James van Sweden, een van de grondleggers van de “nieuwe Amerikaanse tuin”, heeft het betoverende Chesapeake Bay in Maryland een haven van rust geschonken waar moderne vormgeving en een natuurlijke pracht elkaars pad kruisen.

In mijn hart ben ik nog een echte Hollander. Ik kan niet zonder water en weilanden om me heen.” Terwijl de ochtendzon zijn eerste stralen over Chesapeake Bay uitstrooit, poseert James van Sweden vrolijk lachend voor een foto in het houten tuinhuisje van de Amerikaanse ontwerper Ben Forgey.

Als kleinzoon van Nederlandse immigranten die in de omgeving van Chicago waren neergestreken, behaalde James van Sweden in 1960 zijn architectendiploma aan de University of Michigan. Daarna keerde hij terug naar het land van zijn voorouders voor een studie landschapsarchitectuur aan de universiteit van Delft, om vervolgens als stedenbouwkundige aan de slag te gaan bij de stad Amsterdam.

Na zijn terugkeer in de Verenigde Staten ging hij in dienst bij een groot architectenbureau in Washington. Hij werkte er aan landschaps- en stedenbouwkundige projecten. Hij zou de Amerikaanse hoofdstad niet meer verlaten. In 1977 richtte hij samen met Wolfgang Oehme, een Duitse landschapsarchitect met een diploma van de universiteit van Berlijn op zak, een eigen bureau op. In de loop der jaren ontwikkelde het tweetal een stijl die de nieuweAmerikaanse tuin wordt genoemd.

Deze naam is niet toevallig gekozen. De typering ‘Amerikaans’ is fundamenteel, want Oehme en van Sweden laten zich door de Amerikaanse prairies inspireren. Hun ontwerpen vormen een afspiegeling van dat unieke landschap, het hele jaar door kijk je je ogen uit naar zoveel pracht.

Het vernieuwende schuilt in het streven naar een tuin die minder onderhoud, minder sproeibeurten, minder meststoffen en minder pesticiden nodig heeft en dus het milieu spaart.

Daarom werkt het duo vooral met vaste planten en siergrassen, die zich in grote, gemengde bossen al golvend voor je uitstrekken. Perfect aangepast aan de bodem en het klimaat in deze contreien leggen ze elk jaar een volledige cyclus af, beginnend en eindigend met de vruchten die ze dragen.

James van Sweden heeft deze filosofie ook toegepast op de tuin van zijn weekendhuis op anderhalf uur rijden van zijn kantoor. “Op een gegeven moment kreeg ik de kans om een stuk terrein van twaalf hectare te kopen aan de oever van Chesapeake Bay. Omdat zoveel grond te veel was voor mij alleen, heb ik een paar vrienden gevraagd om mee te doen. Daardoor is het terrein nu verdeeld in vier percelen, waarvan er drie zijn bebouwd. Mijn architecte Suman Sorg is een van de andere eigenaren. We hebben het onderling op een akkoordje gegooid. Zij heeft mijn huis ontworpen en ik haar tuin.”

Vanaf de straat ziet het opvallende huis van James van Sweden eruit als een strak getekend parallellepipedum. De sterk monolithische vormen worden getemperd door de combinatie van het grijs van de stenen muur en het bruin van het houtwerk. De sobere uitstraling wordt versterkt door de gebruikte materialen : eenvoudige betonnen bindstenen en multiplexplaten van zoutbestendig hout.

“Er stond me een huis voor ogen met een enigszins industrieel karakter dat volledig moest opgaan in de natuur en het waterlandschap, naar het voorbeeld van een boerenschuur”, legt Suman Sorg uit. Er zijn twee ingangen. De eigenlijke voordeur wordt zelden gebruikt. Net als zijn vrienden gaat James liever via de kleinere deur naar binnen, zodat je meteen op de baai uitkijkt. Je ziet dan ook meteen dat de imposante woning nog een broertje heeft in de vorm van een huis voor logĆ©s, zoals het iedere welgestelde Amerikaan betaamt.

In beide gebouwen keert binnen het contrast terug tussen beton en hout. Al even opvallend is de glaspartij, die interieur en natuur naadloos in elkaar laat overvloeien.

De schaarse, zorgvuldig gekozen kunstwerken en het meubilair (deels op maat gemaakt door Ben Forgey en deels uit de catalogus van B&B Italia) steken fraai af tegen de ruwe trekken van de woning. Dit samenspel wordt extra kracht bijgezet door de hemelsblauwe vloer van grote vierkante multiplexplaten.

Toch dwaalt de blik voortdurend af naar buiten. In de geheel volgens zijn eigen principes aangelegde tuin heeft James van Sweden twee sferen gecreƫerd. Aan de voorzijde compenseerde hij het ingetogen karakter van het huis met een weelde aan planten. Een speels detail is het onregelmatige betegelde pad op een bed van oesterschelpen en met aan weerszijden hoge vaste planten, zoals de Rudbeckia maxima.

Tevens is er een vijver gegraven, een beetje als voorproefje van het waterlandschap iets verderop. Het water oogt als een prachtige spiegel tussen de oeverplanten. De vijver wordt onder andere opgesierd door hoge, goudgepluimde exemplaren van de Panicum virgatum ‘Cloud Nine’.

Aan de baai (een paar jaar geleden groeide er nog soja) krijgt de natuurlijke vegetatie alle ruimte om weelderig te tieren. Die wilde vegetatie, het verst van het huis verwijderd, wordt afgescheiden van het aangelegde tuingedeelte door een breed pad dat in het gras is uitgemaaid.

Wat dichter bij de woning zetten de ideeƫn van Oehme & van Sweden de toon, met een nadrukkelijke hoofdrol voor vaste planten en siergrassen. Deze laatste groep komt schitterend voor de dag dankzij de rood golvende Schizachyrium scoparium, een van de typische planten van de Amerikaanse prairies.

Tekst en foto’s Jean-Pierre GabriĆ«l

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content