Ooit moest deze buurt vol staan met dit soort strakke stalen woningen, maar de vroegtijdige dood van de architect maakte een eind aan die droom. Onlangs werd deze modernistische parel uit de jaren zestig weer helemaal opgeknapt.

We zochten twee jaar naar een woning en vonden niets”, vertelt interieurarchitect Arjaan De Feyter. “Ik had geen zin meer om naar huizen te kijken, want ze zagen er allemaal even somber uit. Tot ik dit huis op internet vond.” Toen hij hier voor het eerst binnenstapte, samen met zijn vrouw Liesbet Verstraeten, waren ze meteen verkocht. Liesbet werkt in het ontwerpatelier van Dries Van Noten. Beiden zijn dus creatieve jonge mensen die graag zelf de handen uit de mouwen steken. “Wat ook nodig was, want dit pand zag er behoorlijk onaantrekkelijk uit. Maar we waren wel meteen weg van die moderne staalstructuur. Het toeval wil dat ik tijdens mijn studies de opdracht kreeg om zo’n gebouw aan te kleden. Ik droomde er vele jaren van ooit zoiets te bouwen of te verwerven. De maquette van dat project heb ik intussen weer uitgehaald en een plaats gegeven in de ontvangstruimte beneden.”

Jammer genoeg werd deze woning ooit verbouwd en ging de oorspronkelijke transparantie verloren. Gelijkvloers zaten er zelfs ‘fermetteramen’, en stond er ook een landelijke bakstenen schouw. De benedenstructuur was volledig dichtgemetseld, zodat er van de oorspronkelijke woning uit 1969 niet veel meer te zien was. Een oude zwart-witfoto uit die tijd toont ons hoe modern het huis wel was. “Het werd ontworpen door architect Herman Andriessen, die amper één jaar later verongelukte. Hij had zijn loftwoning als een prototype ontworpen, waarbij het de bedoeling was dat de buurt ooit vol zou staan met dergelijke stalen constructies. Maar dat is er dus niet van gekomen.”

De latere verbouwing ondermijnde ook de staat van het pand. “Toen we het in de zomer kochten, waren we ons eigenlijk niet bewust van de slechte toestand waarin het gebouw verkeerde”, legt Arjaan uit. “De woning kampte met een aantal fundamentele technische gebreken die je niet meteen zag. Bijvoorbeeld het feit dat de staalstructuur binnen amper of op sommige plaatsen zelfs niet ge- isoleerd was, wat enorme koudebruggen veroorzaakte. Het staal loopt van buiten naar binnen, koelt af en zorgt voor condensatie. Ook het dak bleek verkeerd geïsoleerd. Bovendien zorgden lekken in de regenafvoer voor extra vocht, waardoor het staal op vele plaatsen ging roesten. Kortom, er was flink wat werk aan de winkel.”

Fabriekshal

Arjaan en Liesbet besloten het gebouw volledig te strippen. “Mocht iemand anders die structuur hebben moeten saneren, dan zou hij vermoedelijk zijn overgegaan tot de sloop, want het staal bleek serieus aangetast. Maar wij wilden het gebouw juist terugbrengen naar zijn originele structuur.” Dus werd het stalen skelet hersteld. “En degelijk geïsoleerd met polyurethaanschuim dat er door een speciaal bedrijf op werd gespoten.” Voor Arjaan was deze renovatie een unieke leerschool. Door oplossingen te bedenken voor de vele structurele problemen was hij aanvankelijk meer bezig met pure bouwkunde in plaats van met interieurarchitectuur.

Ook binnen wilde Arjaan de originele toestand zoveel mogelijk in ere herstellen. Oorspronkelijk zat er onderaan een carport, Arjaan heeft er zijn ontwerpbureau in ondergebracht. “Maar de openheid heb ik gerespecteerd door de buitenwanden volledig in glas op te trekken, met ingewerkte profielen, onzichtbaar dus. Het bureau kreeg een witte gietvloer en lichtgrijze kasten. Daardoor blijf je het gevoel hebben dat de bovenbouw zweeft.”

Het huis heeft dus twee verschillende sferen, beneden strak en open, boven warm en gesloten. “De woonruimte is opgevat als een loft. Door het donkere parket, de keuken in moeraseik, het warme gele licht en de gashaard voelt de ruimte wat intiemer aan.” Een deel van de originele meubels die bij de woning hoorden, werd teruggevonden in de garage, zoals enkele zetels en kasten van Pieter De Bruyne. Arjaan vulde ze aan met stoelen van Willy Van Der Meeren en twee betonnen tuinzetels van Willy Guhl. De salontafel is van Poul Kjaerholm. “Ik hou van transparante meubels op lichte poten of met een draadstructuur. Zoals de Bertoiastoelen, die beneden staan en die we hier in de buurt op straat vonden. Deze transparantie past bij de skeletstructuur van de architectuur. Kijk bijvoorbeeld ook naar de glazen wanden. Oorspronkelijk gebruikte Andriessen daarvoor polyesterplaten. Hij was namelijk ook actief in de industriebouw en vatte zijn woning een beetje op als een kleine fabriekshal. We hebben de platen, die ondertussen stuk waren, vervangen door Reglitglas, dat beter isoleert. Door deze beglazing zorg je er ook voor dat er mooi natuurlijk licht, net als van een Japans kamerscherm, binnenvalt. Dat is heel belangrijk !”

Info : www.arjaandefeyter.be

Door Piet Swimberghe I Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content