New York is afgelopen, Londen net begonnen en daarna volgen Milaan en Parijs. Ik heb het over de modeweken. Op die internationale modepodia wordt de zomermode voor 2011 getoond. Het ritme en de timing van deze halfjaarlijkse defilémarathon komen steeds meer onder druk te staan. Inkopers van kledingzaken hebben hun bestelling al geplaatst voor de defilés en doordat uitgebreide online foto- en videoreportages of de live streaming van defilés de consumenten meteen informeert, lijkt het wachten tussen het zien van de collecties en hun aankomst in de winkel enkele maanden later, niet meer van de tijd.
Onze medewerker Jesse Brouns – een defiléveteraan ondertussen – schreef in de jongste modespecial dat defilés populair entertainment geworden zijn. Veel modehuizen zien het als een machtig marketinginstrument. Beelden van de collecties gaan immers multimediaal de wereld rond.
In New York was het modegevoel vorige week zeker voelbaar in de stad. Rond het Lincoln Center, de nieuwe locatie voor de shows in de Upper West, was het de gebruikelijke hustle and bustle van modieus uitgedoste professionals en beroemdheden. De modeweek heet daar trouwens voluit Mercedes-Benz Fashion Week, want mode is een aantrekkelijk universum waar niet-modemerken zich als sponsor graag mee linken. Onze moderedactrice Elke Lahousse die ter plaatse was, moest zich op weg naar de shows telkens een weg banen tussen hostesses van sponsors die haar flesjes Fiji-water wilden aanbieden, frappucino’s van Starbucks of Diet Muscle Milk, maaltijdvervangende proteïneshakes. Op die weg kwam ze trouwens ook Sarah Jessica Parker, Jennifer Lopez en Christina Hendricks tegen, om maar enkele van de celebs te noemen die present gaven.
Dat elk silhouet meteen op internet te vinden is, is echter geen reden om als journalist weg te blijven van de shows, al vergt dat een investering in tijd en middelen. De input voor volgende modenummers ligt immers in het samenspel van modecollecties, de buzz in modesteden gevoed door nieuwe winkels, hippe buurten en interessante expo’s en vooral de ontmoetingen met mensen uit het vak. Het is een cocktail van factoren die je nooit kunt verzamelen alleen vanachter je computer.
Dat door de technologische mogelijkheden iedereen die het wil als het ware een zitje heeft op de eerste rij, verkleint evenmin de aantrekkingskracht van de ‘echte’ eerste rij. In een tongue in cheek geschreven artikel in The New York Times (“At Fashion Week, It’s Where You Sit That Counts”, verschenen op 7 september) wordt de nachtmerrie beschreven die het plaatsen van de gasten voor pr-mensen en ontwerpers wel is. Zo lijkt de meeting van ontwerper Naeem Khan met zijn drie pr-mensen enkele dagen voor zijn show op een ingewikkeld strategospel. Op tafel ligt een kaart met plaatsen, de gastenlijst heeft kleurcodes. Van de 872 genodigden, kunnen er slechts 104 een plaatsje krijgen front row. Voor beroemdheden, topinkopers en sterjournalisten is een plaatsje op de tweede rij uitgesloten. En wat doe je met de nieuwe sterbloggers en heb je wel alle concurrerende hoofdredacteurs ver genoeg uit elkaar gezet ? Naeem Khan omschrijft het als een trauma.
“Kreeg jij al een plek op de eerste rij ?”, mailde ik Elke met een smiley erachteraan, wetende dat dit toch een privilegie is voor de Vogues van deze wereld. “Even was ik in de waan”, mailde ze terug. “Bij Tommy Hilfiger, maar de 1 op mijn ticket bleek een slecht geschreven 7. Gelukkig was er nog het defilé van Marc Jacobs. Dat heb ik samen met een krantencollega live bekeken van op de front row. Op haar hotelbed.”
trui.moerkerke@knack.be
Ook de modedefilés in Londen, Milaan en Parijs zijn te volgen op weekend.be
Trui Moerkerke
Voor beroemdheden, topinkopers en sterjourna-listen is een plaatsje op de tweeDE rij uitgesloten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
