De uitnodiging om met de Hummer H3 te rijden verraste. Met de huidige CO2-obsessie is de Amerikaan geen voor de hand liggende keuze, maar omdat verscheidenheid nu eenmaal verrijkend kan zijn, hapten we toe. Bij de invoerder oogt de knalrode H3 indrukwekkend vierkant en lomp en wie er nooit mee gereden heeft, verwacht niet veel goeds – dat moeten we eerlijk toegeven. Het grote publiek kent het merk door de eerste Golfoorlog toen de H1’s, aangedreven door een V8-diesel, door de Iraakse woestijn denderden. In 1999 werd er een burgerversie van gecommercialiseerd, maar die was te groot voor dagelijks gebruik. Zes jaar geleden werd een H2 op wielen gezet, maar ook die bleek voor de Europese markt wat te omvangrijk, zodat de downsizing verder ging. Het resultaat daarvan is de H3. Nog altijd verre van onopvallend, want hij is 1,90 meter hoog, 1,99 meter breed en 4,78 meter lang. Toch weegt die blok op wielen met 2,1 ton niet buitensporig veel.

Onder de kap steekt een aluminium vijfcilinder 3.6 liter benzinemotor die 244 pk ontwikkelt en aan een ouderwetse aandoende viertrapsautomaat werd gekoppeld. Wie weet dat de H2 nog een achtcilinder 6 liter meekreeg, beseft dat downsizing geen ijdel woord is. Bovendien bezit die twintigkleppenmotor in de H3 meer karakter dan men op het eerste gezicht zou verwachten. Hij klimt behoorlijk in de toeren en levert 90 procent van zijn maximale motorkoppel tussen 2000 en 6000 toeren/minuut af.

Toch is hij geen sprinter, want hij heeft zowel zijn hoekige vorm als zijn gewicht tegen en zijn topsnelheid werd ook vrijwillig begrensd op 158 km/uur.

Dat zijn ware roeping op het veld ligt, zal inmiddels duidelijk zijn. Met een bodemvrijheid van meer dan 21 cm, een permanente vierwielaandrijving, en in het geval van de Adventure een reductiebak, is hij gewapend om spelenderwijs de hindernissen te overwinnen. Bovendien voelt hij er zich zo in zijn sas dat hij zijn rijder een geruststellende gemoedsrust bezorgt.

Maar er is meer. De Hummer H3 is niet zomaar een Amerikaanse krachtpatser. Op de gewone weg is hij zowel geruisloos als comfortabel en nog redelijk manoeuvreerbaar ook. Al valt parkeren in de stad door de slechte uitkijk naar achteren dan weer lelijk tegen. Maar de hoge zit en de eigenzinnige vorm konden we na enkele dagen wel appreciëren. Het enige wat ons echt tegenzat, was het verbruik. Zelfs met een fluweelzachte voet raakt men niet onder de 15 liter/100 km en in de stad flirt de H3 probleemloos met de 20 liter. Om maar te zeggen dat ook downsizing relatief is. Maar er is beterschap op komst : volgend jaar komt de H3 eraan met een heuse dieselmotor en knoopt daarmee opnieuw aan met het oorspronkelijke, militair georiënteerde concept.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content