Toen ik geboren werd, stonden de Lage Landen blank. Ik heb daar achteraf zo vaak die Bert Haanstra-documentaire over gezien dat het lijkt alsof ik het zelf bewust heb meegemaakt. Hebt u dat ook wel eens, dat u niet weet wat u zich echt herinnert of alleen maar dĆ©nkt te herinneren wegens zo vaak horen vertellen ? Hoe ook, ik kwam te laat. Verondersteld om op 1 januari mijn entree in de wereld te maken, wat wellicht een foto in de krant had opgeleverd, kwam ik pas een volle week later op de proppen. Toen al een gebrek aan ambitie, typisch. “Moeten we dat echt mee naar huis nemen ?” mopperde mijn pa bij de eerste aanblik van mijn rode, gerimpelde smoelwerk. Maar dat was maar om te lachen. Vaders plachten in die tijd nog niet mee te bevallen, ze gingen gewoon naar hun werk en kwamen pas na het puffen en persen en knippen en naaien met een bos bloemen aanzetten. In het moederhuis, zoals dat toen heette. Waar mijn vader ook rijkelijk laat aanspoelde, wegens verdwaald in de dichte mist. In de auto die hij aanhield om de weg te vragen zat mijn grootvader, evenzeer verdwaald. Veel was een beetje om te lachen in de familie, het heeft ongetwijfeld mijn kijk op het bestaan bepaald.

Of het met de dijkbreuken van indertijd te maken heeft of niet, water – zij het in de vorm van drank, bubbelbad, meer of zee – is mijn favoriete natuurelement. En als dobberen een evenwichtsoefening is, dan ben ik een emotioneel uitgebalanceerd mens. Als kind al voelde ik een zekere affiniteit met de manatee, een ietwat sloom, vriendelijk uit zijn ogen kijkend zeezoogdier dat traag rondgleed in zijn bassin in een uithoek van de zoo en graag andijvie lustte. Aan school had ik dan weer een aperte hekel, vooral aan vraagstukken waarin een vlieg een massa van 85 mg en een vermogen van 1,40 MW had, waarna je moest berekenen hoelang ze erover deed om 160 cm verticaal op te stijgen. Wie wil zoiets weten, vraag ik u ?

Om aan dat soort onzin te ontsnappen ging ik talen studeren. Via het onderwijs paddelde ik als vanzelf de journalistiek binnen. Voor sommigen is dat maar een begin : ze worden hoofdredacteur, creative director, televisiepersoonlijkheid of schrijver. Soms allemaal tegelijk. Ik niet. De vraag die mij het vaakst gesteld wordt, is : “Waarom schrijf je geen boek ?” Maar dat veronderstelt ideeĆ«n die je vervolgens aan een onderwerp opdringt. Ik kom er meestal maar al schrijvende achter wat ik denk. Bovendien, als je binnen twee uur een stukje moet inleveren, ben je niet Keats, maar gewoon te laat. Ik schrijf niet met een lievelingsvulpen in een notitieboekje met goud op snee in een knus ingericht schrijvershonk. Ik doe niet aan vetes, handenwringen, tranen om middernacht. Hoogstens frons ik mijn wenkbrauwen, maar dan eerder boven mijn belastingaangifte. Ik pleeg geen drama, poĆ«zie of grote romans. Ik kijk toe terwijl andere mensen dat doen en schrijf er geamuseerde stukjes over. Tikkeltje sloom, zoals de manatees. Die worden in Florida, waar ze in subtropische lagunes gedijen, steeds vaker door airboats aangevaren. Gelukkig hebben ze een geweldig dik vel.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content