KUNSTENARES (35) . DOCENTE . ILLUSTRATRICE IN WEEKEND KNACK . VERSCHEIDENE BOEKEN EN TENTOONSTELLINGEN

“Tekenen is niet mijn passie, het is mijn leven. Dat klinkt misschien minder mooi, maar dat is dan maar zo. Ik kan absoluut zonder passie leven, niet zonder tekenen. Het is meer dan iets wat ik gewoon graag doe. Integendeel, soms doet het zelfs verschrikkelijk pijn. Maar het moet. Het is een manier om dagelijks de chaos in mijn hoofd te ordenen en naar buiten te persen, zodat er weer ruimte is voor iets nieuws. Ik vind er rust in.”

“Ik teken elke dag, in schetsboeken. Dat gebeurt heel dwangmatig, het moet er gewoon uit. Ik registreer wat ik die dag allemaal heb meegemaakt en gevoeld. Details die me treffen. Dingen die ik niet wil verliezen. Eens ik getekend heb, kan ik het loslaten. Mijn tekeningen zijn echte zelfportretten. Alles wat van mij is, zit erin. Hoe hard ik het soms ook probeer weg te moffelen. Als mijn schetsboeken vol zijn, leg ik ze opzij. Maanden later blader ik er nog eens door. Een hele hoop tekeningen zeggen me dan niets meer, net omdat ze erg tijdsgebonden zijn. Sommige dingen blijven knagen en die worden hernomen in mijn schilderijen. Dat zijn dingen die ik al heb beleefd, die niet meer zo direct op me afkomen. Als ik schilder, weet ik niet waar het naartoe gaat, maar ik vertrek wel van iets vertrouwds. Het is geen onbekend terrein.”

“Ik hou van de nacht, want dan is alles van mij alleen. Het is stil buiten en iedereen slaapt. Ik heb die stilte nodig om te kunnen denken, om te weten dat tussen mijn hoofd en hand op dat moment geen storingen zijn. Ook al zijn de nachten tijdens de winter langer dan in de zomer, toch lijken ze steeds eindeloos. Een dag wordt verbrokkeld door het dagelijkse leven en de nacht heeft dat niet. Die is helemaal van mij.”

“Passie is absolute emotie. Een zinsbegoocheling. Je kunt het niet met rede sturen of onder controle houden. In ieder werk zit zo’n moment van absolute emotie. Het moment dat de plomb springt en de rede volledig zoek is.”

“Plots stopte alles gewoon. Ik kon niet meer tekenen. Verschrikkelijk. Het is alsof je niet meer kunt eten of slapen. Ik zat weken in mijn atelier te wachten, maar er kwam niets. Toch wilde ik geen enkel moment verknallen door niet ontvankelijk te zijn, door niet daar te zijn, indien Het, wat dat ook is, besliste om terug te komen. Dat waren erg moeilijke tijden. Ook lichamelijk zat alles fout : ziekte, slapeloosheid. Alles stopt, als ik niet kan tekenen. Even plots als het verdween, kwam het terug. Zonder aanleiding. De tentoonstelling Le sauvetage de la grande béquille is het relaas van die periode na mijn drawer’s block. Niet meer kunnen tekenen, is een van mijn grootste angsten. Dat probeer ik nu op een gezonde manier te verdringen in mijn tekeningen ( lacht).”

“Ik heb periodes gekend van pure passie, van alles verslindend vuur, momenten waar de rede geen controle meer had over mijn doen en laten. Ik zag de dingen niet meer zoals ze waren. Als ik nu terugblik, alle hevigheid en stormen achterwege gelaten, en ik kijk naar de visuele overblijfsels van die periode, heeft het niet de meest interessante werken opgeleverd. Meer dan een opgetekend verslag is het niet, terwijl er op dat moment niets anders bestond. De reflectieve kant van de dingen spreekt mij, nu ik ouder ben, in al zijn nuances, veel meer aan. De rijkdom en kwetsbaarheid van het leven ontgaan mij niet meer.”

www.arpais.com

Ellen De Wolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content