Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple (262), wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : bordeaux 2005.

Bewaarwijn kan men maar verwachten van de echt grote jaren, zoals 2000 en 2005 in Bordeaux en 2005 in Bourgogne. Omdat in dergelijke jaren de wijnen evenwichtig zijn : alle elementen van fruit, bitterheid en alcohol zijn volkomen op elkaar ingesteld zodat ze in de mond samen smaken en klinken. Dan zegt men niet : “Deze wijn is wat bitter of zuur of streng…” Men spreekt van “wijnen met persoonlijkheid”.

Dit type van wijn is al lekker van in zijn jeugd en krijgt er, na veroudering op fles in een goede kelder, nog versmoltenheid bovenop. De wijnen met een onvolmaaktheid daarentegen – bijvoorbeeld iets te zuur – zullen bij het verouderen hun onvolmaaktheid ontwikkelen : zure jonge wijn wordt met de tijd alleen zuurder. En hierin ligt het ‘dramatische’ aspect van bewaarwijn : alleen de echt goede wijn kan met de jaren verbeteren. Wachten maakt lekker lekkerder en slecht slechter.

Loont het dan nog de moeite om wijn weg te leggen ? Het is nu bon ton om wijnen jong te drinken en om wijnen te maken met een accent op fruit, die erg kort bij de vrucht staan. Dergelijke wijnen zijn met de moderne technologie relatief gemakkelijk te maken : men moet rijper oogsten, zuurstofvrij werken, niet overdrijven met de extractie en zeer snel bottelen. In de zogenaamde Nieuwe Wereld heeft men deze boodschap erg snel opgepikt en veel van de wijnen uit Chili of Australië moeten het hebben van de oppervlakkige charme die uitgaat van fruit en een toets restsuiker.

Maar het is met wijn zoals met het keukenwerk : de gastronomische waarde ligt niet in eenzijdigheid maar in variatie. Variatie van vederlichte frisse slaatjes tot gerijpte, diepsmakende stoofpotten. Alle verschraling van het aanbod voert tot ongezondheid : de mens is genetisch voorbestemd om gevarieerd te eten. Ook met wijn moet dus de waaier van types open blijven : van relatief eenvoudige, jong te drinken fruitwijntjes tot ernstige, gerijpte, complexe, grote oude wijn. Geen enkele grote keukenchef eet dagelijks in zijn eigen restaurant. Het is even verkeerd en ongezond om voortdurend dezelfde wijn te drinken.

Daarom zijn grote jaren waarvan de wijn kan bewaren interessant : ze houden de waaier van het gastronomische aanbod open. Vandaag proeven we bordeaux 2005.

Château Haut Rozier, Premières Côtes de Francs 2005

Goede, zachte rode kleur en een neus van fruit met haast geen onderbouw. Smaak van het goede fruit. Wat eenvoudig. Een allemansvriend. (Colruyt : 5,29 euro).

Château La France, Bordeaux Supérieur 2005

Goed gevulde, verse kleur en een neus van cabernet. Goed geknoopt na opschudden. De smaak is die van klassieke, wat stevige bordeaux die enkele jaren moet liggen. Geschikt voor bij stevige schotels met rood vlees. (Colruyt : 5,59 euro).

Malesan, Bordeaux 2005

Heel goede rode kleur, met een kleine toets van ‘getemd’. De neus is opvallend met hout doortimmerd en toont diepte na opschudden. Goede smaaklengte met structuur. Interessante, klassieke bordeaux die enkele jaren kan liggen. Moet passen bij fijne schotels met rood vlees zoals filet van eend. (GB/Carrefour : 5,80 euro).

Château Pontet Barrail, Médoc 2005

Heel goede kleurconcentratie met een nuance van vers. Fruitige neus met onderbouw en kruidigheid. De smaak is vrij stevig met een streng accent. Moet enkele jaren liggen en versmelten. Goed bij stevig rood vlees. (Colruyt : 5,59 euro).

Château Les Queyrats, Graves 2005

Goede, zachtrode kleur. Neus met fruit en stevigheid en goede eenheid na opschudden. Aangename, smakelijke, goed gebonden wijn voor bij geroosterde kip.

(GB/Carrefour : 4,73 euro).

Château Clairac, Premières Côtes de Blaye 2005

Goede, stevige rode kleur en eenvoudige maar fijne neus. De smaak is wat simpel en een beetje kort. Moet passen bij vleeswaren. (Delhaize : 4,39 euro).

Door Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content