote chaos. Dat is onvermijdelijk. Maar liever dat dan mensen die iets doen zonder te weten waarom.”

Sara : “Al zijn we tegenpolen, het verbond wordt sterker. Omdat we onszelf beter gaan doorgronden. De ruimte die je aan elkaar geeft, wordt ook groter. Dat de tegenstellingen uitkristalliseren, betekent niet dat je uit elkaar groeit. Integendeel. Onze verschillen botsen, maar werken tegelijk heel stimulerend. Volgens mij is dat onze voeding als we samenwerken.”

Jolente : “Op het eerste gezicht zou je kunnen zeggen dat Sara veel gestructureerder denkt dan ik. Zij behoudt meer het overzicht. Toch kan zij in bepaalde situaties veel emotioneler zijn dan ik.”

Sara : “Ik ben ooit in de werkkamer van operaregisseur Karl-Ernst Herrmann geweest. Alles op zijn bureau ligt netjes naast elkaar. ‘Dat is om de chaos in zijn hoofd meester te kunnen zijn’, vertelde zijn vrouw Ursul. Ik voel ook die behoefte om orde te brengen in mijn leven. Stapeltjes maken. Ik denk dat Jolente in die zin van mij verschilt : zij laat de chaos meer toe.”

Jolente : “Af en toe krijg ik het gevoel dat ik theater nog te veel als een spel opvat. Sara is veel meer nauwgezet in haar voorbereiding op een rol. Ze gaat met meer ernst met de tekst om.”

Sara : “Jolente werkt veel meer ontspannen naar een premiĆØre toe, maar als puntje bij paaltje komt, kennen we onze tekst even goed.”

Jolente : “We vullen elkaar aan. Sara is veel mĆ©Ć©r een actrice dan ik. Ik heb lang het metier willen ontkennen. Als het maar uit mezelf kwam, was het al goed. Zij heeft mij besmet en omgekeerd.”

Sara : “Ik heb van Jolente geleerd te blijven. Als iets mij vroeger niet beviel, dan liep ik weg. Ook met vriendjes was dat zo. Jolente bracht me tot het inzicht dat je pas verdieping krijgt als je voorbij het conflict gaat. Zo kom je in gebieden waarvan je het bestaan niet vermoedde.”

Jolente : “Ik ben net bevallen van een derde kind. Vroeger had ik altijd moeite om afstand te nemen van Stan. Voor de eerste keer lukt me dat nu wĆ©l.”

Sara : “Ik zit anders in elkaar. Ik kan thuis komen en mijn gsm afzetten. Affiches nog niet in orde ? Dat ze het oplossen. Dat is wel gezond voor mij, maar er zijn momenten waarop je je die houding niet kunt permitteren. Ik moet mĆ©Ć© beslissen. Als het moet, houden we elkaar bij de les. We houden elkaar in evenwicht.”

Jolente : “Dit moment, met die baby, moet ik nu grijpen. Laat de boel maar even de boel. Tien jaar geleden had ik dat niet gekund. Toen had ik niet het geduld en de overgave om me op kinderen te concentreren. Omdat de ambitie nog te hard brandde. Door het besef dat de voorbije twintig jaar zo intens en vol zijn geweest, kan ik nu meer rust vinden. Als ik zie wat we met Stan al bereikt hebben, stel ik vast : het is heel vervullend.”

PremiĆØre van de nieuwe productie ‘Stukken’ : 19 maart

in het Kaaitheater, Brussel. Info : www.stan.be

Door Peter Van Dyck . Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content