Wild farmer Dries Delanote: ‘Met je handen in de grond wroeten is een universele taal’

© Fred Debrock
Agnes Goyvaerts

Met zijn bedrijf Le Monde des Mille Couleurs, in het uiterste westen van het land, levert Dries Delanote (44) ecologisch gekweekte groenten, bloemen en wilde kruiden aan toprestaurants, tot over de Franse grens.

Een wild farmer moet een beetje wild zijn vanbinnen. Net als de konijntjes ga je de plekken zoeken waar het lekkerste onkruid staat. Die wilde planten wil ik zien groeien en oogsten, maar daarnaast wil ik ook bloemkool en knolselder kweken, zonder ze te forceren. Voor mij is ieder bloempje, ieder blaadje van een plant een kunstwerkje. Daar kan ik nooit genoeg van krijgen. Een plant heeft meer dan één leven, heb je al eens van een preibloem geproefd?

Ik heb altijd boer willen zijn. Thuis waren we met vijf, en mijn ouders wilden hun boerderij niet opsplitsen. Alles moest toen groter, een stap terugzetten was uitgesloten. Daar heb ik wel last van gehad. Hoe kan dat nu, dat je ouders voor je beslissen dat jij geen boer mag worden? Die teleurstelling en mijn mondiale bewustwording hebben me de kracht gegeven om te starten. Ik had tijdens buitenlandse stages gezien hoe we Afrika leegroven en onze overschotten daar in bulk neerzetten. In de dorpen kweken ze geen kippen meer, omdat het goedkoper was om ingevoerde kippen te kopen.

Ik heb tot mijn knieën in de modder gestaan, om toch die mierikswortel en aardpeer boven te halen. Maar ik voelde me gelukkig

Ik ben beïnvloed door pioniers van de biolandbouw. Mensen als Remy Schiffeleers van De Levende Aarde en Rolle De Bruyne van De Hogen Akker spraken me over een manier van boer zijn die ik heel goed begreep. Ik ben wat pompoenen en venkels beginnen te kweken, en de knip was gebeurd.

Op zeker moment hadden boer en horeca honger naar hetzelfde. Le Monde des Mille Couleurs is beginnen te rollen omdat een aantal chefs geïnteresseerd waren in biogewassen. Mensen als Kobe Desramaults gingen op zo’n hoog niveau koken met groenten, wat onmogelijk was met waardeloze producten. Door hen is er interesse gekomen in kleinschalige landbouw, in wilde planten en groenten met smaak.

Hard werken schrikt me niet af. Om rond te komen moest ik de restaurants het hele jaar door kruiden en groenten kunnen leveren. Ik heb in de winter tot mijn knieën in de modder en in de regen staan spitten, heel diep, om toch maar die mierikswortel en de topinamboers boven te halen. Maar ik voelde me gelukkig.

De oprukkende industriële landbouw maakt me kwaad. De vorige generatie is zo rijk geworden door hier in de streek grond te kopen die nu voor het tienvoudige wordt verkocht. Als iemand zou aankloppen bij het OCMW en geen geld maar grond zou vragen, zouden de wetten dat in de weg staan. Zo kun je nochtans mensen opnieuw zelfvoorzienend laten zijn, in plaats van de grond aan de grootindustrie te geven.

Ik ben van niks begonnen en twintig jaar later komen boeren uit Frankrijk bij mij inspiratie zoeken

Op een dag zal er een revolutie komen. Een duurzame, pure, gezonde voedselproductie voor onze kinderen is mogelijk. We hebben hier in het rijke Westen de beste grond en ons klimaat is schitterend voor productie. Door het warme weer hadden we nu een gigantische oogst aan tomaten en aubergines. Maar op de radio horen we enkel alarmverhalen over boontjes en aardappelen die duur zullen worden door de droogte. Dat de Boerenbond liever eens een campagne opzet om die overschotten te verwerken. Dan zouden de mensen zich 2018 herinneren als het jaar dat ze in de winter tomaten aten, en hoe lekker die waren.

Met je handen in de grond wroeten is een universele taal. In Alto Plana in Bolivië spreken ze Aymara, maar we begrepen elkaar, door bezig te zijn met de patatten. Iedereen vindt eten belangrijk, maar die taal van de landbouw mag niet verloren gaan.

Urban farming moet niet te populair worden. Ik ben tweehonderd procent pro volkstuintjes en stadstuinieren, als pedagogisch project. Maar als ik beelden zie van grootschalige loodsen, waar men computergestuurd de dag en de nacht nabootst, en sla kweekt op verdiepingen, dan krijg ik rillingen. Laat de dingen toch op hun gemak groeien en ontdek de echte smaken.

Ik probeer constant om het beter te doen. Niet in de productieve zin, maar als boer vanuit de echte definitie. Dat heeft me als mens veranderd. Maar Le Monde des Mille Couleurs is geen romantisch project. Ik ben van niks begonnen en twintig jaar later komen boeren uit Frankrijk bij mij inspiratie zoeken. Dat maakt me blij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content