Nieuwe projecten in de westelijke woestijn van Egypte lonken uitdrukkelijk naar ecotoeristen. Wij snoerden de gordels vast voor een 4×4-safari en gingen in de oasen van Bahariya en Dakhla de temperatuur meten.

Een woestijnreis waarvoor u zich naar een van de drukste en luidruchtigste steden ter wereld moet verplaatsen – een mens zou voor minder haast hebben om er tussenuit te knijpen. In de broeierige soeks van Caïro kunt u echter bescherming tegen de zon inslaan, en de snelcursus marchanderen is mooi meegenomen. Het Nationaal Museum is bovendien in meer dan één opzicht een symbolische instelling. Het huis voor de Egyptische oudheid kampt al jaren met plaatsgebrek, gedateerd meubilair en andere kwalen. Tegen 2014 verhuizen het gouden masker van Toetanchamon en andere kostbaarheden uit zijn grafkelder dan ook naar het nieuwe Grand Egyptian Museum, vlakbij de piramiden van Gizeh. Op het terrein vallen voorlopig alleen graafmachines te ontwaren, maar het ontwerp inspireert tot in de verste uithoeken van Egypte nieuwe museumprojecten.

Het is niet de enige frisse wind in de toeristische sector : elders testen kapitaalkrachtige projectontwikkelaars nieuwe formules uit in de woestijn. De 12,5 miljoen buitenlandse toeristen die Egypte jaarlijks bezoeken kiezen meestal voor een cultuurreis naar de steden in de Nijlvallei of een strandvakantie, tachtig procent van het land is echter woestijngebied. Aangemoedigd door de crisis wil de overheid dan ook werk maken van een derde toeristische pijler : woestijn- en oasesafari’s voor meerwaardezoekers waarbij authenticiteit, avontuur en eco-luxury centraal staan.

Dat laatste begrip wijst op een koerswijziging. Egypte wil het ditmaal anders aanpakken dan in het verleden, los van het massatoerisme. Zo worden de lokale reisorganisaties die jaarlijks ruim tweehonderdduizend toeristen door de westelijke woestijn, de oostelijke woestijn of de Sinaï begeleiden, aangemoedigd om zich aan te sluiten bij Egyptian Desert Keepers. Die jonge vereniging promoot verantwoorde woestijnreizen en legt haar leden een gedragscode op. Behalve de omgang met de menselijke en natuurlijke omgeving behandelen de voorschriften ook de voorbereiding en veiligheid van de lange woestijnritten. Een voertuig mag bijvoorbeeld nooit alleen de weg op. Zichzelf van een professionele chauffeur en gids voorzien, is dus niet alleen een kwestie van principe.

Bye bye idylle

Na een bezoek aan de citadel van Caïro en de obligate halte bij de piramiden zetten onze robuuste terreinwagens koers naar de oostelijke Sahara. Nasr, een goedlachse man die aan zijn corpulente verschijning de bijnaam Tyson dankt, is de chauffeur die ons heelhuids naar Bahariya zal brengen, de eerste oase ten zuidwesten van Caïro. De bagage zal de afstand, bijna vierhonderd kilometer, op het dak van de 4×4 afleggen.

De goede asfaltweg lijkt aanvankelijk op een lokale versie van de A12, met bedrijfsparken en winkelcentra, maar de tekenen van menselijke activiteit doven al gauw uit, om uiteindelijk te verdwijnen. Ook wegverkeer wordt schaarser in het uitgestrekte woestijnlandschap. In het enige baancafé op de route tellen we bij een korte stop hoogstens een handvol truckchauffeurs. Het her en der langs de weg gedumpte afval verraadt natuurlijk wel menselijke passage.

Na bijna vijf uur rijden door droge vlakten voorspellen dadelpalmen de nabijheid van Bahariya. Meteen ook blijken mijn idyllische verwachtingen onrealistisch. Zoals andere oasen is ook Bahariya namelijk geen afgemeten plaats, maar lager gelegen woestijngebied met verscheidene, vaak eeuwenoude gehuchten. Aan leven is in het hoofdstadje Bawati geen gebrek, maar de in volle zon uitgestalde rundskarkassen en andere toeristische konvooien – de oase wordt niet voor niets Toyota City genoemd – doorprikken de oase-romantiek. Moderne appartementsgebouwen illustreren bovendien de overheidsinspanningen om de streek opnieuw te bevolken. De met werkloosheid kampende steden kunnen de instroom vanuit het hinterland immers niet blijven slikken.

Champage in de woestijn

Zelf verblijven we in de Lazuli Lodge in het hart van de oase, een in september geopend ecohotel dat zich met zonne-energie voedt. Voormalig reisbegeleider en zaakvoerder Wally Aziz liet in vier hectare duingebied een complex optrekken met twintig kamers en woningen voor het nog onwennige, maar vriendelijke personeel. Lokale vakmannen bouwden er een sprookjesachtig, maar authentiek oasedorp in traditionele materialen : leem, klei en stro voor de muren, palmbladeren en acaciastam voor de daken, ruw hout voor de deuren en vensters, en kleurrijk textiel voor de loungeachtige bedoeïententen.

De van nature hittewerende kamers zijn ingericht met Egyptisch katoen, vlas en bamboe, maar verder is soberheid troef. Op faciliteiten als televisie en internet zit zijn doelgroep immers niet te wachten, meent Aziz : “We hebben bewust geen architectenbureau ingehuurd. Onze gasten zoeken geen hip design, maar een authentieke ervaring.” De angst van sommige oasebewoners dat de lodge weleens een decadente bedoening zou kunnen zijn, is alvast ongegrond : wilder dan een fles champagne en traditionele livemuziek bij een kampvuur wordt het ’s avonds niet.

Tot rust komt u in de Lazuli Lodge vanzelf. De exotische vergezichten in de woestijn, oorverdovende stilte en kleurrijke zonsopgang plukken u meteen weg uit uw dagelijkse ritme. Er is ook altijd wel een knusse zit- of leeshoek te vinden, en het chloorvrije zwembad nodigt uit tot een verfrissende duik. Wie wil, kan zelfs kennismaken met de omwonenden die het domein dankzij nieuwe waterbronnen van biologische gewassen voorzien. Minder aangenaam zijn de kinderziekten van de lodge. Twee maanden na de opening zijn de zonnepanelen zelfs met een minimale bezetting ontoereikend, valt om de haverklap de stroom uit en is de buiten- en kamerverlichting ’s avonds beperkt tot petroleumlampen. Een warme douche komt er al helemaal niet van.

Star Wars meets Dali

Na het ontbijt in de open lucht trekt de safari verder zuidwaarts. De rit naar Dakhla, de volgende oase op onze route, ontpopt zich al gauw tot een Egyptische versie van de Route 66. Het bochtige parcours overbrugt soms flinke hoogteverschillen, en de gevarieerde woestijnscenografie – van roodgetinte zandmeren tot woest ge-bergte – leidt van de ene verbazing naar de andere. Bovendien ver-laten onze terreinwagens voortdurend de grote weg. Zelf verlies ik er al gauw het noorden bij, maar ook zonder oriëntatiepunten, gps of opengevouwen kaart zit Tyson altijd perfect op koers.

Zo duiken we kort na vertrek al in de zwarte woestijn, waarvan het vulkanische gesteente en de basalten heuvels zijn naam alle eer aandoen. En als we later twee uur lang de witte woestijn doorkruisen, krijgt het landschap surrealistische trekken. Het is bezaaid met metershoge kalksteensculpturen, waar de wind paddenstoelen, dieren en andere vormen heeft in gehouwen. Een natuurwonder zonder meer, met referenties naar Star Wars en Salvador Dalí.

Ook patrouilles van parkwachters zijn trouwens nooit veraf. De broze formaties zijn sinds 2002 beschermd gebied en liggen nu in een nationaal park van vierduizend vierkante kilometer. De parkwachters moeten er verhinderen dat bezoekers de rotsen beklimmen, bekladden of plunderen, en ook afval houdt u beter netjes bij.

Langs welke kant u Dakhla ook bereikt : de dramatische verandering in het landschap en de landbouwactiviteit kunnen u moeilijk ontgaan. Vijfhonderd waterbronnen schenken de oase een weelderige vegetatie, akkers en een uitgebreid dierenbestand. Op de weg dienen we dan ook voortdurend tussen geiten en ezels te laveren. Een verkwikkend voetbad in een zwavelhoudende warmwaterbron komt in ieder geval als geroepen, en niet alleen door het zinnenprikkelende avondlicht. Woestijnsafari’s zijn voor lichaam en geest een intensieve ervaring.

Dakhla is een van ’s lands meest afgelegen oasen, en met zijn Romeinse tempels en andere monumenten ook een van de oudste permanent bewoonde plaatsen van Afrika. Nochtans vechten de bewoners er voortdurend met de oprukkende woestijn en kunnen zandstormen en verschuivingen in de naburige duinen hele gehuchten ondersneeuwen. In El-Qasr, een ommuurde middeleeuwse nederzetting met lemen huizen, is het straatniveau zo gestegen dat van vele deuren nog slechts de bovenkant zichtbaar is. Het in onbruik geraakte, deels gerestaureerde labyrint van stegen is nu een bezienswaardigheid, maar voorlopig zonder voorzieningen.

Eerst de mens, dan de airco

Tijdens onze twee dagen in Dakhla overnachten we in de Al Tarfa Desert Sanctuary. De met prijzen overladen lodge, die in december zijn eerste verjaardag vierde, werd geopend in samenwerking met de Orascomgroep, een van Egyptes grootste spelers in de toeristische sector. Kosten noch moeite werden er gespaard om woestijnreizigers in de watten te leggen, te beginnen met het verzorgde interieur van de twintig vrijstaande kamers en gemeenschappelijke ruimten, en het meer dan behoorlijke restaurant. Qua ontspanningsmogelijkheden staan onder meer een zwembad, een goed uitgeruste spa en een fitnessruimte ter beschikking, maar ook Arabische volbloeden en dromedarissen. Geen wonder dat onder meer Robert De Niro en Nicola Bulgari hier al verbleven.

“Woestijnluxe zonder compromissen”, vat Wael Abed de aanpak samen, en een ecologische levensstijl wordt van de gasten dan ook niet verwacht. Groenten en fruit worden op het domein geteeld, maar de lodge richt zich vooral op de gemeenschap, zegt Abed : “Airco’s en grote vensters bannen is niet onze prioriteit. Wel leren we mensen hoe ze hun land kunnen irrigeren, koesteren we lokale vaardigheden en recruteren we personeel uit de omgeving.” Op uitnodiging van Al Tarfa voerde een medisch team trouwens tientallen oogoperaties uit in de oase.

Voor we de terugreis naar Luxor aanvatten, opnieuw een scenografische rit van goed vijfhonderd kilometer, pikken we in de naburige zandduinen een magische zonsondergang mee. We maken tekeningen in het zand en rennen in alle richtingen om de immense leegte te fotograferen, maar het door de fluitende wind en laagvliegende zandkorrels begeleide schouwspel legt iedereen al gauw het zwijgen op. Dat een deel van de duinen nu beschermd gebied is, na een door Al Tarfa bestelde studie, geeft aan hoe Egypte de toeristische ontwikkeling van de oasen en natuurbescherming hand in hand laat gaan.

TEKST EN FOTO’S WIM DENOLF

DE BROZE FORMATIES ZIJN SINDS 2002 BESCHERMD GEBIED, ZE LIGGEN IN EEN NATIONAAL PARK VAN 4000 KM2.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content