De nieuwe Fiat Cinquecento legt duidelijk een link met het verleden maar de aanpak en styling zijn modern. Hij kreeg ook veel binnenruimte mee. Designer Roberto Giolito over de renaissance van een icoon.

De nieuwe Fiat Cinquecento is gebouwd op zeventig jaar geschiedenis”, zegt Roberto Giolito, sinds vorig jaar Style Director in het Centro Stile van Fiat in Turijn. De man die samen met de Amerikaan Frank Stephenson het kleine fenomeen op wielen heeft gezet, is een oude getrouwe van het huis. In 1989 al kwam hij in dienst bij de autobouwer. Hij speelde een belangrijke rol bij het ontwerpen van vrijwel alle zeer kleine Fiats. Vooral dan de concept cars. Giolito was de man achter tal van innoverende toepassingen en ontwierp zowel de Ecobasic (een vierzitter met een verbruik van 3 liter/100 km), als de Downtown (een elektrische stadswagen) en de ZIC. Dat de 46-jarige Italiaan een stijlbreuk niet uit de weg gaat, bewees hij met de Multipla : een zeer praktische zeszitter waarvan de vormgeving nogal wat controverse opriep.

Het verschijnen van de nieuwe Cinquecento, die het succes van de nieuwe Mini een beetje wil overdoen, werd enkele jaren geleden voorafgegaan door een concept car die door Giolito in elkaar was geknutseld : de Trepiuno. Daarin werd de zeer herkenbare stijl van de oorspronkelijke Nuova 500 overgenomen, ook al was de wagen een flink stuk groter. Die zeer herkenbare vorm maakte veel emoties los, zowel binnen als buiten Italië, omdat de Nuova Cinquecento een icoon is dat in het collectieve geheugen staat gegrift. Alleen viel de timing van deze concept car bijzonder slecht : Fiat zat tot over de oren in de schulden en niemand leek bereid geld te stoppen in de productie van een nieuwe 500. Maar Giolito en zijn team zetten door. De 500 staat er wel degelijk en werd met zeer veel enthousiasme onthaald.

“Ik kom uit een generatie voor wie de oude Nuova 500 de enige betaalbare auto voor jongeren was. Het was toen een van de uitdagingen om zo snel mogelijk rond een huizenblok te rijden ! Buiten Italië zijn er weinig mensen die weten dat de geschiedenis ervan eigenlijk teruggaat op de Topolino, gelanceerd in 1937. Dat was een ‘meesterwerk’ van Dante Giacoso, bedoeld om de kloof te dichten tussen een tweewieler en de auto. Zowel de Topolino als de Nuova 500, die in 1957 uitkwam, hebben een niet te onderschatten rol gespeeld in de Italiaanse mobiliteit. Maar ook de methodiek was interessant, omdat bij beide modellen overbodige onderdelen werden geweerd en structurele delen een bijkomende functionele rol kregen. Achteraf bekeken kun je je wel afvragen hoe vier mensen plaats konden vinden in dat wagentje ! Zijn rudimentaire structuur was ronduit spartaans. Het comfort was minimaal, er zat geen chroom aan en de ruiten konden niet eens omlaag. Maar die eenvoudige aanpak hoorde bij het opzet om de kloof te dichten tussen de Vespa, die intussen op de markt was, en de duurdere 600.”

De Nuova 500 was aanvankelijk niet zo’n succes, maar won gaandeweg aan populariteit. In 1959 won hij de Compasso d’Oro, een designprijs die nooit eerder aan een auto was toegekend. Het wagentje werd een fenomeen en kende een gigantisch succes.

Concept als katalysator

“De Trepiuno- concept car viel danig in de smaak dat de toekomstige Cinquecento meteen de rol van katalysator kreeg om het hele bedrijf te redden”, gaat Giolito verder. “Opeens voelde iedereen die verwantschap met de geschiedenis van Fiat, waarin de Nuova 500 tot een icoon was uitgegroeid. In de jaren negentig was er al wel een vervolg op bedacht, de hoekige 126, eveneens met de motor achterin, maar die had nooit de status van zijn voorganger weten te verwerven. Misschien omdat hij op een al te rationele manier was benaderd. De wagen kende een zeker succes naast de Uno, maar was totaal emotieloos. En dat was wel het laatste dat we dit keer wilden. Naast een hommage aan een icoon wilden we een eigentijdse kleine auto bouwen. Om tal van redenen, maar vooral voor de veiligheid, besloten we om de motor voorin te plaatsen. Zonder dat afbreuk werd gedaan aan het karakter van de Nuova 500, waarvan we vooral de piramidale vorm wilden behouden.”

De Cinquecento moest ook een eenvoudige auto worden. Maar niet op een manier die men zo vaak met minimalisme associeert, door onderdelen te verwijderen. “We zochten veeleer naar een eenvoudigere, voor de hand liggende bediening. Om redenen van kostenbesparing waren we gebonden aan het platform van de laatste Panda, met de aan het dashboard vastzittende schakelpook.”

De nieuwe kleine moest ook veel ruimte bieden en dat kon door de motorkap en de overhang zeer kort te houden en de passagierscel maximaal uit te breiden. Niet eenvoudig. “Daarin werden we geholpen door onze korte samenwerking met General Motors met wie we kleine Opels hielpen ontwerpen. Om de ruimte te vergroten hadden we ook zeer dunne stoelen bedacht, die de vorm van het lichaam zouden aannemen. Maar die bleken niet op korte tijd te realiseren. Het samenbrengen van heel veel informatie in de cirkelvormige wijzerplaat achter het stuur was dan weer een echte uitdaging, want die verwijzing naar het verleden wilden we absoluut behouden. De realisatie ervan bleek een ware krachttoer. Niet alleen werden drie niveaus van aanduidingen behouden, er werd ook gewerkt met een mix van analoge en digitale technieken. Maar we zijn vooral trots dat de Cinquecento een eigentijdse auto is geworden, met de meest recente oplossingen inzake veiligheid en technologie.”

Experience design

Volgens Giolito kan het design van de Cinquecento nog het best als experience design omschreven worden. “Zoals je je na een concert van Jimy Hendrix anders voelt, zo moet je dat ook ervaren na de Cinquecentobelevenis. Deze auto heeft niets te verbergen, hij is wat hij is. Dat we bijvoorbeeld de expressieve koelsleuven achteraan weggelaten hebben, leek ons de evidentie zelve : we konden toch moeilijk louter uit nostalgische overwegingen die sleuven opnieuw integreren, terwijl de motor naar voren is verhuisd. De belangrijkste reden om dit wagentje te kopen is het gevoel dat de auto tijdloos is, zoals een klassieker of schoenen die goed zitten. De eenvoud, gekoppeld aan de kwaliteit van het koetswerk zorgen daarvoor. Maar er is meer. Binnenin heerst een gevoel van vertrouwdheid. Door de verwijzingen naar het verleden, maar ook door de kwaliteit. Het is een ‘eerlijke’ auto geworden, what you see is what you get. Mijn generatie van designers is altijd een beetje verliefd geweest op kunststof. Omdat je daarmee zowat elke vorm gestalte kunt geven en in het materiaal gaten en schroefdraad voor vijzen kunt aanbrengen. Wij hebben nooit neergekeken op plastic omdat het heel functioneel kan zijn, en betaalbaar. Maar natuurlijk kijken we ook rond wat collega’s doen. Ik heb bewondering voor een radicale ommekeer in styling. De Toyota Yaris bijvoorbeeld heeft een zeer ingrijpende nieuwe visie gelanceerd in het B-segment, terwijl Audi er op sublieme wijze in geslaagd is om de oppervlakten puur te houden. Bij Smart werd een eerste stap gezet naar een uiterste reductie, maar de geschiedenis heeft uitgewezen dat het een zeer moeilijke financiële oefening is geworden, die alleen een merk als Mercedes kan dragen. Maar wij hadden tien jaar voor de Smart al de Downtown ontworpen, een driezitter met de chauffeur in het midden.”

Een half miljoen combinaties

Eén van de sleutelwoorden van de Cinquecento is ‘personalisatie’, zegt Roberto Giolito. “We hebben al vroeg beslist om een veelheid aan elementen te creëren die gepersonaliseerd kunnen worden. We wilden zowat alle onderdelen inwisselbaar maken. Ook het gekleurde dashboardschild, maar zover is het niet gekomen. We creëerden wel vier verschillende sferen, en gingen daarbij uit van vier thema’s : Pop, Lounge, Sport en Naked. In elk van die categorieën werd gezocht naar een evenwicht tussen de spirit van het verleden en het eigentijdse. Bij de Pop wordt die personalisatie benadrukt door het gebruik van kleur, zoals bij de stoelen in twee tonen. Bij de Lounge is vooral aandacht besteed aan luxe, maar dan op een bijna ludieke, kleinschalige manier. De Sport-versie verwijst dan weer naar de Mille Miglia-sfeer van toen, maar wil zich nadrukkelijk distantiëren van de Abarth-versies die er aankomen, en waarbij de nadruk op sportievere prestaties ligt. Bij de Naked, die alleen buiten Italië wordt voorgesteld, ligt het accent op de essentie en het tonen ervan, zoals dat bij de Ducatimotorfiets gebeurt. Bij elk van die vier atmosferen horen inwisselbare onderdelen, zoals de buitenkant van de sleutel. Maar er zijn ook verschillende soorten van velgen, van stoelbekleding, striping, enz… Wie alle mogelijkheden benut, komt samen aan meer dan een half miljoen combinaties. Dat betekent dat wie een beetje doordenkt en een zeer persoonlijke keuze maakt, nooit een gelijkaardige Cinquecento tegenkomt. Iedere Cinquecentobezitter kan een volstrekt unieke auto samenstellen die perfect past bij zijn persoonlijkheid en zijn voorkeuren.”

Door Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content