Voor Peter Philips, de Belg achter de beauty van Chanel, betekent ‘The Big Apple’ al zeven jaar hard werken op topniveau. “Een paard nodig voor een modeshoot ? Een uur later staat het in de studio, helemaal zwart met een witte staart. Zoiets kan alleen in New York.”

“Alles in deze stad heeft een drive. Iedereen die je leert kennen is hier voor een carrière, buiten de native New Yorkers. De meesten arriveren hier niet voor het leven. Ook relaties die je aangaat zijn niet voor eeuwig. Als je iemand nieuw ontmoet, wordt je profiel meteen gescreend en als je niet interessant genoeg blijkt – voor een ander zijn carrièreboost – zul je wat minder aandacht krijgen. Toch is New York een droomstad, eens je dat beseft.”

Pure magie

“Als ik van de luchthaven terug naar het centrum rijd, ben ik nog steeds onder de indruk van de skyline. Dat is pure magie. En dan kom je ’s avonds laat weer aan in je wijk, en zijn de winkels nog open, dat is fantastisch. Het leeft hier. Het is hier echt zoals in de films. De rook uit de riolen, de dikke sneeuwvlokken in de winter, hoe de mensen praten, de culturenmix.”

The highline

“Ik kan moeilijk begrijpen dat mensen tijdens hun lunchpauze hun kostuum uittrekken om in het park te gaan liggen, om daarna weer professioneel aan de slag te gaan. Maar ik hou wel van de sfeer en het groepsgevoel in de New Yorkse parken. Central Park is fantastisch mooi, maar het nieuwe The Highline in Chelsea is even uniek.”

bio

“Whole Foods is de supermarkt-keten die mij achtervolgt. Overal waar ik in New York al gewoond heb, was er een vestiging achter de hoek. Ze verkopen er onder meer biologisch fruit.”

eten per telefoon

“Tijd om uit eten te gaan heb ik amper. Ik ben altijd aan het werk of aan het shooten. Zelfs een businessmeeting gebeurt vaak gewoon bij Chanel, en niet op restaurant. Ik ken alle nieuwe plekken niet, mijn perfecte dag eindigt gewoon ’s avonds in mijn zetel voor tv. Dan bestel ik telefonisch een maaltijd bij Spice, die wordt mooi thuis afgeleverd, en daarna bereid ik de volgende dag voor. Als ik toch eens uit eten ga, dan hou ik wel van Cookshop, Prune of Omen, voor lekkere sushi.”

shops

“Voor mijn job moet ik New York ook in de gaten houden als shopstad. Als ik een dag vrij heb, ga ik naar mijn vaste adressen zoals Steven Alan, Thom Browne of de exclusieve sneakershop Rivington Club. Barneys en Bergdorf Goodman zijn handige adressen omdat ze een groot aanbod bieden.”

“De modeweek van New York is een fabriek. Alles is gesponsord. De charme van de modeweek in Milaan of Parijs heb je hier niet. Bijna alle collecties lijken hier ook op elkaar. In Europa vind je nog individuele ontwerpers met visie, in Amerika is het vaak één pot nat. De marketingbusiness overheerst hier het creatieve brein. Er is die eeuwige druk : je móét in de Amerikaanse Vogue verschijnen, en bij Barneys te koop zijn.”

jezelf verkopen

“Toen ik in New York aankwam, zeven jaar geleden, durfde ik als professionele make-upartiest meteen aankloppen bij een topagentschap : Art+Commerce, waar ook fotografen Steven Meisel en Inez Van Lamsweerde ingeschreven zijn. Daar geloofden ze meteen in mijn portfolio, al raadden ze mewel aan mijn commerciële kant aan te scherpen. Dat is typisch Amerikaans : als je goedbetaalde jobs wilt, moet je jezelf verkopen.”

selectief

“Ik ben altijd selectief geweest in mijn carrière, dat is mijn sterkte geweest. Zo heb ik ook de aandacht getrokken van andere cosmeticamerken. Toen kwam Chanel vragen of ik creatief directeur wilde worden van hun beautysegment. Dat was een godsgeschenk. Ik werk nog even hard als voordien, maar ik moet niet meer om de twee dagen het vliegtuig nemen. Als ik op reis moet, is dat niet meer volgens het helse ritme van vroeger. Dat hou je fysiek niet vol tot je vijftigste.”

“In New York werkt iedereen puur professioneel. In Milaan en Parijs zijn ze nonchalanter. Als de fotograaf hier tijdens een shoot plots een paard nodig heeft, dan is dat een uur later geregeld. In Parijs krijg je na een week misschien een ezel te zien. Hier staat er een zwart paard met witte staart als het moet. Al weegt die professiona-liteit wel op je privéleven.”

relatieve rust

“Mijn dakterras is mijn oase van rust. Hoewel dat ook relatief is. Je hoort hier altijd wel sirenes op de achtergrond. Dit appartement kocht ik anderhalf jaar geleden in de wijk Chelsea, net voor de markt instortte. Dat ik deze woonst gevonden heb, is net zo’n toevalstreffer als mijn job zelf. Je moet op het juiste moment op de juiste plaats zijn.”

het thuisgevoel

“In mijn appartement hier voel ik me goed, maar het zal nooit mijn thuis zijn. Ik zou nooit uit vrije wil in New York komen wonen. Misschien wel toen ik twintig was, maar niet meer nu ik 42 ben. Zolang ik hier werk, ligt mijn toekomst in deze stad. Ik heb momenteel voor mijn carrière gekozen, en een thuis kun je pas creëren als je niet meer reist. Ik ben altijd onderweg en kan me snel thuis voelen voor een korte tijd. Zelfs in de stoel van het vliegtuig.”

extremen

“Inspiratie ga ik niet in musea zoeken, wel op straat. New York heeft veel gezichten : blank of zwart, opgetut of nonchalant. Ook daklozen kunnen mijn fantasie op kruissnelheid brengen. Hoe ze toegetakeld zijn, hoe hun haar ligt of hun kledij : dat zouden silhouetten van Comme des Garçons kunnen zijn als je een achttienjarig model in die outfits stak. Dat klinkt misschien ziek, maar in New York heb je nu eenmaal hardcore misère. Het is een stad van extremen.”

“Ik zie de stad veranderen door de crisis. Winkels sluiten, verkoopsters vallen je aan met een overdreven service. Je voelt de angst. Amerikanen zijn grote kin-deren die in een land leven waar iedereen het kan maken, maar waar ze tegelijk ook diep vallen als dat niet lukt. Hun naïviteit is tegelijk hun sterkte en hun zwakte.”

verouderd

“Momenteel ben ik meer in de ban van Tokio dan van Manhattan. New York is in veel opzichten een oude stad : de gebouwen, het metronetwerk, de elektriciteit die regelmatig uitvalt omdat het systeem verouderd is, je rekeningen die je via de post moet betalen. Tegenover Tokio is New York een conservatieve stad, stuck in time.”

“Ik heb sinds kort ook een appartement in Parijs, dat is een verademing. Ik heb er meer dan twee jaar in het Ritzhotel gewoond. Dat klinkt fantastisch, maar je wordt het ongelooflijk beu. Je hebt ergens een thuisgevoel nodig. Ik ben al acht maanden bezig aan de inrichting van dat appartement, maar er staat nog niets. Ik heb er gewoon geen tijd voor. Veel heb ik ook niet nodig. Soms leef ik als een monnik, non-stop bezig met mijn job.”

Door Elke Lahousse Foto’s Bart Michiels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content