Zangeres en beiaardier

De eerste keer in zo’n toren spelen is fantastisch. Het was in de Sint-Romboutstoren in Mechelen, meteen na mijn eerste les in de beiaardschool. De trappen bleven maar komen toen ik samen met de andere leerlingen naar boven ging. Ik mocht Broeder Jacob spelen. De hele stad kon het horen. Die gedachte maakte het ontzettend spannend.

Dankzij mijn broer heb ik het beiaardspel ontdekt. Tijdens een vakantie in Nieuwpoort beklommen we daar de klokkentoren, waar de stadsbeiaardier aan het spelen was. Mijn broer was meteen gefascineerd. Hij vroeg wat hij moest doen om beiaardier te worden. Eerst piano leren, zei de beiaardier, of nog beter : orgel. Dus is mijn broer orgel en later beiaard gaan spelen. Door de beiaardconcerten die we bezochten, raakte ik stilaan ook betoverd.

Het kan zo mooi zijn, zo’n zingende toren. De beiaard is een typisch instrument van de Lage Landen, echt iets om trots op te zijn. Voor toeristen is het een sensatie, voor de man in de straat charmante achtergrondmuziek. Jammer dat het van de stadsbesturen niet altijd de waardering krijgt die het verdient. Brussel bijvoorbeeld heeft een pracht van een beiaard, maar al vijf jaar geen beiaardier meer.

Beiaardier zijn is nog altijd meer een mannenzaak. Vorig jaar ben ik afgestudeerd aan de Koninklijke Beiaardschool Jef Denyn. Samen met mij kregen nog twee andere vrouwen hun diploma of getuigschrift. Het was de eerste keer in de geschiedenis van de school dat er alleen maar vrouwen afstudeerden.

Toen ik voor het eerst alleen in een toren speelde, is mijn vader mee naar boven gegaan. Hij vond het maar niets, zijn dochter helemaal alleen in die grote toren. Maar na één keer was het in orde.

Mijn muziek heeft me al veel doen reizen. Ik heb de kans gekregen om naar Wellington in Nieuw-Zeeland te gaan. De beiaard daar is met zijn zeventig ton de op twee na zwaarste ter wereld. Als je daarop speelt, weet je weer waarom je het doet.

Een toren bestijgen, dat is in een andere wereld stappen. Je staat even helemaal los van het leven beneden. Als ik weer buiten kom, lopen de mensen mij voorbij. Een straatmuzikant heeft zijn hoed voor zich, een beiaardier ziet niemand zitten.

Een beiaard is een veelzijdig instrument. Het hoeft niet altijd stevig doormeppen en zweten te zijn. Je kunt er ook heel subtiel en gevoelig op spelen. ‘Artistiek karate’ noemt directeur van de Mechelse Beiaardschool Jo Haazen het.

De beiaardschool is mijn tweede thuis geworden. Op mijn dertiende ben ik er aan mijn opleiding begonnen. Eerst met een halfuurtje les op zaterdag, later kwam ik ook tijdens de middagpauzes van school naar hier om te oefenen. De sfeer is heel open. Er komen studenten uit alle hoeken van de wereld, van Rusland en China tot Amerika en Portugal. Ik zit hier echt graag.

Ik weet wat ik wil bereiken en die drang duwt mij vooruit. Voorzichtig. Mijn vriend, ook een beiaardier, is daar veel heviger in. Hij is een typische Nederlander. Als hij ergens voor wil gaan, dat doet hij dat. Ik ben meer een twijfelaar.

Misschien heb ik wel een soort verlangen naar het verleden. Ik speel beiaard, orgel en zing klassieke liederen. Draailier, een echt oud volksinstrument, leren bespelen, is nog een droom van mij.

Ik heb een diepe band met de beiaard. Ik hoop dat hij nooit uit mijn leven zal verdwijnen. Soms kan ik er serieus kwaad op zijn, als een passage na twintig keer oefenen nog altijd niet goed klinkt. Maar de beiaard en ik, dat is toch vooral liefde.

Dina Verheyden (26) speelt deze zomer concerten in Mechelen (4 augustus, Sint-Romboutstoren, 20.30 uur), Diest (10 augustus, Sint-Sulpitiuskerk, 20 uur), Voorburg (NL) (23 augustus, 11 uur) en Lier (24 augustus, Sint-Gummaruskerk, 19.30 uur).

Door Lien Lammar / Foto Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content