De bakkebaarden van Elvis

JEAN-PAUL MULDERS

Het huis van dokter M. staat te koop, voor de ronde som van 620.000 euro. Kapitaalkrachtige stellen zullen de hoekwoning aan het park bezoeken, onder de indruk van de statig witte voorgevel. Ze weten niet dat daar dr. M. gewoond heeft, toen niemand nog van Kim Kardashian gehoord had.

Dokter M. leek op Elvis – de late dan, de pafferige. Hij reed met een zware Amerikaanse wagen, hoewel hij zich liever in de hemelsblauwe Kever van zijn vrouw verplaatste. Soms droeg hij kalfsleren handschoenen, die in mijn herinnering een beetje kraken. Dokter M. dronk van die potten bier met een oor aan, die in mijn jongensogen kolossaal leken. Soms zag ik hem er tijdens een huisbezoek twee of drie ledigen. Het was de tijd waarin er nog Amerikaanse sleeën door de straten gleden, stuiptrekkend omdat de petroleumcrisis al een feit was.

Ik weet niet waarom dokter M. zo’n onuitwisbare indruk op mij heeft nagelaten. Misschien omdat hij mij voor het eerst in mijn leven met tragiek confronteerde. Met het hero to zero-verschijnsel. “De velo’s liggen bij hem tot op straat”, zegden de mensen. Pas later begreep ik dat dokter M. als arts populair was.

Ik denk dat hij een boon had voor mijn moeder, die toen met mijn vader de wereld afreisde. Eén keer hoorde ik hem klagen dat zijn leven zich vooral in de Peperstraat afspeelde. Dat hij bij nacht was opgetrommeld om een condoom te vissen uit de oorsprong van de wereld.

Eén keer heeft hij mijn grootvader bijna doodgespoten. Ik zie hem nog liggen op de rood en groen gestreepte driezit, terwijl dokter M. met opgestroopte mouwen in de weer was. Hij spoot hem iets in, koortsachtig, terwijl grootvaders lippen al blauw werden. Dokter M. vroeg ons sterke koffie te zetten. Mijn grootvader riep, zodra hij daartoe weer voldoende kracht had verzameld: “Gij komt aan mij niet meer, godverdomme!” Dat vond ik wat ondankbaar.

Dokter M. werd vervangen door een melkmuil die Maeske genoemd werd, zoals het pilsbier. Het verkleinwoord maakte duidelijk dat de autoriteit van mijnheer doktoor zijn beste tijd gehad had. Ik miste dokter M. Ik miste zijn stijl en het geronk van zijn hemelsblauwe Kever. Ik miste zijn lach en de bakkebaarden van Elvis.

Toen kwam dat telefoontje. Ik zie nog de ernst waarmee mijn grootmoeder knikte. In besmuikte bewoordingen liet zij verstaan dat de potten met het oor dokter M. fataal waren geworden. Ik staarde naar de bruine vlekken die hij op ons plafond had achtergelaten, toen hij te enthousiast zijn injectienaald ontluchtte. Ik voelde een donkerte opzetten die ik niet eerder gevoeld had.

Hij had een leeftijd die ik nu bijna bereikt heb. Soms bezoek ik zijn graf, wat bijna misplaatst is omdat ik hem slechts oppervlakkig gekend heb. Ik ben honds-trouw in die dingen; ik bezit het talent om mij voor onbepaalde duur en tegen beter weten in aan mensen te hechten.

“Hier, Maurice”, hoor ik een vriend van dokter M. dan weer zeggen tijdens de sobere teraardebestelling, terwijl hij trefzeker een sigaar op de kist mikt. “Smoor deze ook nog maar op. We hebben er zoveel gesmoord samen.”

Het was de tijd waarin roken de gezondheid nog niet schaadde.

‘Drie machtige slaapkamers voorzien van inbouwkasten’, lees ik in de annonce van de makelaar: ‘Heel wat kasten zullen wedijveren om spullen te mogen bergen.’ Ik probeer mij die Strijd der Kasten voor te stellen. Het is een apart soort poëzie, die van de vastgoedcommercie.

Een vrouw die het huis later bewoonde, vertelde mij dat zij ’s nachts soms in de kamers hoorde zuchten.

jean-paul.mulders@knack.be

JEAN-PAUL MULDERS

“Ik bezit het talent om mij voor onbepaalde duur en tegen beter weten in aan mensen te hechten”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content