Deze extravagante architectenwoning uit 1966 in Sint-Martens-Latem is nu de werkschuit van auteur Oscar van den Boogaard en acteur Steven Van Watermeulen. Voor hen is dit meer een creatief lab dan zomaar een woning.

“De bouw van dit pand gaf een schok in de buurt”, zegt Steven Van Watermeulen. “Bovendien stond het in één week onder dak. Met een kraan werden de houten platen van het dak erop gezet : dat was hier nooit eerder gezien.” Op een oude foto van het gebouw uit 1966 merk je dat deze villa aanvankelijk alleen stond in een weide. Tegenwoordig staan er her en der gebouwen en bomen. Het huis was destijds goed zichtbaar van op straat, waardoor het extra aandacht trok. Bovendien breekt het gebouw met de overheersende bouwstijl van Sint-Martens-Latem, die toen en ook nu vrij klassiek is.

Maar ook destijds was het ontwerp van architect Jean Van Den Bogaerde vooruitstrevend. Het gaat trouwens om zijn eigen gezinswoning met ruimte voor een ontwerpbureau. Om beide functies van elkaar te scheiden, plaatste hij de woning boven het atelier. Aan weerszijden van de trap en voordeur, eigenlijk de stenen basissokkel van de constructie, bevinden zich de transparante werkruimtes van de architect. De woonruimte boven is half open. Schuifdeuren verdelen de kamers, maar als alles open staat ontstaat er één open ruimte met diverse zithoeken en in het midden een open keuken en natte cel. De slaapkamers bevinden zich aan de noordzijde van het gebouw. Het betreft een lichte constructie die grotendeels is afgewerkt met hout en vrij veel glas. Zowel onderaan als boven zorgen gaanderijen met terrassen ervoor dat de bewoners volop kunnen genieten van de buitenlucht.

Hoewel Oscar en Steven dagelijks bezig zijn met literatuur, voelen ze zich ook bijzonder aangetrokken tot architectuur. Ze wonen trouwens ook halftijds in Berlijn, waar ze een appartement betrekken in een art-nouveaugebouw.

Hun wonderlijke woning in Sint-Martens-Latem ontdekten ze op internet, waar ze te koop werd aangeboden. Ze waren onder de indruk van de ongewone architectuur. “Het viel ons meteen op dat dit eigenlijk meer een meubel is dan een gebouw”, legt Steven uit, “daar het van hout is en op wielen lijkt te staan. Maar het heeft net zo goed iets van een ark. Bij een overstroming kan het zo wegdrijven. En het lijkt ook een meubel als je erdoor loopt.”

Het woord meubel is afgeleid van mobiel. Vroeger werden houten gebouwen, zoals schuren of molens, ook verplaatst. De vergelijking ligt dus voor de hand. “De beweeglijkheid komt ook doordat je overal de natuur ziet die constant beweegt”, merkt Oscar op. Hij ziet bovendien een concrete band tussen literatuur en architectuur. “Zowel op de scène als in de literatuur creëer je telkens een ruimte waarin zich iets afspeelt, dus bouw je. De architect heeft deze woning ook een beetje als een scène ontworpen om met zijn familie in te leven. Maar uiteraard geen traditionele scène. We merken ook op dat er geen hiërarchie is tussen de kamers. Alles is evenwaardig. Het lijkt een soort commune van ruimtes.”

Zo’n woning vergt een andere manier van leven. Bovendien is het pand een creatief lab. “Je voelt dat het huis getekend is door iemand met een idealistische visie en dat hij het ook ontdaan heeft van allerlei burgerlijke tooi”, vertelt Oscar. “Bovendien zet het huis aan tot creativiteit. Je voelt dat hier beneden ooit drie architecten in de weer waren. Hun geesten zijn er nog. Bovendien zijn hier zoveel leuke plekken om te werken dat je dat ook meteen gaat doen. Het is zoals in een kerk waar je, ook al ben je niet gelovig, vanzelf gaat bidden.”

Steven en Oscar hebben elk hun werkruimte beneden, maar aan sommige projecten werken ze samen. Deze woning zette hen alvast aan tot één groot gemeenschappelijk project, namelijk het schrijven van de kasteelroman Zeeduivel voor Amalia, die ze onder hun gemeenschappelijke auteursnaam Pearl Sweetlife uitbrengen.

Voor hen betekent deze woning ook puur visueel genot. “Het is gewoon een mooi gebouw, ook bij slecht weer. Ooit was ik in Japan waar het ook zoveel regent en er in de tempels een gelijksoortige sfeer hangt. Daar heb je in oude houten huizen eveneens van die overstekende goten die het water afvoeren. In zo’n woning valt dus altijd iets te beleven”, aldus Steven. Hij stelt het ook op prijs dat het huis als monument beschermd is : “Het is wel van ons, maar toch ook weer wat van de gemeenschap. Daardoor beseffen we dat we er slechts de tijdelijke bezitters van zijn. En ben je er ook zeker van dat het in de toekomst niet verloren zal gaan.”

“Sommige mensen begrijpen niet dat wij het goed vinden dat dit een monument is, omdat je er dan niets aan kan veranderen. Maar dat is juist de bedoeling. Bovendien hoeft dat ook niet. In zo’n gebouw accepteer je wat er is. Je verwerft het niet met het idee van we gaan er iets van maken”, merkt Oscar op. Ze hebben de woning trouwens met zachte hand gerestaureerd, zonder iets toe te voegen, behalve wat literaire creativiteit.

Door Piet Swimberghe Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content