Analoog is het nieuwe digitaal

Eén keer klikken. Een week wachten tot je filmpjes ontwikkeld zijn. Oude plastieken Russische en Chinese camera’s met één knop, lichtlekken en vervallen filmpjes. Het lijkt een anachronisme in tijden waarin megapixels de fotografie beheersen, maar het valt niet te ontkennen : de analoge retrocamera is hip. Met dank aan Lomo en Polaroid.

We schrijven 2005. De legendarische Lomofabriek in Sint-Petersburg sluit haar deuren. De hoge productiekosten van analoge camera’s maakten dat het bedrijf niet meer rendabel was. 2008. Polaroid stopt met instantfilms te maken. Eind 2009 heeft de laatste Polaroidfilm zijn houdbaarheidsdatum overschreden. Het tijdperk van flou foto’s en zomerse overstuurde kleuren lijkt voorbij. Met digitale megapixels valt niet te concurreren.

Een foute inschatting, blijkt enkele jaren later. Wie dezer dagen een concept store binnenstapt, van het überhippe Parijse Colette tot Urban Outfitters, ziet ze onmiddellijk liggen. Remakes van de blauwe Diana F, een Chinese camera uit de sixties, of de plastic Holga uit de jaren ’80. Nieuwe Polaroidtoestellen en zelfs nieuwe filmpjes, verpakt in knap vormgegeven doosjes. Lomo en Polaroid hebben het stof van zich afgeschud en spreken een nieuwe, jonge en hippe generatie amateurfotografen aan.

Redders van de Polaroid waren Florian Kaps en André Bosman, die meteen bij het sluiten van de Polaroidfabriek in Enschede de laatste tien machines opkochten. Ze doopten hun nieuwe bedrijf The Impossible Project, naar de kansen van succes. Al blijkt het niet zo onmogelijk als gedacht : dit jaar nog willen ze zes nieuwe instantfilms uitbrengen. De eerste liggen al in de winkels. Kaps en Bosman wisten wat Polaroid zelf niet door had : dat er wel degelijk een toekomst zat in analoog, maar dat dat vanuit de niche zou zijn.

Lomo was al lang gered, zelfs vóór de sluiting van de fabriek in Sint-Petersburg. Drie Oostenrijkse studenten maakten na de val van de Sovjet-Unie een reis door Rusland en ontdekten er de Lomo LC-A, met lichtlekken, zwarte randen (de zogenaamde vignetten) en diepe, warme kleuren. Ze sloten er een deal om het goedkope, massaal geproduceerde toestel ook elders in de wereld uit te brengen. Ze bouwden er een hele beweging rond, de lomografie, met haar eigen tien regels – Regel 1 : Neem je camera overal mee – en produceerden en distribueerden ook andere toestellen onder die noemer, van toycamera’s als de FishEye en de SuperSampler tot Chinese goedkope camera’s als de Diana en Holga.

Anno 2010 zijn Lomo en Polaroid niet meer het terrein van de analoogfreaks en polanerds : ze zijn mainstream geworden. Er zijn veel redenen te bedenken om dat succes te verklaren. Er is de simpelheid van het fotograferen, in tijden van oneindige digitale mogelijkheden een regelrechte verademing. Iederéén kan fotograferen met een Lomo. Er is de tijdloze aantrekkingskracht van de toestellen : wazige randen, foute kleuren en flou. Het ademt sfeer uit. Maar er is zeker ook de uitgekiende marketing van de bedrijven erachter – haast lessen in moderne advertising. Lomography en The Impossible Project zijn regelrechte love brands geworden. Eerder dan merken zijn het bewegingen, met hele web communities rond elk toestel, een strategische distributie via concept stores in plaats van fotowinkels en de hippe jeugd als doelgroep.

“We zijn niet bezig een stervend medium in leven te houden, we willen iets helemaal nieuws creëren en een groeiende analoogbeweging steunen”, aldus Kaps in het invloedrijke Monocle, dat The Impossible Project in hun lijst van 20 Global Companies to Watch opnam. Als u deze zomer ook een Lomo LC-A of Polaroid SX-70 aanschaft voor uw vakantiekiekjes, weet dan dat hij gelijk had.

Door geert zagers

“Zelf zullen ze het nooit benadrukken, maar er is historisch een band tussen Polaroid en erotiek : het was tot het digitale tijdperk de enige manier om foto’s te maken in de slaapkamer die niet langs een fotowinkel moesten om ontwikkeld te worden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content